Opinie: Digitale geletterdheid hoort in de nieuwe basis voor het onderwijs
De Onderwijsinspectie pleit er in een kritisch rapport voor om terug te keren naar de basis van het onderwijs. Een goed idee, maar maak digitale geletterdheid dan wel onderdeel van die basis, betoogt Lotte de Bruijn (directeur NLdigital en ambassadeur Human Capital Agenda ICT):
Het onlangs verschenen rapport “Staat van het Onderwijs” van de Onderwijsinspectie schetst in maar liefst 212 pagina’s een weinig hoopvol beeld van de stand van ons onderwijs. Het niveau van basisvaardigheden als taal en rekenen van onze jeugd gaat achteruit, op internationale ranglijsten lopen we steeds verder achter en de kloof tussen excellente en zwakke studenten wordt steeds groter. Voor een kenniseconomie als Nederland een zeer zorgwekkende situatie. De onderwijsinspectie pleit er daarom voor om terug te gaan naar de basis. Een goed idee. De hoognodige vernieuwing van het onderwijs is de afgelopen jaren steeds meer vastgelopen. Een terugkeer naar de basis biedt hopelijk weer ruimte en perspectief. Maar wat is die basis? Wat moet een kind nu leren om later baanperspectief te hebben en volwaardig te kunnen participeren in onze maatschappij? Wat mij betreft betekent terug naar de basis niet terug naar hoe het vroeger was. Het betekent terug naar een basis die minimaal nodig is om toekomstbestendig te zijn. En digitale geletterdheid is een onmisbaar onderdeel van deze nieuwe basis.
Participeren in de maatschappij en op de arbeidsmarkt
De onderwijsinspectie stelt dat elke leerling het onderwijs geletterd moet verlaten. Dat gaat verder dan kunnen lezen en schrijven. Geletterdheid betekent ook goed informatie kunnen verwerken om zelfstandig te kunnen participeren in de maatschappij. Informatie komt in de 21e eeuw binnen via apps, inboxen, streaming, games en platforms. Dus toekomstbestendige geletterdheid omvat naast taal ook digitaal. Een andere prioriteit van de Onderwijsinspectie is de nieuwe generatie klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Ook die is in toenemende mate digitaal. Veruit het grootste bedrijf op de Nederlandse beurs is chipmaker ASML. Scale-up Adyen is meer waard dan alle Nederlandse banken en verzekeraars bij elkaar. Overigens worden ook die banken en verzekeraars steeds meer een techbedrijf: zij draaien op digitale technologie. Ook in de zorg, de energiesector, de landbouw en tal van andere sectoren neemt de vraag naar digitale vaardigheden sterk toe. Voor een kennis- en diensteneconomie als Nederland is digitalisering het verdienvermogen van morgen. Daar hoort een beroepsbevolking bij die in hoge mate digitaal geletterd is.
De digitale kloof moet dicht
Tot slot waarschuwt de Onderwijsinspectie voor toenemende ongelijkheid. Ook hier is digitale geletterdheid van belang. Het is een misverstand dat alle kinderen tegenwoordig ‘automatisch’ digitaal vaardig zijn. De digitale kloof loopt dwars door de generaties heen. De coronacrisis heeft dit nog eens vergroot. Kinderen die van huis uit niet de vaardigheden of middelen hebben om digitaal onderwijs te volgen, lopen verdere achterstand op. De schoolkeuze bepaalt nu de mate waarin kinderen in aanraking komen met digitale geletterdheid. Rijkere scholen hebben hierin een groter aanbod dan scholen in achterstandswijken. Jongens melden zich vaker aan voor niet-verplichte digitale lessen dan meisjes. Zo lang digitale geletterdheid niet verplicht is, zal de kloof zo alleen nog maar groeien.
Nieuw kabinet moet investeren
Digitale geletterdheid is geen revolutionair concept. Landen om ons heen hebben deze stap al lang gemaakt. In Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Griekenland, Ierland, Italië, Litouwen, Polen, Portugal en Groot-Brittannië is digitale geletterdheid al onderdeel van het lesaanbod. De grote meerderheid van de Tweede Kamer ging bovendien al in 2017 akkoord met het verplicht opnemen van digitale geletterdheid in het curriculum. Vier jaar verder is daar nog niet eens een start mee gemaakt. Ook de scholen willen wel. Waar het vooral aan ontbreekt is tijd en middelen om de nodige vernieuwingen door te voeren. Het lesmateriaal moet worden aangepast en leraren moeten worden bijgeschoold. Dat lukt alleen als we ze hiervoor de ruimte bieden, zowel in tijd als financieel. Het rapport van de Onderwijsinspectie geeft aan dat veel leraren zich nu overvraagd voelen. Om überhaupt een nieuwe basis te kunnen leggen is er extra investering nodig van het nieuwe kabinet. Ik kan alleen maar hopen dat de formerende partijen het advies van de Onderwijsinspectie nog eens doorlezen voor ze de onderhandeling ingaan. De uitgelekte aantekeningen van de oud-verkenners Ollongren en Jorritsma zijn weinig hoopvol. Slechts enkele partijen hadden expliciet aandacht voor investering in het onderwijs. Dat kan en moet beter!