Column Lotte de Bruijn: ‘Het grote thuiswerkexperiment’
De coronamaatregelen hebben een doorbraak in thuiswerken geforceerd. Noodgedwongen zijn we terechtgekomen in het grootste thuiswerkexperiment dat ooit heeft plaatsgevonden. Deze bijzondere situatie levert in potentie een schat aan data en inzichten op over de voor- en nadelen van het werken op afstand. Er ging dan ook geen week voorbij zonder een nieuw thuiswerkonderzoek dat de media haalde. Een greep uit de inzichten die ik de afgelopen maanden heb opgedaan.
Werken op afstand is here to stay! Ongeveer de helft van de Nederlanders staat positief tegenover thuiswerken en wil ook na de coronacrisis niet meer elke dag naar kantoor. De meest genoemde voordelen zijn de afwezigheid van reistijd en meer vrijheid om je tijd in te delen. Dat laatste lijkt ook nog eens goed te zijn voor ons slaapritme. Volgens slaapexperts botst de klassieke werkdag van 9 tot 5 voor veel mensen met hun natuurlijke bioritme. Meer ruimte om je dag zelf in te delen leidt tot betere nachtrust en meer productiviteit.
Over productiviteit gesproken: de angst dat thuiswerkers massaal gaan Netflixen of tuinieren lijkt ongegrond. Sterker nog: experts waarschuwen voor de drang om te overpresteren. Mensen voelen zich thuis sneller schuldig als ze even niet met werk bezig zijn en compenseren dat met meer uren en harder werken.
En dan zijn er nog de indirecte gevolgen van het massale thuiswerken. Minder files bijvoorbeeld. De RAI verwacht dat als de maatregelen niet meer gelden, er nog steeds 10 procent minder verkeer zal zijn door het toegenomen aantal thuiswerkers. Dat zal een flink deel van de files oplossen en bovendien leiden tot aanzienlijk minder CO2-uitstoot. De lucht is de afgelopen maanden sowieso veel schoner. Het KNMI zag een vermindering van 20 tot 60 procent van vervuilende stoffen.
Keerzijden zijn er ook. Mensen missen persoonlijk contact en afwisseling van omgeving. Voor sommigen is het lastig om werk en privé te combineren – met name voor mensen met kinderen. Managers vinden het lastiger om verbonden te blijven met hun team. Ook is er minder spontane interactie binnen en tussen teams, wat soms ten koste gaat van innovatie.
Voor mij is de belangrijkste conclusie dat we een structurele verandering hebben doorgemaakt. Na jarenlang discussiëren over de voor- en nadelen, hebben miljoenen Nederlanders het nu zelf kunnen ervaren. En de reacties zijn overwegend positief. Dat draai je niet meer terug. Nu de economie weer langzaam van het slot gaat, rijst dus de vraag hoe we de lessen uit het grote thuiswerkexperiment gaan borgen. Dit is het moment om met elkaar nieuwe afspraken te maken over hoe we werken op afstand structureel mogelijk gaan maken.
Thuiswerken moet daarom onderdeel worden van de herstelplannen voor de economie. Laat werkgevers en sociale partners nadenken over hoe we thuiswerken kunnen borgen. En laat de overheid kijken hoe we thuiswerken fiscaal en wettelijk aantrekkelijker kunnen maken. Het begon als noodgedwongen experiment, maar eindigt hopelijk met structureel schonere lucht, minder files en meer tevreden medewerkers. En dat is een prachtig resultaat!
Deze column is in juni 2020 verschenen in ICT Magazine.