CSRD-richtlijn: een 10 stappenplan
Duurzaamheid staat voor ondernemers steeds hoger op de agenda. Met toenemende aandacht voor klimaatverandering en maatschappelijke verantwoordelijkheid, vraagt dit ook meer transparantie. De nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) biedt het nieuwe wettelijke kader voor duurzaamheidsverslaglegging voor grote bedrijven. Benieuwd wat dit voor jouw bedrijf betekent? In dit artikel geven we je een 10-stappenplan om je goed voor te bereiden.
De richtlijn roept vanaf dit jaar diverse verplichtingen in het leven om de effecten van bedrijfsactiviteiten inzichtelijk te maken. Niet alleen op het milieu, maar óók op de mens en bestuur. Denk hierbij naast energie, CO2 en grondstoffen ook aan thema’s als man-vrouwverhouding op de werkvloer en mensenrechten in de keten.
Nieuwsgierig wat deze verplichte duurzaamheidsrapportage voor jouw bedrijf betekent? In dit artikel lees je meer over de achtergrond én de 10 voorbereidingsmaatregelen die je kunt nemen.
Transparantie over duurzaamheid
Om in 2050 klimaatneutraal te kunnen zijn er diverse afspraken gemaakt, zoals het Parijs-akkoord en de Green Deal. Een belangrijke voorwaarde voor deze transitie is het geven van inzicht in hoe duurzaam ondernemingen zijn.
Op deze manier kunnen investeerders of banken bepalen waar zij in investeren of aan wie zij kredieten verstrekken. Ook is het nuttig voor stakeholders die kijken naar de impact van de onderneming op haar eigen omgeving en de waardeketen. Denk aan klanten, toeleveranciers, werknemers en omwonenden.
De CSRD stelt hiervoor concrete regels. Deze richtlijn verplicht bedrijven om te rapporteren over hun impact op mens en milieu.
Waarover moet je rapporteren?
In de duurzaamheidsrapportage bekijk je je eigen onderneming vanuit twee invalshoeken: de impact ván en de impact óp je bedrijf. Hierbij gaat het over de werkelijke en potentiële impact, risico’s en kansen op het gebied van milieu, mens en bestuur – op korte, middellange en lange termijn.
Rapporteren doe je aan de hand van een aantal nieuwe Europese standaarden (de European Sustainability Reporting Standards, oftewel: ESRS).
De eerste set ESRS bestaat uit twee overkoepelende standaarden (ESRS 1 (Algemene vereisten) en ESRS 2 (Rapportage-eisen)) en tien duurzaamheidsrapportage standaarden die vallen onder de thema’s Environment (Milieu), Social (Sociaal) en Governance (Bestuur).
10 duurzaamheidrapportage standaarden
Milieu
- ESRS E1: Klimaatverandering
- ESRS E2: Verontreiniging
- ESRS E3: Water en mariene hulpbronnen
- ESRS E4: Biodiversiteit en ecosystemen
- ESRS E5: Materiaalgebruik en circulaire economie
Sociaal
- ESRS S1: Eigen personeel
- ESRS S2: Werknemers in de waardeketen
- ESRS S3: Getroffen gemeenschappen
- ESRS S4: Consumenten & eindgebruikers
Bestuur
- ESRS G1: Zakelijk gedrag
Je bent als bedrijf alleen verplicht om te rapporteren over duurzaamheidsthema’s die voor jou ‘materieel’ zijn (oftewel relevant omdat de impact op of van je bedrijf dermate groot is). Op basis van je dubbele materialiteitsanalyse ontdek je welke thema’s dit zijn. In de praktijk hoeven de meeste bedrijven niet over alle standaarden te rapporteren. Als je niets doet op een materieel thema, dan geef je dat aan.
Met de rapportage geef je enerzijds inzicht in de manier waarop je onderneming wordt geraakt door ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Aan de andere kant verstrek je informatie over de invloed van je onderneming op je omgeving.
Wie moet rapporteren?
De rapportageverplichting geldt vanaf boekjaar 2024 voor beursgenoteerde bedrijven die eerder ook al aan de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) moesten voldoen. Vanaf boekjaar 2025 wordt de duurzaamheidsrapportage ook verplicht voor grote bedrijven die voorheen buiten de NFRD vielen.
Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria:
- Het bedrijf heeft meer dan 250 werknemers;
- Het bedrijf heeft meer dan € 50 miljoen omzet per jaar;
- Het bedrijf heeft meer dan € 25 miljoen op de balans.
De wetgeving is vanaf 2026 ook van toepassing op het beursgenoteerde MKB. Het niet-beurs genoteerde MKB valt niet onder de CSRD-richtlijn, maar kan wel de effecten merken van de wetgeving. Dit gebeurt als zij zich in de waardeketen bevinden van een rapportageplichtig bedrijf en gevraagd worden om informatie aan te leveren.
Voor bedrijven die informatie nodig hebben van andere bedrijven, kan het lastig zijn om gelijk een compleet beeld te vormen. De richtlijn houdt hier rekening mee. Als het niet lukt om de volledige informatie te verkrijgen, is het toegestaan om (voorlopig) een schatting te maken.
10 belangrijke stappen ter voorbereiding
Valt jouw bedrijf (in de toekomst) onder de CSRD-richtlijn? Begin dan op tijd met het zetten van de eerste stappen!
