Verkiezingen 2023

Op 22 november 2023 zijn er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. En er staat wat op het spel! Nederland staat voor een aantal grote uitdagingen. Digitalisering is wat ons betreft geen doel op zich. Het is onderdeel van de oplossing voor praktisch alle grote uitdagingen van nu. Dat gaat niet vanzelf, we vragen om aandacht en investeringen om de kansen van digitale technologie te benutten. In aanloop naar de verkiezingen publiceren de verschillende politieke partijen hun verkiezingsprogramma’s. Wij hebben gekeken naar de rol die digitalisering speelt in deze programma’s.

Verkiezingsmatrix digitalisering

Wat zeggen politieke partijen over digitalisering?

Analyse partijprogramma’s

Leeswijzer: In onderstaand overzicht is telkens opgenomen wat politieke partijen letterlijk hebben geschreven in hun programma. Daarnaast is in cursief door NLdigital een waardering toegevoegd.

VVD

  • Ondersteunen leraren en schoolleiders bij digitale vaardigheden. We gaan door met de opstart van het expertisepunt digitale geletterdheid om leraren te ondersteunen met kennis over kunstmatige intelligentie en digitale vaardigheden. (p.31)
  • Onderwijs moet leerlingen voorbereiden op de maatschappij. Die voorbereiding begint met een goede basis in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Met toekomstgericht onderwijs zorgen we voor die basis. (p.32)

De VVD lijkt het vak digitale vaardigheden als basisvaardigheid te willen doorvoeren in het curriculum, maar noemt dit niet expliciet waar taal en rekenen dat wel worden gedaan. Om die onduidelijkheid weg te nemen raden we de VVD aan dit explicieter in hun definitieve partijprogramma te zetten. Verder is het positief dat de VVD ervoor wil zorgen dat leraren digitale vaardigheden onderwezen krijgen.

SP

Er wordt geen aandacht gegeven aan digitale geletterdheid of digitale vaardigheden in het onderwijs. Ook geen aandacht voor digitalisering van het onderwijs.

GL/PVDA

  • Verantwoorde digitalisering op scholen. Onderwijsinstellingen moeten scherp zijn op de digitale kloof. Zij moeten daarvoor garanderen dat elke jongere voldoende geletterd en gecijferd het onderwijs verlaat. We stellen scherpe richtlijnen op over de toegestane soft- en hardware en stimuleren coöperatieve of publieke alternatieven voor digitaal onderwijs. Het gebruik van surveillance software in het onderwijs wordt verboden. Mediawijsheid en kennis van digitalisering zijn belangrijke democratische burgerschapsvaardigheden die een essentieel onderdeel vormen van het kerncurriculum van het onderwijs. Daar komt permanent aandacht voor in bijscholing van leraren. (p. 57)

Goede aandacht voor digitalisering op school en hoe verkeerde digitalisering ongelijkheid in de kaart kan spelen. Daarnaast lijkt digitale geletterdheid ook als basisvaardigheid aangemerkt te worden, maar dit kan specifieker benoemd worden.  

CDA

  • Het beheersen van de basisvaardigheden is nog niet op orde. We willen dat het budget voor het verbeteren van de basisvaardigheden rechtstreeks naar de scholen gaat die het nodig hebben. In samenwerking met bibliotheken komt er een onderwijsbreed leesoffensief om achterstanden weg te werken en de ‘lol in lezen’ terug te krijgen. Laaggeletterdheid verdient structurele aandacht.

Het CDA benoemt dat digitale geletterdheid structurele aandacht verdient. Verder benoemt het CDA wel dat de basisvaardigheden op orde moeten zijn, maar gaat niet in op wat die zijn. Wij zouden graag zien dat digitale geletterdheid expliciet als basisvaardigheid genoemd wordt. Desondanks beoordelen we de inzet van het CDA als positief.  

BBB

  • Op alle onderwijsniveaus, te beginnen in het basisonderwijs dient voorlichting over de digitale samenleving plaats te vinden. Deze moet zowel aan docenten als aan leerlingen gegeven worden. De overheid heeft een rol om informatie over diverse onderwerpen zoals AI, social media gebruik en andere zaken te verstrekken.
  • Het aanleren van digitale geletterdheid in het onderwijs is essentieel om ervoor te zorgen dat alle leerlingen de vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om effectief en zelfverzekerd te kunnen navigeren in een steeds veranderende technologische samenleving. (p.78)
  • We zetten ons in om datageletterdheid een kernonderdeel te maken van het onderwijs op alle niveaus, zodat elke student wordt voorbereid op de data-gedreven toekomst (p.84)

Goede aandacht voor digitale geletterdheid voor zowel leerlingen als leraren. Waarbij er extra uitgelicht wordt dat er voorlichting moet komen over de digitale samenleving. Daarnaast wordt datageletterdheid genoemd als kernonderdeel van het onderwijs. 

ChristenUnie

  • “Bouwen op basisvaardigheden. Een goede beheersing van taal en rekenen geeft een belangrijke basis aan leerlingen. Deze dienen gedurende de hele schoolcarrière onderhouden te worden, mede in samenhang met het onderwijsaanbod in andere leergebieden en vakken. De overheid respecteert dat de uitvoering in handen is van scholen. De subsidie voor basisteams wordt omgezet in een uitkering aan scholen, zodat eigen keuzes mogelijk zijn. (p. 32)”

ChristenUnie benoemt helaas nergens digitale geletterdheid of vaardigheden in het partijprogramma en geeft alleen taal en rekenen op als basisvaardigheden. Daarnaast is er geen aandacht voor het aanleren van digitale vaardigheden of geletterdheid voor docenten. Daarom beoordelen we dit als onvoldoende.

PvdD

  • Kritisch denken, digitale vaardigheden (inclusief digitale veiligheid) en mediawijsheid worden aangescherpt en opgenomen in de kerndoelen en eindtermen. Scholieren leren zo om te gaan met internet en andere media. Zo leren leerlingen onder andere nepnieuws herkennen. (p. 66)

Goede aandacht voor digitale vaardigheden in de klas en scherp neergezet als kerndoel. Helaas geen aandacht voor digitale vaardigheden in de lerarenopleiding en digitalisering in en van het klaslokaal. 

Volt

  • We stellen digitale leermiddelen in het onderwijs gratis beschikbaar, zodat het niet uitmaakt of de school voldoende financiële middelen en digitale kennis in huis heeft voor de aanschaf en het ook niet uitmaakt of ouders de financiële middelen hebben. Daarnaast kan er beter toezicht gehouden worden op de digitale veiligheid en privacy als de overheid de digitale leermiddelen beschikbaar stelt. (p.65)
  • Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs. Volt pleit voor de ontwikkeling van een nationale strategie. (p.65)
    We maken digitale vaardigheden een kerncompetentie in het primair en voortgezet onderwijs. (p.112)

Zeer sterke inzet. Volt pleit er duidelijk voor dat digitale geletterdheid als basisvaardigheid opgenomen moet worden in het funderend onderwijs. Daarnaast geven ze ook expliciet aan dat digitale devices gratis aangeboden moeten worden in het onderwijs om zo de kansenongelijkheid tegen te gaan. De inzet van Volt zou nog sterker zijn als ze ervoor zouden pleiten dat digitale digitale geletterdheid onderdeel wordt van de lerarenopleiding.

D66

  • Op de basisschool en de middelbare school leer je de basis om mee te kunnen doen in de samenleving en om altijd verder te leren. Ieder kind leert daar de basisvaardigheden van lezen, schrijven en rekenen. We hebben daarnaast veel aandacht voor digitale vaardigheden en burgerschap. (p. 94)
  • We verbeteren de invulling van onderwijs in digitale vaardigheden – met aandacht voor kunstmatige intelligentie, programmeren en kritisch denken over privacy en ethiek. (p. 95)

D66 ziet ruimte voor verbetering van onderwijs in digitale vaardigheden, maar ziet digitale geletterdheid duidelijk niet als basisvaardigheid. Daarnaast is er geen aandacht voor het onderwijzen van digitale vaardigheden aan leraren. Door het ontbreken van beide punten beoordelen we de inzet van D66 als onvoldoende.

PVV

  • Door alle zogenaamde vernieuwingen is er steeds minder aandacht voor de kernvakken taal en rekenen en wordt kostbare onderwijstijd verspild aan allerlei modieuze maatschappelijke zaken. (p.32)
    Taal en rekenen weer centraal (p.34)

Geen aandacht voor digitale geletterdheid, maar alleen Taal en Rekenen worden als kernvakken aangemerkt. Daarom zien we dit als onvoldoende.

NSC

  • “Aandacht voor digitale geletterdheid bij burgers en bedrijven.” (p.60)
  • “Al vanaf de basisschool is er aandacht voor digitale vaardigheden. Ook voor volwassenen en bedrijven moet er educatie beschikbaar zijn, onder meer via openbare bibliotheken, om de digitale vaardigheden te vergroten.” (p.60)

We hadden het graag ook bij het basisonderwijs benoemd gezien. Maar de expliciete ambitie om vanaf de basisschool aandacht te hebben voor digitale vaardigheden kunnen we alleen maar interpreteren als steun voor opnemen digitale geletterdheid als basisvaardigheid. Dikke voldoende.

VVD

  • Met een persoonlijk ontwikkelingsbudget en een omscholingsfonds maken we het makkelijker voor mensen om zich gedurende hun loopbaan te laten om- of bijscholen. Met de Werkgarantie en werk-naar-werk trajecten leiden we mensen naar nieuw werk in sectoren die kampen met personeelstekorten (lees het uitgebreidere programmapunt bij ‘Baanzekerheid met betere beloning en bescherming’). (p. 23)
  • Een leven lang ontwikkelen wordt de norm. Bij- en omscholing zijn essentieel voor persoonlijke ontwikkeling en economische groei. Publiek bekostigde instellingen worden verplicht om hun onderwijsaanbod beschikbaar te stellen aan volwassenen en werkenden. De prioriteit ligt bij tekortberoepen, mbo en mkb. Oud-studenten behouden na afstuderen vijf jaar toegang tot lesmateriaal en andere leermiddelen. (p. 34)
  • De meeste zzp’ers kiezen weloverwogen en bewust voor het zelfstandige ondernemerschap en werken voor eigen rekening en risico. De overheid moet hen niet onnodig in de weg zitten. Tegelijkertijd is schijnzelfstandigheid een reëel probleem. Wie in alles een werknemer is, moet ook gewoon een arbeidscontract krijgen. We verduidelijken daarom de regels, waarbij evidente zzp’ers buiten schot blijven. Bij de handhaving richten we ons in eerste instantie op risicosectoren. We werken toe naar een aparte rechtsvorm voor zzp’ers, om iedere zelfstandige ondernemer op voorhand duidelijkheid te kunnen bieden. En we blijven de positie van zzp’ers in de polder versterken (p. 39)

Goede inzet. De VVD heeft oog voor het arbeidskrapteprobleem en stimuleert een leven lang leren. Daarnaast laat het genoeg ruimte aan zzp’ers die bewust kiezen voor een zelfstandig werkend bestaan.

SP

  • We voorkomen dat mensen gedwongen als zelfstandige aan de slag moeten, zoals in de bouw, de zorg of bij bedrijven als Uber. De handhaving hierop wordt flink opgeschroefd. Voor ZZP’ers verbeteren we de sociale zekerheid, onder meer door het recht op een goed pensioen en een collectieve verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. We stoppen met de uitbuiting van werknemers, door een einde te maken aan alle vormen van onzekere arbeidscontracten, zoals nulurencontracten. (p. 19)
  • We maken het aantrekkelijk om een leven lang bijscholingen te volgen, bij voorkeur aan een mbo, hogeschool of universiteit. (p. 21)

Geen aandacht voor de nijpende arbeidskrapte of een oplossing hiervoor. Minimale aandacht voor een leven lang leren, zonder concreet voorstel. Werkgevers worden gedwongen tot regelingen voor zzp’ers, waar de digitale sector ervoor pleit dat zzp’ers dit zelf moeten kunnen bepalen.

GL/PVDA

  • Persoonlijke ontwikkeling houdt nooit op (p.59)
  • Iedereen kan een leven lang leren. Iedereen die zestien jaar wordt krijgt een ontwikkelingsbudget dat het hele leven gebruikt mag worden om een opleiding of cursus te volgen. We leren van de ervaringen met het STAP-budget door alle opleidingen en cursussen vooraf te toetsen op hun professionele en maatschappelijke waarde. (p.59)
  • Toegankelijk publiek volwassenonderwijs. Bij het terugdringen van ongeletterdheid en laaggeletterdheid, het aanleren van digitale vaardigheden maar ook bij onze moderne samenleving die vraagt om steeds langer te werken, hoort een aanbod waarmee mensen zich een leven lang kunnen blijven ontwikkelen en dus om- en bijscholen. (p. 59)

Goede aandacht voor een leven lang ontwikkelen met concrete voorstellen. Er wordt expliciet benoemd dat volwassenen onderwezen moeten worden in digitale vaardigheden en de mogelijkheid krijgen om zich om- en bij te scholen.

CDA

  • Leren is allang niet meer een kwestie van schoolgang in de jonge jaren en hooguit af en toe wat bijspijkeren tot je pensioen. Toch is ons onderwijsstelsel nog helemaal vanuit die geest ingericht. Daarom moet een grondige, tijdige vernieuwing van dat stelsel aangepakt worden. Iedereen krijgt een Persoonlijk Ontwikkel Budget. Mbo, hbo en wo krijgen bij wet de maatschappelijke opdracht om gevalideerd leven lang ontwikkelen aan te bieden. Werkgevers, werknemers, overheid en het onderwijsveld sluiten een pact voor leven lang ontwikkelen. Dat zorg ervoor dat elke werknemer zich gedurig kan ontwikkelen en dat werkzoekenden snel in leer-werktrajecten worden opgenomen. Feitelijk schaffen we zo de werkloosheid af. (p. 42)
  • De flexibilisering op de arbeidsmarkt is doorgeslagen. Te veel mensen werken als schijnzelfstandige, op onzekere oproepcontracten of hebben twee flexbaantjes nodig om fatsoenlijk rond te kunnen komen. Er zijn al belangrijke afspraken gemaakt tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en het kabinet. We zetten deze hervormingen door, zodat de vaste baan weer de norm wordt en mensen meer zekerheid krijgen over hun werk en een fatsoenlijk inkomen. De afspraken moeten er ook voor zorgen dat het voor werkgevers aantrekkelijk wordt om mensen in vaste dienst te nemen. Modern werkgeverschap moet worden gestimuleerd. (p. 20)

Het CDA geeft ruim aandacht aan Leven Lang Ontwikkelen en met name de doorvoering van een Persoonlijk Ontwikkel Budget stimuleert dit. Verder houdt het CDA oog voor de positie van zzp’ers. We willen wel benadrukken dat de ICT-sector ook nog als tekortsector benoemd moet worden. Op dit moment worden alleen Techniek en Zorg opgevoerd als tekortsectoren.