Met dit 10-stappenplan kun je meteen aan de slag om je goed voor te bereiden:
1. Stel een multidisciplinair team samen
Vorm een team met experts uit verschillende disciplines, waaronder HR, inkoop, financiën, huisvesting, mobiliteit en strategie. Dit team kan zich richten op het verzamelen van (nieuwe) data en het ontwikkelen van aanvullend duurzaamheidsbeleid en KPI’s. Veel bedrijven hebben een basisrapportage ingericht, maar de CSRD vraagt ook bij koplopers aanvulling en verdieping.
2. Doe een achtergrondonderzoek
Afhankelijk van je producten en dienstverlening: doe gedegen achtergrondonderzoek naar inkoop- en afzetpraktijken, inclusief risico’s in het desbetreffende land, regio en sector. Gebruik tools zoals de MVO Risico Checker en analyseer audits, certificeringen en jaarverslagen om inzicht te krijgen in relevante materiële thema’s en vereiste datapunten volgens standaarden.
3. Praat met stakeholders
Ga in gesprek met stakeholders binnen en buiten de onderneming, met een focus op degenen die de grootste impact hebben op of ervan ondervinden. Stakeholders zoals klanten, toeleveranciers, werknemers en omwonenden moeten worden betrokken, mogelijk met behulp van tools van de SER.
4. Bepaal je drempelwaarden en je materiële thema’s
Bepaal objectieve criteria en rangorde voor de materiële thema’s die uit het achtergrondonderzoek en gesprekken met stakeholders naar voren komen.
Per thema moet je rapporteren:
- Wat je beleid is;
- Welke acties je daarop doet in het jaar dat je rapporteert;
- Welke indicatoren je gebruikt om de acties te meten;
- Of je bepaalde doelstellingen hebt op het thema.
Gebruik het principe van dubbele materialiteit om zowel de impact op als van het bedrijf te analyseren. In de CSRD-handreiking van de SER vind je hier meer informatie over.
5. Maak een verschillenanalyse
Voer een verschillenanalyse uit om te identificeren welke informatie en strategieën ontbreken voor CSRD-compliance. Het multidisciplinaire team kan een roadmap opstellen om ontbrekende informatie te verzamelen.
6. Stel een duurzaamheidsbeleid in of pas deze aan
Ontwikkel of pas een duurzaamheidsbeleid aan, gericht op de belangrijkste thema’s uit de materialiteitsanalyse. Ter inspiratie kun je kijken hoe andere bedrijven dit hebben gedaan, maar maak het wel passend voor de eigen situatie.
7. Creëer een strategie voor dataverzameling
Creëer een efficiënte dataverzamelingsstrategie voor CSRD, inclusief informatiebronnen, verantwoordelijkheden, kwaliteitscontroles en mogelijke systeemupdates.
8. Maak de duurzaamheidsrapportage
Ontwerp je duurzaamheidsrapportage volgens richtlijnen voor inhoud en vorm, zoals beschreven in handleidingen voor duurzaamheidsrapportage (pagina 24).
9. Check de duurzaamheidsrapportage bij je accountant
Laat je duurzaamheidsrapportage controleren door een externe accountant om de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid te verzekeren, inclusief validatie van de materialiteitsanalyse en verzamelde data.
10. Publiceer de rapportage
Publiceer je duurzaamheidsrapportage tijdig bij de Kamer van Koophandel (als onderdeel van je bestuursverslag), na goedkeuring door de externe accountant. Mogelijk moet je het ook delen op je eigen website, maar het is nog onzeker of dit verplicht wordt.
Wat als je niet of niet volledig voldoet?
Mocht je niet voldoen aan de regels uit de richtlijn, dan kan het zijn dat de accountant een beperkende verklaring afgeeft. Om deze reden is het extra belangrijk dat je zo vroeg mogelijk begint met je rapportage.
Als je alle informatie openbaar hebt gemaakt, maar je bedrijf niet volledig duurzaam is, voldoe je alsnog aan CSRD. Je laat namelijk wel zien hoe duurzaam je onderneming is, ook al is het beperkt.
Het niet op tijd of helemaal niet aanleveren van een duurzaamheidsrapportage wordt gezien als een economisch delict. Wat de gevolgen hiervan zijn is nog onbekend.
Meer weten?
De CSRD-richtlijn markeert een belangrijke verschuiving in de manier waarop bedrijven opereren en communiceren. Het dwingt bedrijven om verder te kijken dan alleen financiële winst en rekening te houden met hun impact op mens en milieu. Door transparantie en verantwoording af te leggen, kunnen bedrijven niet alleen voldoen aan wettelijke verplichtingen, maar ook bouwen aan vertrouwen en duurzame groei.
De SER-publicatie ‘CSRD en ESRS Vragen en antwoorden‘ biedt een goede handreiking voor de praktische uitwerking van deze duurzaamheidsverslaglegging. Binnen onze commissies Milieubeleidsgroep en netwerk Energie & Klimaat kunnen onderling ervaringen worden gedeeld. Mocht je meer willen weten over deze commissies of de gevolgen van de duurzaamheidsrapportage voor jouw organisatie, dan kun je contact opnemen met Jeroen.