BBB

  • Binnen het onderwijs in Nederland dient meer aandacht komen voor kwalitatief goed volwassenenonderwijs dat voor iedereen in Nederland toegankelijk is. Dit is ook van belang voor de bijscholing en omscholing in het kader van een ‘leven lang leren’ (p. 77)
  • BBB is van mening dat de Rijksoverheid een grotere verbinding tussen de wetenschap, ons onderwijs en het bedrijfsleven dient te stimuleren. Deze verbinding en samenwerking kan wat ons betreft (nog) beter. Dit door ook de specialisten uit de praktijk en het bedrijfsleven hierbij te betrekken. In het Topsectorenbeleid is dit al goed zichtbaar. (p. 80)
  • We stimuleren ook een betere verbinding tussen Hogescholen en onze (MKB-) bedrijven in Nederland bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering en verduurzaming. Op deze wijze wordt op een natuurlijke manier ook gebruik gemaakt van de praktische kennis van onze vaak innovatieve bedrijven en zijn zij betrokken bij en op de hoogte van dit onderzoek (p. 80)
  • Meer flexibiliteit in vaste arbeidscontracten en minder verschillen tussen vast en flex/ZZP zijn nodig (p. 43) Wij willen het verschil in belastingdruk tussen personeel in vaste dienst en ZZP’ers verkleinen, zodat het aantrekkelijker wordt om mensen in vaste dienst aan te nemen (p. 52)

Zeer goede inzet. De BBB stimuleert duidelijk een leven lang ontwikkelen, wat nodig is voor de huidige en toekomstige arbeidsmarkt. Daarnaast zet de BBB nog een stap verder in de goede richting door expliciet te noemen dat hogescholen en bedrijven meer moeten samenwerken op het gebied van digitalisering.

ChristenUnie

  • “Zekerheid voor werknemers betekent minder flexibele en meer vaste banen. Ook wil de ChristenUnie een bezinning op goed werk dat bijdraagt aan een meer duurzame economie en samenleving”. (p. 39)
  • “ZZP’ers weer echte ondernemers. De verschillen tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst worden verkleind. Er komt een verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. We zien te veel zzp’ers die ondernemer lijken, maar schijnzelfstandige zijn (al dan niet gedwongen). Zij zijn vaak onvoldoende beschermd tegen arbeidsongeschiktheid en bouwen vaak te weinig reserves op voor een goed pensioen.” (p. 45)
  • “Maak goede bijscholing mogelijk. Met name voor werkenden met een beroepsopleiding moet bijscholen aantrekkelijker worden. Hun scholingskansen worden gelijkgetrokken met die van theoretisch geschoolden. Dat zorgt voor een betere positie op de arbeidsmarkt, zeker ook voor 50-plussers. Er komt een publiek-privaat bekostigde infrastructuur voor loopbaanbegeleiding en scholingsadvies, waar iedereen een beroep op kan doen tijdens de zoektocht naar nieuw werk. Hierbij worden nadrukkelijk de lessen meegenomen van het STAP-budget, dat ook gebruikt werd voor twijfelachtige cursussen met weinig maatschappelijk toegevoegde waarde.” (p. 48)

ChristenUnie krijgt het voordeel van de twijfel. Er is veel aandacht voor de rol van zzp’ers op de arbeidsmarkt. CU pleit ervoor dat de maatregelen waarover overeenstemming is bereikt doorgevoerd worden. Daarom beoordelen we dit als positief. Daarnaast heeft CU aandacht voor bijscholing van werkenden, al is dit minimaal. We zouden graag zien dat de CU stelling inneemt over een Leven Lang Ontwikkeling voor de beroepsbevolking.

PvdD

  • Een leven lang ontwikkelen. (p. 64)
  • We beperken het aantal verschillende arbeidscontracten tot vaste en tijdelijke contracten voor regulier werk, het uitzendcontract om ziekte of grote drukte op te vangen, en het zelfstandigencontract voor zzp’ers.
    Uitzendkrachten krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als andere werknemers. We bestrijden schijnzelfstandigheid en het dwingen van medewerkers om zzp’er te worden. (p. 46)

Een leven lang ontwikkelen wordt gebruikt als ondertitel voor het hoofdstuk over Onderwijs, maar er wordt niet op ingegaan wat dit voor de beroepsbevolking betekent. Verder richt de PvdD zich op het beperken van zzp’ers, waar het voor de digitale sector van belang is dat zzp’ers dit zelf kunnen bepalen. 

Volt

  • De grote arbeidstekorten in cruciale maatschappelijke sectoren vormen de achilleshiel van ons land en ons continent. Denk aan de tekorten in het onderwijs, in de ict, in de zorg, en in de techniek. (p. 99)
  • We zorgen ervoor dat vaste arbeidscontracten de norm blijven en we zorgen ervoor dat zzp’erschap goed mogelijk blijft. (p. 99)
  • We stimuleren om- en bijscholing naar cruciale sectoren zoals zorg, ICT, onderwijs en techniek door scholingsbudgetten hiervoor gericht in te zetten. (p. 99)
  • We starten een grootschalige, landelijke wervingscampagne om meer personeel aan te trekken voorsectoren met grote tekorten, zoals techniek en ICT. (p. 99)
  • Mensen zijn vrij om hun zelfstandigheid te behouden wanneer zij bewust kiezen voor het zzp’erschap. Zij dragen bij aan een goed socialezekerheidsstelsel door premies te betalen, zodat zij verzekerd zijn tegen ziekte, ongevallen en werkloosheid. Solidariteit is voor Volt het uitgangspunt. (p. 98)

Zeer goede inzet van Volt. Ze benoemen allereerst ICT als kraptesector en sturen aan op om- en bijscholing naar de ICT-sector. Daarnaast wil Volt een landelijke wervingscampagne om mensen voor de ICT-sector aan te trekken, wat sterk zal bijdragen aan meer ICT’ers. Ook hun inzet ten opzichte van zzp’ers draagt bij aan een sterkere digitale sector. Omdat ze genoeg ruimte geven aan zzp’ers die bewust kiezen voor zelfstandigheid. Wel zouden we graag zien dat Volt ook stelling inneemt over een leven lang ontwikkelen. Dit wordt nu nergens benoemd.

D66

  • Als je start op de arbeidsmarkt, krijg je van de overheid een persoonlijk leerbudget mee. De hoogte daarvan is gebaseerd op de kosten van de opleiding die je eerder hebt gevolgd. Als je een mbo-opleiding hebt gedaan, krijg je meer mee dan iemand die een bachelor op de universiteit heeft afgerond. Zo investeren we in iedereen. (p. 35)
  • Bij het nieuwe persoonlijk leerbudget hoort ook een periodieke arbeidsmarktscan (PAS), aangeboden door de overheid en sociale partners samen. Deze geeft inzicht in iemands ontwikkeling en mogelijkheden om over te stappen naar een andere sector, bijvoorbeeld om zo gezond de pensioenleeftijd te kunnen halen. Dit maakt het nog makkelijker om het persoonlijk leerbudget op een goede manier in te zetten. Met een skillspaspoort wordt makkelijker inzichtelijk gemaakt wat mensen allemaal kunnen. (p. 35)
  • Er komt samen met werkenden, ondernemers en de overheid een landelijke krapteaanpak. Door onder andere het aantrekkelijker maken van opleidingen, het makkelijker maken van verzilveren van eerder opgedane (werk)ervaring en het verbeteren van secundaire arbeidsvoorwaarden en ontwikkelingsmogelijkheden ondersteunen we verschillende sectoren. Te beginnen in het onderwijs, de zorg en in de techniek. (p. 36)

D66 heeft veel aandacht voor de arbeidsmarkt en de krapte. Zo is er een zeer sterke inzet op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen, waarbij ze pleiten voor een persoonlijk leerbudget. Helaas wordt ICT niet benoemd als kraptesector die als eerste gesteund moet worden in hun ‘landelijke krapteaanpak’. Wellicht zien ze ICT als onderdeel van Techniek, maar we zouden graag zien dat de ICT-sector hier expliciet genoemd wordt. Door de uitgebreide inzet op de arbeidsmarkt beoordelen we dit desondanks als goed.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • “Inmiddels werkt zo’n 40% van de beroepsbevolking op basis van een tijdelijk contract, als uitzendkracht of zelfstandige. Voor zelfstandigen bestaan er geen inkomensgerelateerde uitkeringen bij het verlies van werk of bij arbeidsongeschiktheid. Wij willen dat er een publieke basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid komt voor alle werkenden, zoals is voorgesteld door de commissie Regulering van Werk (2020). Over de vormgeving en uitwerking vindt overleg plaats met alle betrokken partijen.” (p.15)

    “Een leven lang ontwikkelen
  • Je bent nooit klaar met leren. Een ‘leven lang ontwikkelen’ moet het nieuwe normaal worden; werkenden zullen de ontwikkelingen op hun vakgebied actief moeten volgen en hun vaardigheden en kennis moeten bijspijkeren. We hebben iedereen nodig en werkenden moeten duurzaam inzetbaar blijven.
  • Alle werkenden krijgen daarom een persoonlijk ontwikkelbudget, dat hen in staat stelt om zich persoonlijk te blijven ontwikkelen. Dit vraagt om een leercultuur binnen bedrijven en instellingen en om concrete afspraken over de voeding van het persoonlijke ontwikkelbudget voor training en scholing (bijvoorbeeld in plaats van de verplichte afdrachten aan O&O-fondsen). Het beroepsonderwijs zal een scholingsaanbod moeten ontwikkelen dat goed aansluit op de behoefte van de werkvloer.
  • Transitievergoedingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, te weten de transitie van werk naar werk, en worden daarom gestort in het persoonlijk ontwikkelbudget. Dit budget is inzetbaar voor omscholing, verdieping en begeleiding.
  • Het STAP-budget komt niet meer terug. Scholingsvouchers van het UWV/gemeenten kunnen gericht worden ingezet als het persoonlijk ontwikkelbudget niet toereikend is.” (p.37)
    “De weg naar een toekomstbestendige en eerlijke arbeidsmarkt is gewezen door de commissie Regulering van Werk (2020). Wij beschouwen deze adviezen als de basis voor een nieuw sociaal contract tussen werkgevers, werknemers en zelfstandigen. Dit betekent dat normale dienstverbanden de norm worden. Uitzendarbeid is voorbehouden voor ‘piek en ziek’ en zelfstandigen krijgen duidelijkheid over de kaders waarbinnen zij kunnen ondernemen. De fiscale en sociale behandeling van werknemers, uitzendkrachten en zelfstandigen wordt zo veel mogelijk gelijkgetrokken, zodat uitzendbureaus en zelfstandigen niet met werknemers concurreren op arbeidsvoorwaarden. Het ontslagrecht wordt toekomstbestendig en rechtszekerheid geborgd voor werkenden en werkgevers.” (p.39)
    “De bestaande Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) moet van tafel, omdat het stelsel om verkapte dienstverbanden tegen te gaan in de praktijk niet werkt. Er moeten heldere en meetbare criteria komen voor de relatie tussen zelfstandigen zonder personeel en hun opdrachtgevers. Deze criteria moeten zekerheid bieden voor alle betrokken partijen en handhaafbaar zijn voor toezichthoudende instanties (Belastingdienst, Arbeidsinspectie).” (p.39)

NSC heeft mooie inzet op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen, waarbij ze pleiten voor een persoonlijk leerbudget. Helaas wordt ICT niet benoemd als sector met aandacht vanuit beroepsonderwijs, waar wel aandacht is voor techniek en zorg. We zien ook herhaalde aandacht voor de positie van zzp’ers. Alhoewel deze vorm niet volledig afgewezen wordt, lezen we helaas meer over inperken en extra verplichtingen.

VVD

Geen aandacht voor dit onderwerp.

SP

Geen aandacht voor dit onderwerp.

GL/PVDA

  • Digitale inclusie. We maken ons sterk voor een overheidsbrede aanpak van digitale inclusie, met maatwerk voor verschillende kwetsbare groepen. Daaronder valt ook de bevordering van mediawijsheid bij jong én oud. (p. 70)

Goede aandacht. We beoordelen het als positief, maar missen een concreet voorstel hoe dit te realiseren. 

CDA

Geen aandacht voor dit onderwerp.

BBB

  • Zowel fysiek als online, omdat we in deze tijd ook moeten erkennen dat veel mensen de weg niet vinden in de digitale wereld. Steeds dezelfde groepen mensen ervaren minder toegang in de systemen die onze samenleving van ons allemaal maken. Zowel de overheid als het bedrijfsleven moeten zorgen voor gelijkwaardige toegang tot alle maatschappelijke en politiek-bestuurlijke systemen. (p. 29)
  • Snel internet via kabel en mobiel: beschikbaar voor iedereen in stedelijke gebieden, dorpen en buitengebieden. (p. 30)
  • Ook dienen we zeker te stellen dat alle mensen in Nederland optimaal mee kunnen in deze technologische ontwikkelingen en dus kunnen profiteren van de kansen. Tegelijkertijd dient men zich bewust te zijn van de mogelijke risico’s en gevaren van oneigenlijk gebruik van alle technologische mogelijkheden. Op dit vlak zien we een belangrijke rol voor ons onderwijs en voor onze wetenschap in samenwerking met ons bedrijfsleven (p. 83)

Goede aandacht voor dit onderwerp. Los van toegankelijk internet voor iedereen missen er alleen concrete voorstellen om digitale inclusie te bevorderen. Dit zouden we in een definitief programma graag zien terugkomen.  

ChristenUnie

  • “Leermiddelen blijven gratis. Schoolboeken blijven gratis in het voortgezet onderwijs. Daarbij worden ook digitale leermiddelen (devices) en grafische rekenmachines betrokken. Er worden afspraken gemaakt met uitgevers voor het hergebruik van boeken. Het uitgeven van schoolboeken moet doelmatig zijn en niet gericht op een optimaal verdienmodel van uitgevers”. (p. 31)

Goede aandacht vanuit de ChristenUnie, omdat ze expliciet benoemen dat digitale devices gratis moeten worden in het voortgezet onderwijs. Dit zien wij als sterke bevordering van digitale inclusie en kansengelijkheid. Daarom beoordelen we dit als goed.

PvdD

Geen aandacht voor dit onderwerp.

Volt

  • Iedereen moet meedoen in onze samenleving. Daarvoor is nodig dat de digitale wereld voor iedereen beschikbaar en toegankelijk is. Daarom willen we dat iedereen over voldoende digitale vaardigheden beschikt om informatie te vinden en op waarde te schatten, en om goed te communiceren met de overheid en met elkaar. (p. 112)
  • De beschikbaarheid van digitale middelen als laptops, computers en smartphones moet omhoog. Bijvoorbeeld via onderwijsinstellingen of het instellen van zogenaamde Cyberbanken (zoals in Amsterdam). (p.112)

Goede aandacht voor digitale inclusie. Volt weidt een hoofdstuk aan dit onderwerp met enkele concrete voorstellen, zoals het beschikbaar stellen van digitale middelen. Via Allemaal Digitaal gebeurt dit al en we zouden graag zien dat Volt dit als instrument neemt om dit uit te voeren.

D66

  • Digitale inclusie staat centraal binnen de digitale overheid. (p. 192)
  • Digitale inclusie staat centraal bij de steeds verder digitaliserende overheid. Persoonlijk, offline contact met de overheid blijft altijd mogelijk. Bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de eerste levensbehoeften, zoals energiebedrijven, banken, verzekeraars en pensioenfondsen, blijven zorgen voor persoonlijke communicatie en ondersteuning van mensen. (p. 194)
  • Leerlingen moeten gelijke toegang hebben tot leermiddelen. D66 wil een tegemoetkoming voor lage inkomens in de kosten voor schoolboeken én voor digitale apparaten. Tegelijkertijd stimuleren we een eerlijke markt voor schoolboeken en digitale apparaten, waarop er keuzevrijheid is voor leraren en boeken en apparaten duurzaam worden gebruikt. (p. 98/99)

D66 heeft aandacht voor digitale inclusie in de context van de digitale overheid, maar heeft geen aandacht het vergroten van digitale inclusie in de algemene zin. Daarnaast benoemt D66 dat leerlingen uit gezinnen met lage inkomens een tegemoetkoming krijgen voor digitale apparaten. Dit is een goede stap. Maar we zouden graag zien dat digitale apparaten gratis worden als onderdeel van de Wet Gratis Schoolboeken. Het is geen optimale inzet, maar we beoordelen het als positief.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • “Veel ouderen en mensen uit kwetsbare groepen hebben door digitale ongeletterdheid last van een vorm van digi-stress. Het is onredelijk om te verwachten dat alle mensen volledig mee kunnen komen in de digitale samenleving. Daarom moeten er bij elke vorm van overheidsdienstverlening niet-digitale contactmogelijkheden blijven.” (p.60)
  • “Al vanaf de basisschool is er aandacht voor digitale vaardigheden. Ook voor volwassenen en bedrijven moet er educatie beschikbaar zijn, onder meer via openbare bibliotheken, om de digitale vaardigheden te vergroten.” (p.60)

De NSC heeft aandacht voor het thema digitale toegankelijkheid en heeft een voorstel om digitale vaardigheden over de volle breedte van de maatschappij te verhogen. We beoordelen dit voorstel daarom positief.

VVD

  • Europa, ook Nederland, dreigt te ver achterop te raken ten opzichte van de VS en de sterke Aziatische landen. (p.8)
    We willen een gelijk speelveld in de EU voor alle bedrijven. Alleen dan is Europees ondernemen mogelijk. Daarom moeten strengere nationale koppen bovenop EU-wetgeving vermeden worden en zetten we in op EU-wetgeving die de Europese interne markt verder harmoniseert. (p.48)

NLdigital is het met de VVD eens dat Europa en daarmee ook Nederland achterop dreigt te raken. Net als de VVD menen wij ook dat er binnen de EU een gelijk speelveld moet zijn en daarom moeten nationale koppen worden vermeden.

SP

  • We willen samenwerken in Europa, voor onder meer de aanpak van internationale criminaliteit, een goede opvang van vluchtelingen en een effectief klimaatbeleid.

De SP spreekt in haar programma over Europees samenwerken, maar ze laten de kans liggen om hier te spreken over Europese samenwerking rondom digitalisering. Zeker omdat digitalisering niet stopt aan de grens.

GL/PvdA

  • Strategische autonomie van Europa vereist ook technologische macht. De sterke afhankelijkheid van buitenlandse platforms, software en hardware stelt Europa bloot aan Chinese spionage, economische dwang en Amerikaans surveillancekapitalisme. Wij willen dat de EU haar schaalgrootte benut om technologie te ondersteunen, te ontwikkelen en aan regels te verbinden die recht doen aan Europese waarden. We zetten daarom in op betrouwbare opensourcesoftware én -hardware en een cloud waarin onze data veilig zijn. Wat betreft kunstmatige intelligentie zijn onze mensenrechten leidend. (p16)

Het is goed dat GL/PvdA de schaalgrootte van de EU wil benutten om technologie te ondersteunen, te ontwikkelen en aan regels te verbinden die recht doen aan Europese waarden. Maar NLdigital pleit voor een open digitale strategie waarbij partijen niet uitgesloten worden omdat ze niet Europees zijn.

CDA

  • Op Europees niveau investeren we in de economie van de toekomst. In bijvoorbeeld Artificial Intelligence, fotonica, quantumtechnologie en biotech. Nederland neemt actief deel in Europese initiatieven en samenwerkingsverbanden die de economie van de toekomst versterken. (p. 33)

NLdigital is positief over de internationale focus. Als er in elk land weer andere regels gaan gelden is dat niet werkbaar.

BBB

  • Voor de afzonderlijke lidstaten is de Europese interne markt een poort tot welvaart. Noodzakelijk is daarvoor wel dat extra, nationale regels bovenop Europese richtlijnen tot het verleden gaan behoren. (p.110)

De BBB komt hier met een goed punt wat NLdigital betreft. Voor de digitale sector is de Europese wet- en regelgevingstrein de afgelopen jaren duidelijk op stoom gekomen. Voor de digitale sector is het essentieel dat regels uniform zijn in de lidstaten van de EU.  

ChristenUnie

  • Scherp de nationale controle op Europese besluitvorming aan. Het Nederlandse parlementaire stelsel is onvoldoende ingesteld op de intensieve Europese samenwerking die is ontstaan. Daardoor schiet de nationale parlementaire controle op Europese besluitvormingsprocessen tekort. De bevoegdheden en afspraken over de controle van Europese besluitvorming leggen we vast in een Europawet. Er komt een gezamenlijke Europacommissie, samengesteld uit leden van de Eerste en Tweede Kamer, die tot taak heeft het handelen van de Nederlandse regering in Europa intensiever te controleren.

Hoewel de Europa wet meer uitleg nodig heeft beoordelen we dit als positief, want ChristenUnie pleit hier dat Nederland Europees scherper op de bal moet zitten. Dit is iets dat wij als NLdigital toejuichen.

PvdD

Europa komt dertig keer voor in het conceptprogramma van de PvdD. Maar geen enkele keer in combinatie met digitalisering. Hier laat de partij wat NLdigital betreft echt een kans liggen de single market te benutten om zo een positieve impact te maken met digitalisering.

Volt

  • Om digitale autonomie in Europa te bereiken richten we een EU-Tech Fund op, gericht op het aanjagen van nieuwe, ethisch verantwoorde digitale technieken en andere technologische innovaties. (p.20)
  • Een gezamenlijke Europese begroting, waarbij de inkomsten en uitgaven worden gecontroleerd door het Europees Parlement. Een belangrijke stap daar naartoe is het oprichten van pan-Europese begrotingsfondsen. Dit zijn fondsen die gebruikt worden voor de grote gezamenlijke uitdagingen: het aanpakken van de klimaatcrisis, een Europese defensie en digitalisering. (p.21)
  • Volt wil investeren in toezicht en handhaving op Europese wet- en regelgeving en we versterken bestaande kaders waar nodig. (p.113)

Europa ontbreekt natuurlijk niet in conceptprogramma van Volt. Ook merkt Volt op dat digitalisering niet stopt bij de grens en dat we als Nederland digitaal vooral ook naar Europa moeten kijken. Een voorbeeld hiervan is een EU-Tech Fund om zo digitale autonomie in Europa te bereiken. Klinkt als een goed idee, maar Volt definieert niet wat zij bedoelen met digitale autonomie. Dit maakt dat we het idee niet op waarde kunnen schatten.

D66

  • Vanuit Europa hebben we de ambitie om concurrerend te zijn met de VS en China op het gebied van nieuwe technologieën, zoals 5G en kwantumtechnologie. Tegelijkertijd streven we ernaar om in Nederland voorop te lopen op innovatie en technologie in strategische sectoren, zoals de chipmarkt en 5G. We houden daarbij duurzaamheid altijd in acht.
  • We zoeken actief internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie op. We zetten de ambassades in om voor de gekozen missies en sleuteltechnologieën internationale partners op te zoeken. We zorgen voor voldoende waarborgen om ons te wapenen tegen spionageactiviteiten en cyberaanvallen. In de Europese Unie zetten we in op modernisering van de Europese begroting, met minder geld naar landbouw en meer richting onderzoek en innovatie.
  • D66 wil dat Nederland het AI-Verdrag van de Raad van Europa versneld ondertekent en moedigt ook andere landen aan dit te doen. Hiermee beschermen we de fundamentele rechten en vrijheden van mensen in het digitale tijdperk.
  • Op verschillende digitale vlakken is Nederland te afhankelijk van overheden en bedrijven buiten Europa. Dit brengt risico’s mee voor onze veiligheid en de bescherming van mensenrechten. We investeren in veilige alternatieven en vergroten zo onze digitale autonomie. Ook de overheid zelf haalt meer ICT-kennis en expertise in huis en brengt de ICT-huishouding op orde.
  • Nederland zet in op een Europees netwerk van leveranciers van netwerkapparatuur. Dit draagt bij aan de digitale autonomie en verkleint onze afhankelijkheid van leveranciers van buiten Europa.
  • De Nederlandse overheid verkleint haar afhankelijkheid van digitale diensten van technologiebedrijven buiten Europa, met name in de zorg en het onderwijs. De overheid brengt deze afhankelijkheden in kaart en gaat waar nodig in zee met andere (markt)partijen.
  • Om onze onafhankelijkheid te vergroten, gaan we meer van onze data hosten binnen Nederland.

D66 hinkt in het conceptprogramma op twee gedachten. Aan de ene kant willen ze inzetten op internationale samenwerking en willen ze dat de EU concurrerend is met China en de VS door te investeren in o.a. ICT- personeel. Maar aan de andere kant wil D66 ook de onafhankelijkheid van Nederland vergroten door meer van onze data in Nederland te hosten, terwijl de partij kritisch kijkt naar het energie verbruik van datacentra.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • In Nederland en de EU moet de techindustrie worden gesteund om deze afhankelijkheid te verminderen. (p.61)
  • De Nederlandse regering moet zich op Europees niveau blijven verzetten tegen deze ontwikkeling van een Europese Digitale Identiteit. Indien deze Digitale Identiteit er toch komt, moet de inbreuk op de privacy minimaal blijven en moeten zo min mogelijk diensten toegang krijgen. (p.62)

Het is positief dat NSC ziet dat digitalisering niet stopt bij de Nederlandse grens. De zin “In Nederland en de EU moet de techindustrie worden gesteund om deze afhankelijkheid te verminderen” is wat kort door de bocht en vraagt om uitleg.

NLdigital pleit voor een open digitale strategie waarbij partijen niet uitgesloten worden omdat ze niet Europees zijn.

VVD

  • We versterken de (cyber)capaciteiten van onze inlichtingendiensten zodat zij sneller en makkelijker de informatie kunnen krijgen die ze nodig hebben om onze nationale veiligheid te beschermen tegen cyberaanvallen en andere (digitale) dreigingen.” (p.17)
  • Veilige cloud. Om onze defensiedata zo veilig mogelijk te houden, moet Nederland op een zo kort mogelijke termijn beschikken over een nationale cloud op Nederlandse bodem onder Nederlandse jurisdictie, die bij voorkeur wordt ontworpen en beheerd door Nederlandse bedrijven. Een zoveel mogelijk Nederlandse publiek-private crypto-organisatie is hiervoor Belangrijk.” (p.17)
  • We gaan ook onze nationale veiligheid beter beschermen tegen de toenemende cyberdreiging vanuit vijandige regimes en criminele netwerken.” (p.21)
  • Wij blijven investeren in een sterke politie. Onze mensen behoren tot de beste ter wereld. Dat willen we zo houden. We willen de Nationale Politie versterken met extra (digitale) wijkagenten, Cyberexperts…” (p.22)
  • Beschermen nationale veiligheid tegen digitale uitval. Vanwege de toenemende cyberdreiging vanuit landen als Rusland en China, bereidt de overheid scenario’s voor voor het geval van grootschalige cyberaanvallen of -storingen. De overheid gaat sneller en meer dreigingsinformatie delen met (vitale) bedrijven. Hierbij verwelkomen we de hulp van ethische hackers binnen bestaande juridische kaders. Daarnaast gaan we vaker oefenen op digitale uitval en moeten vitale aanbieders beschikken over zo veel mogelijk terugvalopties zodat kritieke processen zoals betalingsverkeer, drinkwater en energie niet stilvallen bij uitval” (p.26)
  • De economie digitaal veiliger en weerbaarder maken. We gaan ongewenste strategische afhankelijkheden van onvrije landen afbouwen. We versterken onze economische veiligheid door vitale sectoren en strategische sectoren beter te beschermen tegen digitale spionage en sabotage door onder andere strenger te toetsen op buitenlandse investeringen, overnames en fusies. Ook werken we aan een Nationaal Actieplan Quantum om onze economie en maatschappij voor te bereiden op de veiligheidsrisico’s van quantumtechnologie zodat veilige digitale communicatie ook in de toekomst mogelijk blijft.
  • Weren vijandige digitale apparatuur. Digitale apparatuur zoals douanescanners in onze mainports en camera’s die worden gebruikt in overheids- en andere kernen van onze kritieke economische processen mogen niet meer afkomstig zijn uit landen met een offensieve cyberagenda (dreigingslanden). In het kader van onze nationale veiligheid scherpen we aanbestedingsregels aan om deze producten te kunnen weren en om digitale spionage en sabotage tegen te gaan.
  • Online aangejaagde ordeverstoring wordt aangepakt. Wat op straat geldt dient ook online te gelden. Dezelfde normen en straffen gaan ook voor de onlinewereld op.
  • Cybercriminelen zwaarder straffen. We brengen de huidige straffen op cybercriminaliteit meer in lijn met de huidige omvang en maatschappelijke impact van cybercrime door de maximale straffen op cybercriminaliteit te verhogen van vier jaar naar acht jaar.
  • Veilig en weerbaar in de digitale wereld. We maken mensen weerbaarder tegen bestaandeen nieuwe vormen van digitale criminaliteit zoals vriend-in-noodfraude, phishing en spoofing. Hierbij hebben we extra aandacht voor het beschermen van kinderen tegen online misbruik. Nieuwe vormen van digitale oplichting en fraude met behulp van kunstmatige intelligentie gaan we actief tegen door digitale vaardigheden en kennis te versterken en door te werken aan transparantie en veiligheidswaarborgen voor kunstmatige intelligentie. Het watermerken van materiaal dat is gegenereerd met behulp van kunstmatige intelligentie, wordt de norm.” (p.28)
  • Ondernemers helpen in strijd tegen cybercriminelen. Om ondernemers weerbaarder te maken tegen serieuze vormen van cybercrime, zoals ransomware voeren we een landelijk mkb-keurmerk in voor IT-leveranciers, gaan we structureel oefenen op digitale aanvallen en geven we (mkb-)ondernemers de mogelijkheid om de digitale beveiliging van hun bedrijf te laten testen met een cyberweerbaarheidsscan. We ondersteunen ondernemers bij het in kaart brengen van kansen en risico’s van komende transities. (p.40)

De VVD toont een zeer brede blik op cybersecurity en combineert dit met maatregelen die goed aansluiten op de bestaande praktijk en Europese wetgeving. Als zodanig beoordelen we dit al zeer goede aandacht voor het thema cybersecurity. We missen wel oog voor het belang van encryptie voor bescherming van de gewone burger. Dat is nu alleen benoemd voor defensie.

SP

  • Er komt ook meer capaciteit voor de aanpak van georganiseerde en digitale criminaliteit. (p.25)

Cybersecurity is niet benoemd vanuit preventief oogpunt, en aan de benoeming van cybercrime is een maatregel gekoppeld die niet effectief zal zijn in het voorkomen van cybersecurity incidenten. Er is dus zeer beperkte aandacht.

GL/PVDA

  • Aanpak online misdaad en criminaliteit. Online criminaliteit moet als ‘high impact crime’ kunnen worden geclassificeerd en behandeld. Zo blijven online overtredingen niet ongestraft en worden de daders van online haat en bedreigingen, de verspreiders van wraakporno, van kindermisbruikmateriaal en cyberoplichting eerder opgespoord en effectief aangepakt. (5.5.11)
  • Aanpak cybermisdaad. De politie krijgt meer capaciteit om cyberoplichting, online haat en bedreigingen, de verspreiding van beelden van seksueel misbruik, kindermisbruik, wraakporno en andere vormen van digitale criminaliteit aan te pakken. Bedrijven die de maatschappij in gevaar brengen door hun IT-producten of diensten onvoldoende tegen misbruik te beveiligen, worden daarvoor verantwoordelijk gehouden. De overheid investeert in defensieve capaciteiten om onze vitale infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen. (5.6.10)
  • Samen voor bescherming. Samen met bondgenoten werken we aan de bescherming van fysieke en digitale infrastructuur tegen sabotage, aan de afweer van spionage en desinformatiecampagnes en aan de versterking van cyberveiligheid. (6.3.4)

We missen enige aandacht voor de noodzakelijke preventieve kant van cybersecurity. Maar omdat het belang van cybersecurity blijkt uit de verschillende zorgen die zijn opgenomen beoordelen we dit als net voldoende. Het zou beter zijn als GL-PvdA wel verder denken dan alleen handhaving als oplossing voor de uitdagingen op dit vlak.

CDA

  • “4.7. Wij denken als Europa anders over privacy dan andere machtsblokken. Samen moeten we strijden tegen digitale spionage en cybercrime. Aan het gebruik van cloud- en communicatiediensten door de overheid worden strikte eisen gesteld op het gebied van cybersecurity en privacy. Zo nodig ontwikkelt de overheid eigen cloud- en communicatiediensten, al dan niet in samenwerking binnen Europa en weert van spionage verdachte bedrijven uit de telecom-infrastructuren.” (p.33)
  • “9.5. Aan criminelen is een zware slag toegebracht met het kraken van versleutelde telefoons. En toch maken we het werk voor agenten en rechercheurs onnodig moeilijker door overdreven privacy-eisen. Als wij moeten kiezen tussen wetgeving die de aanpak van kinderpornografie makkelijker maakt en het belang van privacy, dan komt het kind op de eerste plek. De Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden moet het mogelijk maken om informatie sneller te delen tussen overheden en veiligheidspartners in de aanpak van criminaliteit.”
  • “9.6. Het MKB in Nederland ondervindt veel schade van cybercriminaliteit. Ransomware aanvallen kunnen bijvoorbeeld verstrekkende gevolgen hebben voor kleine bedrijven. Het CDA wil dat het MKB wordt ondersteund in het verbeteren van de digitale veiligheid.” (p.71)
  • “9.7. We gaan de impact van cybercrime tegen door criminelen het zo moeilijk mogelijk te maken en blijven werken aan het vergroten van de cyberweerbaarheid van alle Nederlanders.” (p.71)

Het definitieve CDA-programma bevat essentiële verbeteringen t.o.v. hun conceptprogramma die blijk geven van erkenning van het belang van cybersecurity voor de maatschappij. Dat zien we als positief. Tegelijk valt op dat het CDA vrij weinig kennis heeft van het belang en de uitdagingen rondom encryptie, wat we als negatief beoordelen.

BBB

  • “Maar het brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee, waaronder zorgen over privacybescherming, schermverslaving en emotioneel welzijn, polarisatie en haatzaaien, cyberbeveiliging, en digitale ongelijkheid.” (p.83)
  • “We zorgen voor voldoende mandaat voor overheidsinstellingen om de dreiging in het cyberdomein het hoofd te kunnen bieden.” (p.84)
  • “Cyber is het nieuwe slagveld als het aankomt op de landsverdediging. Steeds meer vormen van oorlog gebeuren ‘onzichtbaar’ of in ‘in de cloud’, in toenemende mate zullen buitenlandse hackers pogingen doen ziekenhuizen, overheidsdiensten, financiële instellingen, scholen of militaire installaties plat te leggen. We moeten bereid zijn te investeren in technologie en artificial intelligence om de onzichtbare kracht te versterken en de onzichtbare dreigingen het hoofd te bieden.” (p.124)
  • “Eens per halfjaar vormt de NVR de nationale data- en technologie raad (NDTR) tezamen met Nationaal Cyber Security Centrum, het Defensie Cyber Commando, de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nationale Politie, de NCTV en de Joint Sigint Cyber. De NDTR stippelt de prioriteiten en strategie van Nederland in het digitale landschap uit.” (p.125)
  • “Inlichtingendiensten moeten actiever worden in en het bedrijfsleven actief helpen met het verstoren van cyberaanvallen. Met de toegang tot de kabel kunnen ze dat veel beter dan dit vanuit de cybersecurity ooit mogelijk is.
  • Het is in ons landsbelang om de veiligheidsdiensten meer ruimte te geven om discretionaire bevoegdheden te gebruiken in hun werk. De voorwaarde die wij hieraan stellen is dat deze bevoegdheden wettelijk gekaderd worden, achteraf door toezichthouders gecontroleerd kunnen worden en verdedigd moeten kunnen worden.
  • De bevoegdheden van het cybercommando van defensie moeten uitgebreid worden zodat zij effectiever kan opereren. Middelen van actoren die bijdragen aan oorlogsvoering tegen het Nederlands belang moeten makkelijker afgepakt of bevroren kunnen worden.
  • Het Defensie Cyber Commando krijgt toestemming om soft cyberoperaties te verkennen, ter voorbereiding op inzet van de krijgsmacht, ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde.” (p.127)

BBB heeft veel aandacht voor het thema cybersecurity, wat we toejuichen. Maar we missen in al deze aandacht wel de onderkenning dat dit een wezenlijk andere uitdaging is dan de verdediging van landsgrenzen. Cybersecurity is bij uitstek iets dat alleen goed met bedrijfsleven en internationale partners georganiseerd moet worden. Beide ontbreken in de plannen van BBB. Over encryptie lezen we niets bij BBB. Ondanks de uitgebreide aandacht beoordelen we deze inzet negatief.

ChristenUnie

  • “Investeer in digitaal kundige politie. Deze tijd vraagt een digitaal vaardige en innovatieve politie. Er wordt geïnvesteerd in digitale expertise van speciale teams tegen cybercriminaliteit, maar ook in verbreding van de kennis binnen de politie als geheel, omdat bijna alle criminaliteit een digitale component heeft.” (p.114)
  • “Investeer in basisgereedheid en unieke taken. De basisgereedheid van onze krijgsmacht moet op orde zijn. Daarnaast zet Nederland in op hoogtechnologische capaciteiten, om te kunnen optreden tegen dreigingen vanuit het cyberdomein en hybride dreigingen.” (p.122)
  • “Weerbaar tegen digitale oorlog. Nederland moet zich goed blijven beschermen tegen spionage, diefstal van militaire technologie, ontwrichting door desinformatie en het hacken van wapensystemen en vitale infrastructuur (zoals waterkering) en wapensystemen. Nederland is goed in cyberveiligheid en dat willen we zo houden. Extra geld voor defensie gebruiken we daarom ook voor het verbeteren van cyberveiligheid.” (p.122)

ChristenUnie plaatst cybersecurity puur in de hoek van handhaving en defensie. Het belang van encryptie vinden we nergens terug. Om die reden beoordelen we deze inzet als onvoldoende aandacht voor het thema. Er is geen cybersecurity zonder te investeren in het beschermen van systemen en data.

PvdD

  • “Kritisch denken, digitale vaardigheden (inclusief digitale veiligheid) en mediawijsheid worden aangescherpt en opgenomen in de kerndoelen en eindtermen.” (p.66)
  • “Technologische ontwikkelingen zoals (generatieve) kunstmatige intelligentie (AI) en kwantumtechnologie gaan razendsnel en brengen essentiële cyberweerbaarheidsvraagstukken met zich mee. [..] Gegevensbescherming krijgt meer prioriteit, we pakken digitaal pesten aan en versterken de burgerrechten in de digitale wereld. We zorgen dat voor vitale digitale infrastructuur altijd een analoge terugvaloptie beschikbaar is.” (p.81)
  • “De privacy en data van gebruikers zijn bij veel Internet of Things-apparaten (verbonden met wifi en/of bluetooth) niet veilig. De overheid zet zich in voor het realiseren van cybereisen aan apparatuur.” (p.81)
  • “De voorgestelde EU ‘chatcontrol’, waarmee alle digitale communicatie gescand wordt, komt er niet. We houden end-to-end encryptie in stand.” (p.81)
  • “Nederland gaat persoonsgegevens op het hoogste niveau beschermen. De overheid gaat structureel investeren in softwareprojecten om de digitale infrastructuur beter te beveiligen.” (p.82)
  • “Voor veilige verdere digitalisering is een domeinoverstijgende regie op samenwerking nodig, waarbij cybersecurity, digitale autonomie, bestrijding van cybercrime en kennisontwikkeling als integrale onderdelen en noodzakelijke randvoorwaarden worden gezien. Er wordt geïnvesteerd in voldoende cyberbewustzijn en dus digitale geletterdheid van burgers.” (p.82)

We zien bij de PvdD een brede blik op het thema cybersecurity. Structureel investeren en inzet op de veiligheid van producten beoordelen we als positief. Daarbij waarderen we eveneens de inzet op end-to-end encryptie en de positie tegen client-side scanning.

Volt

  • “Voor Volt is het afzwakken van end-to-endencryptie ten behoeve van schijnveiligheid onaanvaardbaar. Privécommunicatie online blijft dus beschermd.” (p.119)
  • “De mogelijke impact van geslaagde cyberaanvallen wordt steeds groter, tot maatschappelijke ontwrichting aan toe. We moeten investeren in een betere digitale weerbaarheid van Nederland. Dat begint bij bewustwording bij particulieren en organisaties, gevolgd door de gevoelde noodzaak én de kennis om ook echt maatregelen te kunnen nemen.
  • Bedrijven en kennisinstellingen met kostbare technische informatie moeten worden geholpen bij het versterken van hun cybersecurity. Daarnaast moeten organisaties en het midden- en kleinbedrijf op een veilige en vertrouwelijke manier informatie over kwetsbaarheden kunnen delen. Aanbieders van essentiële diensten moeten extra beschermd worden tegen mogelijke cyberaanvallen.” (p.123)
  • We implementeren een centrale aanpak die ervoor zorgt dat de overheid (en met name de kritieke infrastructuur) uiterlijk in 2028 ‘kwantumbestendig’ is. Codes die met de huidige technologie waterdicht zijn versleuteld, kunnen namelijk eenvoudig gekraakt worden door kwantumcomputers. Daarbij moeten de overheid en het bedrijfsleven samenwerken om tot een hogere cryptowendbaarheid te komen.” (p.131)
  • “Volt wil ethisch hacken verder aanmoedigen. We leggen daarom naar Belgisch voorbeeld het recht op ongevraagd ethisch hacken wettelijk vast. Nederland heeft een bloeiende cultuur van mensen die het internet veiliger maken door technisch onderzoek te doen. Alle organisaties die belangrijk zijn voor de samenleving moeten snel en positief reageren wanneer een ethisch hacker een digitaal probleem vindt en meldt. Na een afgesproken tijd mag de hacker het gevonden probleem breed bekend maken, in overleg met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).” (p.132)

Volt vliegt de uitdagingen rondom cybersecurity op de juiste wijze aan. Maar de beschreven inzet lijkt op die in de NIS1, terwijl inmiddels de nieuwe Europese NIS2 wordt ingevoerd die een veel grotere ambitie beschrijft. De vraag aan Volt is wel hoe ze de rol van de overheid zien. Moet de overheid volgens hen zorgdragen voor beveiliging van digitale systemen? Daarnaast beoordelen we de aandacht voor encryptie en ethisch hacken ook positief. Hierbij zouden we wel willen opmerken dat openbaarmaking in overleg met de organisatie waar die is vastgesteld moet gebeuren, in plaats van met het NCSC.

D66

  • “We zoeken actief internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie op. We zetten de ambassades in om voor de gekozen missies en sleuteltechnologieën internationale partners op te zoeken. We zorgen voor voldoende waarborgen om ons te wapenen tegen spionageactiviteiten en cyberaanvallen.” (p.33)
  • “We versterken de expertise binnen de politie op het gebied van cybercriminaliteit.” (p.187)
  • “De digitale toekomst moet veilig zijn. Maar onze digitale veiligheid is niet vanzelfsprekend: oorlogsvoering vindt steeds vaker digitaal plaats. Daarom brengen we onze cyberveiligheid en -weerbaarheid op orde. Ook binnen het elektronische verkeer blijft veiligheid en de bescherming van privacy van mensen essentieel.” (p.196)
  • “D66 is blij met de ontwikkelingen op het gebied van de Europese Wet inzake cyberveerkracht. We willen dat producten altijd veilig zijn. Nederland wordt op dit gebied een voorloper en stimuleert een vlotte uitrol van deze wet.” (p.196)
  • “End-to-end encryptie blijft wat D66 betreft een grondrecht. Zo kunnen advocaten, journalisten, mensenrechtenactivisten en ieder ander veilig online communiceren zonder dat ze bespioneerd worden door kwaadwillenden. Metadata (data over data, zoals wanneer, naar wie en hoe laat berichten zijn verzonden) worden opgenomen binnen het briefgeheim.” (p.196)
  • “Wat D66 betreft komen er meer investeringen in opleidingscapaciteit voor studenten in techniek, ICT en kunstmatige intelligentie. Ook komt er meer onderzoek naar digitale technologie, zoals kunstmatige intelligentie, cyber security, kwantumtechnologie en fonetica.” (p.198)

D66 toont een brede blik op cybersecurity en combineert dit met maatregelen die goed aansluiten op de lopende Europese wetgevingen. Bovendien maakt D66 zich hard voor goede encryptie. Als zodanig beoordelen we dit al zeer goede aandacht voor het thema cybersecurity.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • “De digitale weerbaarheid van de samenleving moet worden versterkt. Bedrijven en burgers zijn te kwetsbaar voor aanvallen van hackers en cybercriminelen. Samen met regionale ontwikkelingsmaatschappijen willen wij het mkb beter toerusten op het gebied van digitale weerbaarheid.” (p.60)
  • “Ondanks dat Nederland wereldwijd bekendstaat om zijn goede en betrouwbare digitale infrastructuur, krijgen Nederlandse clouddienstverleners in de huidige markt geen voet aan de grond. Dit maakt dat er wat betreft dataopslag en -verwerking in de cloud een onwenselijke afhankelijkheid bestaat van grote Amerikaanse techbedrijven die de markt domineren. Eenzelfde afhankelijkheid bestaat ook wat betreft AI-modellen, software en cybersecuritymaatregelen.” (p.61)
  • “De informatiebeveiliging bij de landelijke en lokale overheid en bij vitale nutsbedrijven moet naar een hoger niveau getild worden. Ook onder burgers en bedrijven moet er meer aandacht komen voor dataveiligheid en cybersecurity.” (p.62)
  • “De digitalisering van vitale processen maakt de staat kwetsbaar. We moeten weerbaar worden tegen digitale verstoringen van onze democratische orde, zoals pogingen om verkiezingen te beïnvloeden, spionage, het hacken van essentiële voorzieningen en cyberwarfare. Dit vergt voldoende capaciteit en middelen voor onze veiligheidsdiensten MIVD en AIVD, maar ook duidelijke wettelijke kaders om de privacy van mensen te beschermen.” (p.72)

We zien aandacht voor digitale weerbaarheid op meerdere vlakken bij NSC, dat waarderen we zeer. We herkennen het beeld niet dat internationale bedrijven cybersecuritymaatregelen zouden hinderen. Zij leveren veelal zeer hoge mate van veiligheid juist omdat ze op grote schaal opereren, en moeten net als ieder bedrijf voldoen aan strenge Europese wetgeving. Vanwege de brede blik op het thema beoordelen we dit als goed.

VVD

  • Kunstmatige intelligentie verzilveren. We zorgen ervoor dat er binnen Nederlandse en Europese wet- en regelgeving maximaal geëxperimenteerd mag worden met AI. Daarentegen mogen we de risico’s van het gebruik van AI niet bagatelliseren. Nederland moet zich daarom internationaal inzetten om afspraken te maken over het gebruik van AI door bedrijven en overheid. Gecombineerd met deze internationale afspraken is het van belang om de kennis over de kansen en gevaren van AI binnen de overheid uit te breiden. (p. 39)

De VVD heeft een realistische benadering van AI, waarbij niet alleen gekeken wordt naar eventuele bedreigingen, maar juist ook de kansen. Ook de internationale focus is goed, om te voorkomen dat in elk land weer andere regels gaan gelden.

SP

  • Wij versterken de volksvertegenwoordiging met een permanent onderzoeksinstituut dat adviseert over de maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen en voorstellen doet voor aanvullende burgerrechten in het digitale tijdperk. Nieuwe technologieën worden eerst onderworpen aan een ethische toets. (p. 14)

Het programma van de SP schrijft weinig op over AI, wel is er nagedacht over een onderzoeksinstituut dat moet gaan adviseren over de maatschappelijke gevolgen van technologie. Dit is in lijn met Technologie Raad uit ons Manifest.

GL/PVDA

  • Meer grip op kunstmatige intelligentie. AI-systemen moeten veilig en transparant zijn, de mensenrechten respecteren, menselijke controle waarborgen en zo zuinig mogelijk omspringen met energie en grondstoffen. We verbieden riskante AI-systemen, zoals systemen die in de publieke ruimte live gezichten of emoties kunnen herkennen. Tekst, beeld en geluid die door AI gecreëerd zijn moeten als zodanig herkenbaar zijn en dit soort AI moet zo worden ontworpen dat illegaal gebruik zo veel mogelijk wordt uitgesloten. (p. 69)
  • Europese AI-autoriteit. We pleiten voor een snelle afronding en invoering van de Europese wet over kunstmatige intelligentie (AI), die onze mensenrechten beschermt. We steunen de inzet van het Europees Parlement om taalmodellen zoals ChatGPT en andere systemisch relevante AI-systemen binnen de reikwijdte van de wet te laten vallen. Deze wet moet profilering voor het voorspellen van fraude en criminaliteit verbieden, realtime gezichtsherkenning verbannen uit de openbare ruimte en bindende milieustandaarden invoeren voor AI. We willen een Europese autoriteit die toeziet op AI in de EU. Nederland loopt voorop in Europese en wereldwijde samenwerking rond verantwoorde AI, neemt het voortouw bij internationaal, publiek gefinancierd onderzoek naar de risico’s van geavanceerde AI en ijvert voor de totstandkoming van internationale normen. Streefdoel is een bindend wereldwijd verdrag. (p. 76)

Dit is grotendeels in lijn met de AI Act en de Ethische Code van NLdigital. De opmerking over AI gecreëerde content is nogal breed. Vaak is het niet nodig, soms wel. Dit vraagt verduidelijking. Het stuk over de Europese AI autoriteit is wel erg vanuit de risico’s geredeneerd. 

CDA

  • Technologische ontwikkelingen als Artificiële Intelligentie (AI) bieden toekomst. We moeten ons wel bewust zijn van de risico’s. Techniek moet niet leidend zijn, maar staat ten dienste van onze waarden en normen. Dit vraagt om een stevige Europese inzet en landelijke borging. (p. 14)
  • Op Europees niveau investeren we in de economie van de toekomst. In bijvoorbeeld Artificial Intelligence, fotonica, quantumtechnologie en biotech. Nederland neemt actief deel in Europese initiatieven en samenwerkingsverbanden die de economie van de toekomst versterken. (p. 33)

Het CDA heeft ook een realistische benadering van AI. Het is goed dat er niet alleen wordt gekeken naar eventuele bedreigingen, maar juist ook de kansen. NLdigital is positief over de internationale focus. Als er in elk land weer andere regels gaan gelden is dat niet werkbaar.

BBB

  • Het maken van zogenaamde deep fakes zonder voorafgaande toestemming zowel op visueel als op audiogebied is een groot probleem en strafbaar. Het is belangrijk om na te denken over hoe getroffen sectoren (bijvoorbeeld de creatieve sector) te ondersteunen en misinformatie actief te bestrijden. BBB wil hiervoor een nieuwe nationale strategie digitalisering ontwikkelen. AI biedt ontzettend veel kansen maar ook risico’s. Transparantie staat bij deze dan ook altijd voorop. 
  • We omarmen het gebruik van drones en kunstmatige intelligentie in een moderne krijgsmacht. Het gebruik en de ontwikkeling van technologie in de krijgsmacht zou niet door politiek beïnvloed moeten worden, zolang de uiteindelijke inzet en en daadwerkelijke gevechtshandeling een menselijke beslissing blijft.  

BBB lijkt een realistische benadering van AI te hebben, die redelijk aansluit bij hoe NLdigital hier mee om gaat .

ChristenUnie

  • “Regulering algoritmes en Artificiële Intelligentie. Er komen strenge regels over de kwaliteit en het type data dat gebruikt mag worden voor de training van automatisch gegenereerde beslismodellen. Training van modellen op generieke kenmerken (zonder oorzakelijk verband met de voorspelde waarde) wordt verboden. Organisaties die algoritmes gebruiken moeten inzichtelijk maken welke data gebruikt is om de algoritmes te trainen en welke afwegingen zijn gemaakt om discriminatie en ongelijke behandeling te voorkomen.”
  • “Impactanalyse bij baanbrekende nieuwe technologieën. De effecten van nieuwe technologie moeten goed doordacht worden. De overheid zorgt dat zij een Sociaal-Maatschappelijke Impact Analyse uitvoert als een technologische innovatie geïntroduceerd wordt, die in potentie een groot effect heeft op de samenleving (denk aan de invloed van ChatGPT). De Waakhond Digitale Veiligheid krijgt een signaleringsfunctie.”

De CU lijkt iets verder te gaan dan de EU AI Act. Lang niet alle algoritmes hoeven aan een streng regime te voldoen, dat wordt onwerkbaar. De CU zit sterk op de eventuele risico’s van nieuwe technologie. Het is goed om daar aandacht voor te hebben, maar even belangrijk is het om te kijken waar de kansen liggen. De CU veegt alle algoritmes op één hoop en legt daar een fikse last neer bij organisaties. Dat kan slimmer. De impact analyse en de waakhond digitale veiligheid lijken een wat agressievere versie van de Technologieraad waar NLdigital voor pleit.

PvdD

  • De snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI) maakt extra duidelijk dat er nieuwe regels moeten komen. We zorgen dat de positieve kansen, bijvoorbeeld op een betere gezondheidszorg en effectiever klimaatbeleid, benut worden terwijl we de risico’s beperken.
  • Zelflerende systemen, waarbij computers besluiten nemen over mensen zonder menselijke inmenging, worden aan streng ethisch en privacytoezicht onderworpen. Ook wordt erop gelet of deze systemen discriminatoire besluiten nemen. De overheid gebruikt geen ‘black box’- algoritmes.
  • Bij de ontwikkeling van nieuwe kunstmatige intelligentie wordt een ethische toets verplicht.
  • Content die gemaakt is door kunstmatige intelligentie moet altijd direct te herkennen zijn door bijvoorbeeld een watermerk of logo.
  • We investeren in wetenschappelijk onderzoek naar verantwoorde en veilige kunstmatige intelligentie.
  • Door kunstmatige intelligentie kunnen computers met één klik op de knop nieuwe kunst maken in de stijl van bestaande kunstenaars. Daarom moderniseren we het auteursrecht, zodat dit beter aansluit bij de huidige tijd. Hierbij is het belangrijk dat makers een passende vergoeding krijgen.
  • Er komt een verplichting voor kunstmatige intelligentie (AI)-aanbieders om transparant te zijn over de manier waarop ze gebruikmaken van nieuwsartikelen en andere bronnen.

Dit is grotendeels in lijn met de AI Act en de Ethische Code van NLdigital. De opmerking over AI gecreëerde content is nogal breed. Vaak is het niet nodig, soms wel. Iemand die thuis een logo ontwerpt met AI zou daar geen AI-watermerk aan hoeven te hangen.  Ook niet alle AI-toepassingen behoeven een ethische toets. Ethisch denken bij het ontwerpen van AI-systemen is wel altijd relevant. Dus in die zin is een interne ethische toets wel aan te bevelen. 

Volt

  • Er moet een verplichte basistraining komen voor politici en ambtenaren op het gebied van digitale vaardigheden en AI. AI en algoritmen die door de overheid en in de uitvoering gebruikt worden om beslissingen te maken die invloed hebben op mensen, moeten verplicht getoetst worden aan grondrechten en ethische kaders. Iedereen moet inzage kunnen hebben in de informatie en algoritmes die door de overheid gebruikt worden. Daarvoor is het van belang dat we zo snel mogelijk overschakelen naar open source-standaarden en een verplicht algoritmeregister invoeren.
  • Algoritmen en trainingsdatasets die ontwikkeld zijn met overheidsgeld (‘publieke AI’) moeten gratis beschikbaar zijn voor alle burgers en instellingen in Europa.
  • Kunstmatige intelligentie en AI-systemen als ChatGPT bieden kansen voor de samenleving, economie en democratie, maar zijn te ingrijpend om aan de markt over te laten. Er moet beleid komen voor ethische omgang met kunstmatige intelligentie (AI) en aanverwante technologieën. Dit beleid moet gericht zijn op het omarmen, stimuleren en ethisch aanpakken van AI op Nederlands, Europees, en internationaal niveau.
  • Volt vindt dat AI-systemen alleen op de Europese markt mogen worden toegelaten als door een onafhankelijke derde partij is vastgesteld dat ze veilig zijn.
  • Alle schoolgaande kinderen leren over de basis van AI, inclusief codering, statistiek en ethiek.
  • Volt wil dat aanbieders van AI-systemen op verzoek gegevensbronnen en licenties verstrekken.
  • Ontwikkelaars moeten hun personeel een eerlijke vergoeding geven voor hun werk aan AI-systemen.
  • Bedrijfswinsten van AI-bedrijfsactiviteiten in Europa moeten in Europa belast worden.
  • Er moet een start-up en scale-up vriendelijk AI-ecosysteem worden gecreëerd. Dat doen we door een stevige academische infrastructuur, voldoende geschikt personeel en begrijpelijke en toegankelijke wet- en regelgeving.
  • We hebben politieke regie nodig op de klimaatimpact van onze AI-doelstellingen. We moeten de ontwikkeling van AI meenemen in ons water- en energiebeleid.
  • Toezichthouders moeten in staat worden gesteld om de risico’s en schadelijke gevolgen van AI-ontwikkelingen te monitoren en sanctioneren waar mogelijk.
  • Nederland dient actief bij te dragen aan Europese en internationale samenwerkingsverbanden om ethische AI te bevorderen.

Volt wil iedereen inzicht geven in alle algoritmes van de overheid. Wat dat inzicht inhoudt en hoe ver dat moet gaan wordt niet duidelijk. Een algoritme register is er al, maar dat behoeft nog wel een verdere aanscherping. Bedrijven zijn veelal ook transparant over hun AI-systemen. Maar een verplicht gebruik van open standaarden gaat wellicht wat te ver. Ook de verplichte derde partij toets van alle AI-systemen is een veel te zware last voor het (mkb)-bedrijfsleven en remt innovatie.

D66

  • We dringen het aantal lege vrachtwagens op de weg terug door slimmere samenwerking tussen vervoerders en verladers te stimuleren. Technologie als kunstmatige intelligentie en duidelijke afspraken door middel van convenanten helpen daarbij.
  • De inzet van kunstmatige intelligentie bij het snel doorzoeken van jurisprudentie kan de rechtspraak helpen om efficiënter te werken, maar het zijn uiteindelijk mensen die rechterlijke uitspraken moeten doen. Om die reden moet de internationale trend om te experimenteren met kunstmatige intelligentie in de rechtspraak worden gereguleerd.
  • Overheden worden verplicht om ‘hoog-risico’ algoritmes in te vullen in het landelijke algoritmeregister.
  • Het toezicht op algoritmes en AI wordt steviger. We verhogen het budget van de algoritmewaakhond.
  • Er komt een verplichte mensenrechtentoets vóórdat de overheid algoritmes toegepast, zodat niemand wordt gediscrimineerd of onterecht wordt benadeeld. Deze toetsen maken we publiek inzichtelijk en controleerbaar.
  • Dankzij de AI-Verordening zijn leveranciers van zogeheten foundation models zoals ChatGPT verplicht om inzichtelijk te maken op welke data die ze gebruiken intellectueel eigendom rust. D66 onderschrijft het belang van deze stap en wil waar nodig het intellectueel eigendomsrecht aanscherpen.
    D66 wil dat Nederland het AI-Verdrag van de Raad van Europa versneld ondertekent en moedigt ook andere landen aan dit te doen. Hiermee beschermen we de fundamentele rechten en vrijheden van mensen in het digitale tijdperk.
  • In de nationale AI-strategie komt duurzame en rechtvaardige kunstmatige intelligentie centraal te staan. Kunstmatige intelligentie ontwikkelen we in samenwerking tussen overheden, bedrijven en de wetenschap, om het maatschappelijk belang te dienen. Bijvoorbeeld om klimaatverandering te bestrijden of armoede tegen te gaan, of voor medisch onderzoek. Hierbij maken we gebruik van zogeheten data commons, waarmee we op een verantwoorde manier data delen tussen overheid, wetenschap en bedrijven, ten bate van maatschappelijke uitdagingen.
  • D66 wil dat publieke investeringen in AI het publieke belang dienen. Bij publiek gefinancierd onderzoek naar AI werken we alleen nog samen met commerciële partijen als de toegevoegde maatschappelijke waarde vooraf duidelijk is en de opgedane kennis in publieke handen blijft.
  • Wat D66 betreft komen er meer investeringen in opleidingscapaciteit voor studenten in techniek, ICT en kunstmatige intelligentie. Ook komt er meer onderzoek naar digitale technologie, zoals kunstmatige intelligentie, cyber security, kwantumtechnologie en fonetica.

D66 gaat heel diep in op AI en de rol van algoritmes in de samenleving. Het is goed dat hierover wordt nagedacht. Enerzijds spreekt het hoge verwachtingen uit over AI, maar tegelijkertijd spreekt er her en der ook wel wantrouwen uit naar de technologiebedrijven. Vanuit de sector wordt al heel bewust omgegaan met AI en ethiek. Vanuit die insteek werken de techbedrijven graag samen met overheid en politiek om de ontwikkeling van AI in goede banen te leiden.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • Het gebruik van algoritmen en automatische beoordelingen kan leiden tot ernstige en onherstelbare fouten. Een mens is meer dan zijn gegevens, en algoritmen maken geautomatiseerde fouten. Openheid en transparantie over digitale systemen en beslisregels (algoritmen) moeten daarom gegarandeerd zijn bij overheidsdiensten. We steunen de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren en zijn voorstander van strakke wetgeving rondom algoritmes en AI.
  • Het huidige Algoritmeregister moet beter worden ingevuld; veel registraties bevatten nu geen zinvolle informatie over de werking van algoritmen. Algoritmen ten behoeve van de handhaving worden niet van het register uitgezonderd.
  • We pleiten voor een verplichting op Europees niveau voor ontwikkelaars van kunstmatige intelligentie om zichtbare en onzichtbare watermerken toe te voegen wanneer hun software wordt gebruikt om bestaande mensen na te bootsen.  

NSC benoemt punten die ook in onze ethische code staan en maakt, in tegenstelling tot een aantal andere partijen, het verschil tussen de noodzaak voor watermerken in het geval van deepfakes, versus algemeen gegenereerde teksten of plaatjes. 

VVD

  • Snel en toegankelijk internet. Om digitaal voorop te kunnen blijven lopen streven we er daarom naar dat iedere Nederlander toegang heeft tot glasvezel en/of snel internet, met speciale aandacht voor de gebieden waar dit tot nu toe niet mogelijk is. Bovendien pleit de VVD voor meer tempo met het veilen van de benodigde frequenties voor de volledige uitrol van 5G en dat we een leidende rol gaan spelen bij het bepalen van de standaarden voor 6G.
  • Verstevigen digitale infrastructuur. Om onze toekomstige economie en soevereiniteit te verstevigen, versterken we Nederland als internet- en dataknooppunt van Europa door ons zeekabelnetwerk te ontwikkelen. We zetten ons in voor een Europees datacenterbeleid en besteden extra aandacht aan veiligheid, autonomie en duurzaamheid. (P39/40)

NLdigital stemt hier volledig me in. We hadden het zelf niet beter kunnen verwoorden.

SP

  • Digitalisering mag niet leiden tot ontmenselijking en moet de samenwerking tussen mensen bevorderen. Daarvoor is onder meer belangrijk dat zoveel mogelijk kennis en kunde openbaar is en niet in de handen komt van privébedrijven. Het bevorderen van open source-technologie en open standaarden is noodzakelijk. Internet is een moderne nutsvoorziening en moet voor iedereen beschikbaar en betaalbaar zijn. (p.14)

We hebben in Nederland netwerken van wereldklasse. Voor mensen in kwetsbare groepen werkt NLdigital samen met de sector aan initiatieven zoals Allemaal Digitaal en het Digitaal Meedoen Pakket. Dit zijn initiatieven die zowel kijken naar internet, een apparaat en vaardigheden.

GL/PVDA

  • Strategische autonomie van Europa vereist ook technologische macht. De sterke afhankelijkheid van buitenlandse platforms, software en hardware stelt Europa bloot aan Chinese spionage, economische dwang en Amerikaans surveillancekapitalisme. Wij willen dat de EU haar schaalgrootte benut om technologie te ondersteunen, te ontwikkelen en aan regels te verbinden die recht doen aan Europese waarden. (p.16)
  • Nederland is geen paradijs voor energie slurpende raffinaderijen, kunstmestfabrieken en datacentra. Daarom sturen we actief op eerlijke lonen en goed werkgeverschap, duurzame productieprocessen en minimale belasting voor de leefomgeving en omwonenden. (p.11)
  • En zolang de maatschappelijke waarde voor Nederland beperkt of onduidelijk is, stellen we strenge eisen aan het gebruik en de ontwikkeling van logistieke- en datacentra. (p.28)
  • Digitale duurzaamheid en datacentra. De Rijksoverheid toetst plannen voor nieuwe datacentra op nut en noodzaak, rekening houdend met de binnenlandse behoefte. Er is geen plaats voor ‘hyperscale datacentra’ die bijdragen aan de marktmacht van Big Tech. (p.69/70)

PvdA/GL staat uiterst kritisch tegenover buitenlandse platforms en ‘hyperscale’ datacentra. Ze onderkennen niet hun belangrijke rol in een hoogwaardige digitale infrastructuur en een open inclusief ecosysteem.

CDA

  • Wij denken als Europa anders over privacy dan andere machtsblokken. Samen moeten we strijden tegen digitale spionage en cybercrime. De overheid ontwikkelt daarom eigen cloud- en communicatiediensten voor overheidspersoneel en weert bedrijven als Huawei uit de telecom-infrastructuren. (p.26)
  • Met het vastleggen van waardes en verantwoordelijkheden, die moeten gelden wanneer je als bedrijf of gebruiker in een bepaald gebied wilt opereren, ben je als land of regio daadwerkelijk soeverein én waarborg je het gemeenschappelijk belang dat nodig is voor de broodnodige slagkracht in een mondiale (digitale) economie.
  • Het is essentieel om tot duidelijke en breed geaccepteerde omschrijvingen te komen van die waardes en verantwoordelijkheden die voor burger, bedrijven en overheden daadwerkelijk belangrijk zijn. Zo voorkom je dat verkeerd gebruik van het concept soevereiniteit zal leiden tot het potentieel ondermijnen van de voordelen van de mondiale markt, internationale handel, internationale sociale interacties en bijbehorende investeringen.
  • Het is in het belang van Europa om een duidelijke en breed geaccepteerde omschrijving te formuleren rondom soevereiniteit. Voor Nederland is het van groot belang hier een actieve rol in te spelen om zo de belangen van Nederland, als open internationaal georiënteerde economie te kunnen waarborgen.

CDA ziet ook het belang van Europa als het gaat over digitalisering. Dat is positief, maar het wij versus zij denken van het CDA zorgt er in onze ogen juist voor dat het CDA de broodnodige slagkracht beperkt.

NLdigital pleit voor een open digitale strategie waarbij partijen niet uitgesloten worden omdat ze niet Europees zijn.

BBB

  • In het landelijk gebied gaan agrarische ontwikkeling, natuur, wonen en recreëren immers hand in hand. Sterke digitale infrastructuur is hier cruciaal, terwijl de bereikbaarheid van landelijke gebieden versterkt. (p.97)
  • Een sterke energie- en digitale infrastructuur dient burgers en bedrijven en verkleint de verschillen en de afstand tussen stad en platteland. BBB maakt zich sterk voor het snel verbeteren en opschalen van de energie en digitale infrastructuur en wil daarin versneld investeren (p.97)
  • BBB beschouwt glasvezel als een essentiële infrastructuur, omdat zij bijdraagt aan verbinding, ontwikkeling en autonomie voor mensen in de stad en op het platteland. (P.101)
  • Dit geldt ook voor de beschikbaarheid van draadloze verbindingen voor mobiele toepassingen. Beschikbaarheid, veiligheid en betaalbaarheid staan centraal zodat deze infrastructuur ook ingezet kan worden voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoals participatie in beleid en bestuur, transparantie, mobiliteit, zorg, eenzaamheid, overheidsdienstverlening. Onze investeringen in infrastructuur toetsen we aan criteria voor: Beschikbaarheid, Betrouwbaarheid, Veiligheid, Gezondheid en Milieu. (p.101)
  • We investeren in infrastructuur en verbindingen met onze buurlanden en specifiek in de grensregio’s en de ontsluiting van andere regio’s in ons land. Bereikbaarheid is een noodzaak en voorwaarde voor economie en brede welvaart. (p.102)
  • Er zal onderzoek worden gedaan naar de toekomstige ondergrondse bouw van distributiecentra en datacenters en groei zal afgestemd worden op de Nederlandse behoefte. (p.98)
  • Aangezien de elektrificatie en daarmee transport van energie over het elektriciteitsnet grote gevolgen heeft voor de kosten, willen wij dat grote energieverbruikers (zoals bijvoorbeeld datacenters) dichtbij elektriciteitsbronnen geplaatst worden. (p.114)
    We willen, waar dit op lange termijn rendabel is, de aanleg van lokale warmtenetten stimuleren, waarbij restwarmte van bijvoorbeeld industrieën, datacenters en afvalverwerkers wordt gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen, echter ook geo- en aquathermie. (p.115)

Voor de BBB is een sterke digitale infrastructuur cruciaal en de partij wil versneld investeren in de digitale infrastructuur. Specifiek benoemt het concept glasvezel als essentiële infrastructuur omdat dit bijdraagt aan verbinding, ontwikkeling en autonomie voor mensen in de stad en op het platteland. Glasvezel en het belang van ontsluiting van juist ook lastigere gebieden is een belangrijk punt dat NLdigital samen met NLConnect al geruime tijd maakt. Bij de ideeën voor datacenters zien we meer uitdagingen in bijvoorbeeld het bepalen van Nederlandse behoefte, ondergronds, dicht bij de energiebron én bij woningen voor hergebruik restwarmte. 

Maar het is goed dat de BBB ziet dat de digitale infrastructuur van cruciaal belang is en dat dit investeringen vereist om de kansen te benutten.  

ChristenUnie

  • Leermiddelen blijven gratis. Schoolboeken blijven gratis in het voortgezet onderwijs. Daarbij worden ook digitale leermiddelen (devices) en grafische rekenmachines betrokken (p.31)
  • Houd controle over vitale infrastructuur en veiligheid. De vitale infrastructuur voor bijvoorbeeld communicatie, internet, schoon drinkwater, elektriciteit en binnenlands betalingsverkeer is essentieel. De nationale controle daarover is van publiek belang. De bescherming tegen buitenlandse invloeden en digitale inmenging wordt wettelijk beter geborgd. (p.92)

Het is goed om te lezen dat de CU digitale leermiddelen specifiek benoemt als het gaat over leermiddelen. Dit is echter een klein deel van het grotere probleem dat de digitale kloof vergroot. Projecten zoals Allemaal Digitaal zetten zich in om deze kloof van A-Z te dichten. Ons advies aan de CU is dan ook om eens op de website van Allemaal Digitaal te kijken.

PvdD

  • Terwijl datacenters met financiële steun van de overheid kostbare windenergie opslurpen, zitten mensen aankomende winter in de kou omdat het energiezuinig maken van (sociale) huurwoningen veel te traag gaat.  (p.1)
  • Samen met de lokale bevolking hebben we de komst van dit energieslurpende hyperscala-datacenter tegengehouden, waarmee we enorm veel energie en ruimte hebben uitgespaard. (p.4)
  • Een datacenter gebruikt evenveel energie als honderdduizenden huishoudens. Groene stroom kan daardoor niet meer worden gebruikt om huishoudens van schone energie te voorzien en andere industrieën te verduurzamen. Er komt daarom een rem op de bouw van datacenters.  (p.81)
  • P81: Nederlandse data worden zo veel mogelijk opgeslagen in datacenters in Nederland, zodat deze niet vallen onder Amerikaanse of Chinese wetgeving.
  • We zorgen dat voor vitale digitale infrastructuur altijd een analoge terugvaloptie beschikbaar is. (p.81)

Overall is het programma en het verhaal van de PvdD rondom digitalisering negatief. En voor datacenters in het bijzonder, terwijl de data wel in Nederland moet blijven. Daarnaast gaat de partij bijna niet in op de kansen die digitalisering biedt, maar gaat het programma wel uitgebreid in op de mogelijke risico’s.

Volt

  • Nieuwe technologieën en de inzet van digitalisering bieden kansen voor het versnellen van de klimaattransitie, maar op dit moment zien we ook dat de inzet van digitale middelen enorm veel energie kost. (p.36)
  • Er komt meer transparantie over het energieverbruik en de grondstofketens van de digitale infrastructuur die wij gebruiken. (p.36)
  • We stellen digitale leermiddelen in het onderwijs gratis beschikbaar, zodat het niet uitmaakt of de school voldoende financiële middelen en digitale kennis in huis heeft voor de aanschaf en het ook niet uitmaakt of ouders de financiële middelen hebben. Daarnaast kan er beter toezicht gehouden worden op de digitale veiligheid en privacy als de overheid de digitale leermiddelen beschikbaar stelt. (p.65)
  • We zetten daarom in op gezonde voeding op scholen, toegang tot digitale leermiddelen en scholen die voor iedereen toegankelijk zijn. (p.65)
  • Digitale ontwikkelingen zoals kwantum en AI dwingen zowel overheid als samenleving om nóg sneller mee te bewegen, te reageren, terwijl veel mensen überhaupt niet over een digitale basis beschikken. (p.105)
  • Nederland moet net als alle EU-lidstaten zelfstandig in staat zijn de impact van afhankelijkheden in de IT-levenssfeer op waarde in te schatten en te begrijpen. Daarvoor moeten we het beoogde kennisniveau op het gebied van digitale autonomie verhogen binnen de overheid en de private sector. (p.111)
  • De beschikbaarheid van digitale middelen als laptops, computers en smartphones moet omhoog. Bijvoorbeeld via onderwijsinstellingen of het instellen van zogenaamde Cyberbanken (zoals in Amsterdam). (p.112)
  • Nederland moet Europees koploper worden in het stimuleren en begrenzen van het gebruik van nieuwe digitale technologieën. Volt wil dat Nederland bij het maken van nieuwe wet- en regelgeving in Europees verband vasthoudt aan de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden en Europese waarden als privacy, informatievrijheid en gelijkheid. (p.113)
  • We stimuleren meer gemeentelijke loketten waar mensen die minder digitaal vaardig zijn aan kunnen kloppen voor hulp op het gebied van financiële bijstand, zorg of andere zaken. (p.113)

Volt heeft hier een goed, duidelijk en uitvoerbaar plan om iedereen digitaal mee te laten doen. Via Allemaal Digitaal heeft NLdigital hier ook een programma voor.

Wij zijn het met Volt eens dat Nederland Europese koploper moeten worden als het gaat om nieuwe digitale technologieën. Ook is het goed dat Volt ziet dat nieuwe digitale wet-en-regelgeving gezamenlijk in Europa moet worden afgesproken.

D66

  • Vanuit Europa hebben we de ambitie om concurrerend te zijn met de VS en China op het gebied van nieuwe technologieën, zoals 5G en kwantumtechnologie. Tegelijkertijd streven we ernaar om in Nederland voorop te lopen op innovatie en technologie in strategische sectoren, zoals de chipmarkt en 5G. We houden daarbij duurzaamheid altijd in acht.
  • Nog steeds zijn er naar schatting 20.000 Nederlandse huishoudens die niet kunnen beschikken over snel internet. D66 wil dat de overheid in samenwerking met het bedrijfsleven zorgt dat deze huishoudens worden aangesloten op snel internet. Dat geldt ook voor het Caribisch deel binnen het Koninkrijk.

D66 bekijkt de digitale infrastructuur vanuit Europees, Nederlands en ook vanuit regionaal perspectief. Europa moet kunnen concurreren met de VS en China op het gebied van nieuwe technologieën. Nederland moet vooroplopen maar ook de ongeveer 20.000 huishoudens in (voornamelijk) het buitengebied moeten kunnen beschikken over snel internet.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • Om onze overheidsgegevens beter te beschermen, moet de overheid weten waar de digitale infrastructuur staat, wie de eigenaar is en hoe data worden beveiligd – en hierop ook toezicht houden. Gevoelige overheidsdata worden zo veel mogelijk lokaal (on premise) opgeslagen of in specifieke gevallen bij nationale clouddienstaanbieders die onder rijkstoezicht staan. Voor het delen en verhandelen van deze data tussen verschillende overheidsorganisaties moeten strenge kaders gelden. (p.61)
  • Het opstellen en handhaven van spelregels voor de techindustrie vraagt om internationale coördinatie binnen de EU. Zo gaan we machtsconcentratie tegen en voorkomen we dat landen tegen elkaar worden uitgespeeld bij het lobbyen voor belastingvoordelen, de vestiging van datacenters of uitzonderingen op privacywetten. (p.61)
  • We zijn kritisch op het toevoegen van nieuwe datacentra aan het Nederlandse landschap. Naast de maatschappelijke meerwaarde (eigen behoefte), letten we scherp op de impact op de leefomgeving en het energie- en waterverbruik. Datacentra dienen zo ontworpen te worden dat de restwarmte gebruikt kan worden om nabijgelegen woonruimte of kantoorpanden te verwarmen. (p.57)

Goed dat NSC oog heeft voor ouderen en mensen uit kwetsbare groepen die digitaal minder vaardig zijn. Ook NLdigital ziet dat de digitale kloof groeiende is. NLdigital zet zich daarom zowel via Allemaal Digitaal als het Digitaal Meedoen Pakket in om iedereen de kans te geven uiteindelijk volledig mee te kunnen doen in de digitale samenleving.

NSC zoekt de bescherming van overheidsgegevens in lokale (on premise) opslag of bij nationale clouddienstaanbieders die onder rijkstoezicht staan. Wij staan voor een meer inclusief speelveld waar ruimte is voor nationale en internationale partijen, die allen voldoen aan dezelfde eisen die de overheid stelt aan marktpartijen. Ook voor datacentra geldt dat de NSC de blik erg naar binnen richt en deze vooral wil inzetten voor “eigen behoefte”, wat onmogelijk en onwenselijk is in het internationale digitale ecosysteem.

VVD

  • Vooruitgang betekent wel keuzes maken voor een slimme en schone economie. Daarom geven we ruimte en voorrang aan slimme en schone industrieën en helpen we ondernemers om de komende jaren de omslag te maken. (p.37)
  • We zetten ons in voor een Europees datacenterbeleid en besteden extra aandacht aan veiligheid, autonomie en duurzaamheid. (p.39)
  • We gaan mobiliteit slimmer maken. We maken gebruik van en ontsluiten data om mobiliteit slimmer te maken en files te voorkomen.Uiteraard gaat de automobilist zelf over zijn eigen data. Ook maken we gebruik van andere oplossingen, zoals het stimuleren van thuiswerken en meer flexibele werktijden. We steunen innovaties, zoals slimme infrastructuur en mobiliteit, zelfrijdende auto’s en zelfrijdende taxi’s. Daarnaast maken we het makkelijk om gebruik te maken van deelmobiliteit. (p.47)

De VVD zet vol in op innovatie voor een slimme en schone economie. Vooral in het domein mobiliteit wordt expliciet genoemd dat digitale oplossingen daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ook bij de inzet op een Europees datacenter beleid is er extra aandacht voor duurzaamheid.

SP

  • Doordat we de energievoorziening niet aan commerciële bedrijven overlaten, krijgen we meer grip op de energietransitie en kunnen we duurzame energie opwekken. Dit doen we o.a. door uitbreiding van windparken op zee, zonnepanelen op alle geschikte daken en investeringen in een toekomstbestendige energie-infrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof (p.15).

SP ziet de duurzame transities vooral als een sociaal maatschappelijk vraagstuk, niet zozeer als een technologische uitdaging. De rol van digitalisering blijft dan ook onderbelicht. Wel wordt ingezet op extra duurzame energie en investeringen in een toekomstbestendige energie-infrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof.

GL/PVDA

  • We lossen de overbelasting van het elektriciteitsnetwerk op door netten te verzwaren en op het elektriciteitsnet voorrang te geven aan duurzame en sociale activiteiten die passen bij de groene welzijnseconomie. Een groene welzijnseconomie vraagt duidelijkheid in doelen: in 2035 realiseren we een klimaatneutrale elektriciteitsvoorziening. Een groene industriepolitiek betekent opbouw, ombouw en afbouw van bepaalde sectoren. We bouwen een Nederlandse en Europese economie op die sterk is in de maakindustrie en hoogwaardige technologie. Nederland is geen paradijs voor energie slurpende raffinaderijen, kunstmestfabrieken en datacentra. Daarom sturen we actief op eerlijke lonen en goed werkgeverschap, duurzame productieprocessen en minimale belasting voor de leefomgeving en omwonenden.  (p.11)
  • En zolang de maatschappelijke waarde voor Nederland beperkt of onduidelijk is, stellen we strenge eisen aan het gebruik en de ontwikkeling van logistieke- en datacentra. (p.28)
  • Met gerichte innovaties en investeringen in nieuwe technologieën en werkwijzen kunnen we van Nederland een groen gidsland maken. (p.12)
  • Elektriciteit wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem. Dit wekken we op met zonnepanelen en windmolens, met name op zee. Uiterlijk in 2035 is onze elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal. (p.22)
  • We gaan prioriteren: Dus niet langer ‘wie het eerst kom, het eerst maalt’. We passen de Energiewet aan zodat partijen die een maatschappelijk belang dienen voorrang krijgen op het stroomnet. De overheid neemt de regie en heeft het laatste woord over de volgorde van aansluiten.
  • Inzetten op innovatieve oplossingen: we zetten in op innovatieve oplossingen die schommelingen in vraag en aanbod van elektriciteit opvangen. Daarvoor passen we de Energiewet aan en komt er geld beschikbaar uit het Klimaatfonds.
  • Circulaire economie; We zetten ons in voor ambitieuze Europese wetgeving om producten een langere levensduur te geven (ecodesign) en een recht op reparatie in te voeren. Ook steunen we de invoering van Europese verplichtingen voor fabrikanten en importeurs om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten. (p.27)
  • Afval te lijf; We houden vast aan de doelstellingen voor gescheiden inzameling, hergebruik en recycling.
  • Digitale duurzaamheid en datacentra. De Rijksoverheid toetst plannen voor nieuwe datacentra op nut en noodzaak, rekening houdend met de binnenlandse behoefte. Er is geen plaats voor ‘hyperscale datacentra’ die bijdragen aan de marktmacht van Big Tech. We stellen strenge eisen aan datacentra om een zuinig gebruik van stroom, grondstoffen, water en ruimte af te dwingen en hergebruik van restwarmte te bevorderen. We voeren duurzaamheidsstandaarden in voor digitale toepassingen om te voorkomen dat de mondiale groei van datacentra door het dak gaat. Op Europees niveau maken we ons sterk voor ecodesignregels die het gebruik van data en rekenkracht voor kunstmatige intelligentie (AI), online advertenties, video’s en games, slimme apparaten en cryptomunten aan banden leggen. In lijn met de komende Europese AI-wet ontwerpt de Nederlandse overheid een meetlat voor de ecologische voetafdruk en rekenintensiteit van AI-modellen. De score op deze meetlat weegt mee bij de aankoop van AI door overheden. (p.69/70)
  • Meer strategische autonomie. Wij steunen het streven van de EU om haar risicovolle afhankelijkheden van derde landen kritisch door te lichten en waar nodig af te bouwen. (p.77)

GL/PvdA zet in op een groene welzijnseconomie, innovatieve oplossingen voor het energiesysteem, een sterke hoogwaardige technologie en een circulaire economie. De belangrijke rol die digitale oplossingen hierin bieden wordt niet genoemd. Het sentiment naar datacenters, waar deze slimme oplossingen voor de groene welzijnseconomie draaien, is ronduit negatief. Veel ideeën voor de versnelling van duurzame digitalisering en circulaire economie op Europees niveau. 

CDA

  • Bouwen we aan een duurzame economie van de toekomst. Bij investeringen in schone technologieën en energie-infrastructuur voor bijvoorbeeld waterstof telt het belang van heel Nederland. (p.26)
  • Investeringen in digitalisering, robotisering en productie- en procesinnovatie zijn nodig om onze arbeidsproductiviteit te verhogen en ons verdienvermogen te behouden. (p.28)
  • We steunen een Europese grondstoffenheffing, strengere product-normering en het recht op reparatie van hele gewone producten als je smartphone. Zo maken we een einde aan de bewuste verkorting van de levensduur van producten en besparen we niet alleen op grondstoffen maar voorkomen we ook onnodige kosten voor consumenten.
  • De verantwoordelijkheid voor een meer duurzame productie is in de afgelopen jaren volledig bij de consument gelegd. Dat leidt vooralsnog tot onvoldoende resultaat. Die verantwoordelijkheid zal meer bij de producent gelegd moeten worden om hergebruik en recycling van afval en grondstoffen te versnellen. Er moeten daarom betere fiscale mogelijkheden komen voor het beprijzen van negatieve effecten van producten op natuur en milieu. Dat zou kunnen via een stapsgewijze aanpassing van de energiebelasting tot een Europese grondstoffenheffing. Daarmee maken we bijvoorbeeld een einde aan de situatie dat nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic. (p 28)

Het CDA ziet het belang van een duurzame economie, investeringen in schone technologieën en energie-infrastructuur en circulariteit. De bijdrage van digitalisering aan de grote maatschappelijke transities blijft helaas onderbelicht. Op het punt van circulariteit doen ze producenten geen recht, die al een kwart eeuw invulling geven aan een wettelijke producentenverantwoordelijkheid door eco-design en collectieve inzameling en verwerking van bijvoorbeeld afgedankte ICT-hardware.

BBB

  • Een sterke energie- en digitale infrastructuur dient burgers en bedrijven en verkleint de verschillen en de afstand tussen stad en platteland. BBB maakt zich sterk voor het snel verbeteren en opschalen van de energie en digitale infrastructuur en wil daarin versneld investeren. (p.97)
  • Verder kunnen digitalisering en digitale platformen de verduurzaming van de fysieke mobiliteit ondersteunen. (p.99)
  • Naast het maatwerk in het openbaar vervoer wil BBB meer inzetten op slimme toepassingen die de doorstroming op de wegen verbeteren. Zoals meer gebruik van de ‘groene golf’ en slimme verkeerslichten op diverse wegen, meer technologie in de organisatie van stads- en streekvervoer en het gebruik van technologie om benutting van de infrastructuur te optimaliseren. (p.101)
  • Er komen slimmere (fiets)verkeerslichten in steden en dorpen waardoor zowel voor auto’s als fietsers de doorstroming aangenamer wordt. (p.102)
  • Aangezien de elektrificatie en daarmee transport van energie over het elektriciteitsnet grote gevolgen heeft voor de kosten, willen wij dat grote energieverbruikers (zoals bijvoorbeeld datacenters) dichtbij elektriciteitsbronnen geplaatst worden. (p.114)
  • We willen, waar dit op lange termijn rendabel is, de aanleg van lokale warmtenetten stimuleren, waarbij restwarmte van bijvoorbeeld industrieën, datacenters en afvalverwerkers wordt gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen, echter ook geo- en aquathermie. (p.115)
  • Overheidsbeleid moet producenten stimuleren om circulair te ontwerpen en zich te richten op grondstoffenefficiëntie. Bijvoorbeeld een innovatieprogramma op het gebied recyclen van batterijen, accu’s en windturbinebladen. (p.114)
  • De overheid heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede infrastructuur, als een elektriciteitsnet, waar deze aanbieders en afnemers van energie gebruik van kunnen maken. Dat betekent dat we zowel sterk moeten investeren in het elektriciteitsnet als dat we zeker ook het netwerk slimmer moeten gaan gebruiken om piekmomenten met overbelasting van het net te beperken. (p.114)
  • We lichten burgers en bedrijven beter voor hoe zij energie op de juiste momenten kunnen gebruiken en welke maatregelen ze kunnen nemen om hun energieverbruik te verminderen. (p.116)

De BBB ziet nadrukkelijk de kansen van digitalisering voor verduurzaming. Ze wil veel digitale oplossingen inzetten om de schaarse capaciteit van het energienetwerk en van de wegen/mobiliteit beter te benutten, datacenter restwarmte voor warmtenetten te stimuleren en investeren in innovatieprogramma’s voor recycling van batterijen.

ChristenUnie

  • Om de schepping te bewaren en verder verval van natuur en klimaat tegen te gaan dienen economische, recreatieve en sociale activiteiten zich te bewegen binnen planetaire grenzen. Onze manieren van produceren en consumeren worden circulair ingericht. Het gebruik van grondstoffen en de productie van goederen worden afgesteld op hergebruik of reparatie. (p.56)
  • Werk toe naar één btw-tarief; voor groente en fruit, OV en reparaties geen btw meer. De huidige btw-tarieven verschillen fors – 21%, 9% en soms 0% – terwijl daar vaak geen goede reden voor is. .. een nultarief voor enkele specifieke productcategorieën, zoals groente en fruit ter bevordering van een gezond eetpatroon, op reizen met het openbaar vervoer en op schoenreparaties of aankopen bij kringloopwinkels ter stimulering van een meer circulaire economie. (p.54)
  • Repareerbaarheid en duurzaamheid van producten. We moeten terug naar de situatie dat mensen spullen kopen die lang meegaan. Niet-repareerbare gebruiksproducten worden geweerd van de Nederlandse markt: fabrikanten moeten tot 10 jaar verplicht reserve-onderdelen aanhouden en hierbij service bieden. Hiermee gaan we ‘geplande veroudering’ van producten en onnodig milieubeslag tegen. We willen dat producten met minder dan 5 jaar garantie kunnen worden verboden op de Nederlandse markt. Recycle materialen zoveel als mogelijk. De ChristenUnie wil adequate recycling bevorderen. (p.59)
  • Bevorder de deeleconomie. De ChristenUnie zet zich in voor bevordering van de deeleconomie (het niet dubbel aanschaffen, maar delen van producten, diensten en productiemiddelen) en stimuleert actief instituties en platforms die de deeleconomie stimuleren voor consumenten en producenten. (p.59)
  • Investeer in duurzaam vermogen. De natuur wordt met wind en zonne-energie als basis van het energiesysteem het meest leidend voor het aanbod van energie. We willen dat de vraag zoveel mogelijk meebeweegt met het aanbod, maar hier zitten in de praktijk grenzen aan. (p.62)

De circulaire economie komt uitgebreid aan bod bij de CU. Het pleidooi om geen BTW meer te heffen op reparaties juichen we toe. Elektrische apparaten zouden daarbij ook expliciet genoemd mogen worden. Steun voor de platforms die de deeleconomie stimuleren. Afspraken over productgaranties zouden wij liever uniform op Europees niveau geregeld zien. De CU erkent het belang van vraagsturing in een duurzaam energiesysteem, maar legt hierbij niet de link naar digitale oplossingen hiervoor.

PvdD

  • Een datacenter gebruikt evenveel energie als honderdduizenden huishoudens. Groene stroom kan daardoor niet meer worden gebruikt om huishoudens van schone energie te voorzien en andere industrieën te verduurzamen. Er komt daarom een rem op de bouw van datacenters.  (p.1)
  • Er komen strikte normen voor energieverbruik van apparaten en vervoermiddelen.
    Energie – ook duurzame energie – is niet altijd in overvloed beschikbaar. Het is daarom verstandig om te schakelen naar een slim energiesysteem waarin gestuurd wordt vanuit die schaarse beschikbaarheid . (p.5)
  • Duurzame energie krijgt voorrang op het energienetwerk, met ‘slimme energienetten’ (smart grids), die gevoed worden door kleinschalige en decentraal opgewekte groene energie.
  • De regel dat volgorde van aanvraag bepalend is, wordt geschrapt. Zo voorkomen we dat de schaarse ruimte op het net wordt weggegeven aan datacenters of cryptominers. (p.6)
  • Door vermindering van ons grondstoffen- en energieverbruik worden we bovendien minder afhankelijk van landen buiten de EU voor kritieke grondstoffen voor de energietransitie, voor digitalisering en voor medische apparatuur. Aan de hand van de strategieën op de R-ladder (refuse, reduce, reuse) verminderen we de hoeveelheid grondstoffen die jaarlijks worden gebruikt drastisch. (p.9)
  • Er komt een nationaal plan met afdwingbare doelstellingen om het aantal spullen dat we produceren en consumeren omlaag te brengen.
  • We leven in een wegwerpmaatschappij. Van telefoons die niet kunnen worden geüpdatet tot fast fashion; we dringen het gebruik van wegwerpproducten zo veel mogelijk terug.
  • Er komen strengere eisen voor het ontwerp van nieuwe producten.
  • We stimuleren de tweedehands markt, ruil- en deelplatformen en reparatiediensten.
  • Woon-werkverkeer met de auto wordt teruggedrongen, flex- en thuiswerken wordt gestimuleerd.  (p.19)
  • Digitalisering biedt steeds meer kansen, maar kent ook bedreigingen. We kunnen elkaar wereldwijd snel ontmoeten en van elkaar leren. We kunnen de tijd die we uitsparen door automatisering gebruiken voor meer tijd voor elkaar en zinvol werk. We kunnen kennis over de hele wereld met elkaar delen en zo groene transities versnellen. Als we niet oppassen, is de keerzijde echter groot. (p.73)

Het sentiment over datacenters bij de PvdD is uitgesproken negatief en pleiten voor een rem op de bouw van datacenters en minder toegang tot elektriciteit. Terwijl wel wordt erkend dat digitalisering de verduurzaming kan versnellen. Bijvoorbeeld door slimme energienetten voor een lokale duurzame energie, flex- en thuiswerken voor minder mobiliteit en ruil- en deelplatformen voor circulariteit en minder grondstofverbruik.

Volt

  • Duurzaam innoveren ; De Europese Unie ontwikkelt een kennishub waarin de beste innovaties op het gebied van groene en duurzame technologie gedeeld worden tussen burgers, bedrijven en lidstaten.
  • Nieuwe technologieën en de inzet van digitalisering bieden kansen voor het versnellen van de klimaattransitie, maar op dit moment zien we ook dat de inzet van digitale middelen enorm veel energie kost.
  • We onderzoeken de mogelijkheden van het inzetten van AI en andere technologieën bij het tegengaan van klimaatverandering, bijvoorbeeld op het gebied van handhaving en toezicht.
  • Het water- en energieverbruik van cloudinfrastructuur en datacenters moet omlaag. Door verduurzaming van hardware en efficiëntere (inzet van) software kan het energieverbruik omlaag worden gebracht. Daarvoor willen we wettelijk concrete, afdwingbare doelstellingen vaststellen.
  • Er komt meer transparantie over het energieverbruik en de grondstofketens van de digitale infrastructuur die wij gebruiken. (p.36)
  • We voeren een wettelijke verplichting voor het hergebruik van koelwater van datacentra in.
  • We spreiden het OV-verkeer beter over de dag en de week. .. Ook passen we de thuiswerk en kilometervergoeding aan op spits/dal en verschillende werkdagen, en maken we afspraken met maatschappelijke partners, bijvoorbeeld over hybride werken. (p.47/48)
  • We willen dat alle zakelijke leaseauto’s vanaf 2026 uitstootvrij zijn. (p.48)
  • Ons huidige fiscale stelsel staat vergroening niet alleen in de weg; het faciliteert zelfs vervuiling. Zo is de belasting op grondstoffen, verbruik en vervuiling te laag en is de belasting op arbeid te hoog. Ons stelsel kent bovendien veel fossiele vrijstellingen, met als resultaat: bergen met afgedankte elektrische apparaten en grootgebruikers van kolen en aardgas die aanzienlijk minder betalen dan kleine gebruikers. Dit is allesbehalve toekomstbestendig voor mens en natuur. We moeten toe naar een stelsel waarin recycling en hergebruik worden gestimuleerd en er geen accijnsvrijstellingen meer zijn voor kerosine. (p.87)

Volt zet in op een ambitieus klimaatbeleid en wil de kansen van digitalisering, zoals AI, hiervoor benutten. Ze vinden dat inzet van digitale middelen enorm veel energie kost en willen strengere doelen hiervoor. We verwachten dan wel dat de Europese partij Volt ziet dat je dit Europees moet afspreken. Hoewel we de berg van elektrische apparaten die Volt noemt niet herkennen, is het prima om hergebruik en recycling te stimuleren.

D66

  • Nederland circulair in 2050; Nederland heeft een ambitieus doel gesteld: op papier hebben we in 2050 een volledig circulaire economie. Veel productieketens zijn internationaal. Daarom zullen we ons inspannen om dit op Europese schaal te organiseren. In 2030 is ons doel om 50 procent minder grondstoffen te verbruiken. In 2040 zetten we in op 75 procent circulariteit. In 2050 is het doel om volledig circulair te zijn. Deze doelen leggen we wettelijk vast in een nieuwe circulaire economiewet. (p.20)
  • De overheid is als marktpartij één van de belangrijkste spelers bij het op gang brengen van de circulaire economie. Daarom leggen we vast dat de overheid, inclusief grote aanbesteders als Rijkswaterstaat en ProRail, in 2030 50 procent circulair inkoopt. In 2040 koopt de overheid volledig circulair in. (p.21)
  • Circulariteit biedt de belangrijke kans om zowel op nationaal als Europees niveau voldoende kritieke grondstoffen te verkrijgen. Er is meer aandacht en beleid nodig voor circulariteit van kritieke grondstoffen zoals zeldzame metalen. (p.22)
  • We willen een recht op reparatie en verlengen de wettelijke garantietermijnen voor producten. Makers van producten hebben zo de plicht apparaten repareerbaar te maken, reserveonderdelen aan te bieden en hun product bij normaal gebruik te laten repareren als het stuk gaat. Aan de hand van de verlening van de wettelijk gestelde garantieplicht, breiden we het recht op reparatie in Nederland uit voor elektronica, kleding en schoenen.
  • Binnen de Europese Unie dringen we aan op het aanpassen van de accountancyregels. Daarin voorkomen we dubbele btw bij hergebruik en verlengen we afschrijvingstermijnen. Structurele aandacht voor eerlijke prijzen is hier een belangrijk uitgangspunt.
  • We maken het consumenten en gebruikers makkelijker om te recyclen. We willen dat op (de verpakking van) producten duidelijk wordt aangegeven waar het weggegooid moet worden.
  • Elk product krijgt een digitaal productpaspoort dat gedurende de hele levenscyclus wordt bijgehouden. Dit paspoort bevat informatie over de gebruikte materialen, onderdelen en de herkomst daarvan, evenals instructies over demontage, recyclen, hergebruik en reparatie. Bovendien omvat het track & trace mogelijkheden.
  • Energie die we niet gebruiken, hoeven we ook niet te produceren, transporteren en betalen. Daarom wil D66 een expliciet en ambitieus doel voor energiebesparing per sector.
  • Netcongestie is nu het grootste probleem op het elektriciteitsnetwerk. Dit vereist actie. Het Actieplan Netcongestie wordt met kracht doorgezet. Uitbreiding en slimmer benutten van het elektriciteitsnetwerk heeft de hoogste prioriteit. Daarnaast zal het actieplan moeten worden uitgebreid met onorthodoxe maatregelen, waaronder onder andere snellere vergunningsprocedures, prijsdifferentiatie om elektriciteitsgebruik te sturen en/of flexibel gebruik. (p.17)
  • D66 wil met werkgevers, onderwijsinstellingen en decentrale bestuurders afspraken maken over werk- en openingstijden, thuiswerken en locatiekeuzes, zodat het openbaar vervoer in de spits kan worden ontzien en er een bredere spreiding op de weg ontstaat.
  • We maken autorijden eerlijker door rekeningrijden in te voeren.
  • We stellen als ambitie om in 2030, 500.000 emissievrije deelauto’s te hebben.
  • We blijven investeren in laadpalen. Ook in slimme laadpalen, waarmee elektrische auto’s kunnen laden wanneer de stroom goedkoop is en weer terug kunnen leveren aan het net wanneer er tekorten zijn. Zo worden auto’s een opslagplaats voor energie.
  • Netcongestie vormt een van de grootste uitdagingen bij het vormgeven van de energietransitie. Elektrische auto’s kunnen gebruikt worden om pieken (en dalen) in de elektriciteitsproductie op te vangen. D66 wil dat Nederland zich sterk maakt in Europa om vanaf 2027 te verplichten dat alle nieuw verkochte elektrische auto’s twee kanten op moeten kunnen laden. (p.142)
  • We dringen het aantal lege vrachtwagens op de weg terug door slimmere samenwerking tussen vervoerders en verladers te stimuleren. Technologie als kunstmatige intelligentie en duidelijke afspraken door middel van convenanten helpen daarbij.
  • We stimuleren experimenten met zelfrijdende en met elkaar communicerende vrachtauto’s op de snelweg, met aandacht voor gegevensbescherming en privacy. (p.144)
  • Technologie en duurzaamheid hangen sterk met elkaar samen. We willen technologie inzetten om klimaatverandering tegen te gaan. Tegelijkertijd is technologie als kunstmatige intelligentie ook afhankelijk van grote hoeveelheden elektriciteit, stroom en eindige grondstoffen. Dit dreigt de klimaatcrisis juist te versterken. D66 wil dat technologie klimaatneutraal en met respect voor natuur en milieu wordt ontwikkeld. Nederland maakt zich in Europa hard voor klimaatrechtvaardige toeleveringsketens van technologie.
  • Datacentra gebruiken veel elektriciteit en water voor de koelsystemen en om de servers draaiende te houden. D66 wil daarom dat datacentra in Nederland klimaatneutraal zijn in 2030. Vanaf 2025 worden alleen nog vergunningen afgegeven voor klimaatneutrale datacentra.
  • D66 wil dat er internationale afspraken komen over de verduurzaming van de productieketen van de technologie-industrie, waaronder de verduurzaming van datacentra en mijnen waar grondstoffen voor de energietransitie, zoals kobalt en lithium, worden gewonnen.

D66 zet versneld in op een klimaatneutrale en circulaire economie en ziet digitalisering als belangrijk middel hiervoor. Inzet op diverse slimme oplossingen voor beter benutten van het elektriciteitsnet (slim laden, vraagsturing) en wegennet (thuiswerken, rekeningrijden, communicerende vrachtwagens, logistiek optimalisatie met AI).

Ten aanzien van circulariteit wil D66 enerzijds ambitieuze nationale (tussen)doelen en anderzijds onderkent ze terecht de rol van internationale ketens en het Europese speelveld daarvoor. Wat ons betreft zijn het digitale productpaspoort, recht op reparatie en wettelijke garanties zaken om Europees af te spreken.

D66 ondersteunt onze sectorambitie van 2030 klimaat neutraal, specifiek voor datacenters. Vergunningen voor klimaatneutrale datacenters vanaf 2025 is ambitieus en vraagt nog de nodige interpretatie en innovatie.

PVV

  • De Klimaatwet, het Klimaatakkoord en alle andere klimaatmaatregelen gaan direct door de shredder. Geen miljardenverspilling aan zinloze klimaathobby’s, maar meer geld voor onze mensen.
  • Ons land wordt volgepropt met afzichtelijke windturbines, terwijl omwonenden daar letterlijk ziek van worden. Ze willen ons aan de warmtepomp en de elektrische auto, terwijl ons elektriciteitsnet – ooit één van de betrouwbaarste ter wereld – het nú al niet meer aankan.
  • Terugtrekken uit het VN-Klimaatakkoord; Klimaatwet intrekken
  • SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen
  • Geen windturbines, geen zonneparken
  • Verlagen van de energiebelasting
  • Verlagen van de btw op energie
  • Salderingsregeling zonnepanelen in stand houden
  • Meer wegen aanleggen
  • Brandstofaccijns verlagen
  • Geen rekeningrijden
  • Maximumsnelheid verhogen naar 140 km/h
  • Geen verbod op de verkoop van brandstofauto’s
  • Stoppen met het gasvrij maken van woningen
  • Geen verplichte warmtepomp

De PVV is fel gekeerd tegen klimaatbeleid en het thema circulariteit en grondstoffen wordt geheel niet genoemd. PVV is tegen grootschalige duurzame energie in wind- en zonneparken. Digitale oplossingen komen dan ook niet aan bod, omdat klimaatverandering niet als probleem wordt gezien.

NSC

  • Vestigingsklimaat en innovatie ; In het nationale innovatiebeleid willen we een hervorming doorvoeren… Meer regie is gewenst. We voegen daarom het Groeifonds en onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samen met InvestNL tot een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij die risicovolle private investeringen kan uitlokken op het gebied van onder meer verduurzaming, digitalisering en strategische infrastructuur. (p.41)
  • Eerlijk werk in een sterke economie; We werken aan een circulaire economie door het modulair en reparabel ontwerpen van producten te stimuleren; dit wordt onderdeel van het innovatiebeleid. (p.41)
  • Door de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verplichten we het bedrijfsleven tot het opzetten van systemen voor inzameling, hergebruik en recycling van materialen en onderdelen. Er komen bindende doelen voor het gebruik van gerecycled materiaal in productieprocessen en tegengaan van verspilling. Knelpunten in wetgeving rond het benutten van ‘afval’ als grondstof worden weggenomen. (p.41)
  • Voor de consument en bedrijven moet de keuze voor het circulaire alternatief aantrekkelijker worden gemaakt. We willen afspraken maken met elektronica-, meubel- en kledingzaken over het aanbieden van tweedehands/ refurbished producten. (p.42)
  • Onze fysieke leefomgeving ; De toegang tot schoon en betaalbaar drinkwater moet gegarandeerd zijn… We moeten het watergebruik verminderen en met name nieuwe grootschalige winningen voor de industrie (zoals datacenters) goed afwegen. (p.52)
  • Het energienetwerk moet worden verzwaard met het oog op de voortgaande elektrificatie van huishoudens en het bedrijfsleven, zowel (inter)nationaal als regionaal. Op het tempo en de volgorde van investeringen moet meer landelijke en provinciale regie komen. (p.55)
  • Door minder energie te verbruiken, dalen de kosten voor huishoudens en bedrijven en daalt de CO2-uitstoot. Er moet een nationaal programma energiebesparing komen. (p.56)
  • We zijn kritisch op het toevoegen van nieuwe datacentra aan het Nederlandse landschap. Naast de maatschappelijke meerwaarde (eigen behoefte), letten we scherp op de impact op de leefomgeving en het energie- en waterverbruik. Datacentra dienen zo ontworpen te worden dat de restwarmte gebruikt kan worden om nabijgelegen woonruimte of kantoorpanden te verwarmen. (p.57)

De NSC wijst op veel beleid dat al in Nederland of Europa in gang is gezet. Voor circulair productbeleid is hierbij van belang dat de Europese markt voor ogen wordt gehouden. NSC is kritisch op het toevoegen van nieuwe datacenters en het energie- en watergebruik, wat ze nog wel in perspectief moeten plaatsen. De kansen van digitalisering worden niet benoemd, behalve het gebruik van restwarmte van datacenters voor de omgeving.

VVD

  • Toegankelijke overheid. In de uitvoering moet ruimte zijn om af te wijken als de gevolgen voor mensen onevenredig groot zijn of in strijd met de bedoeling van de wet. We hebben vertrouwen in professionals en geven ze waar mogelijk meer beslisruimte binnen de grenzen van de wet. Mensen behouden het recht om, naast digitaal contact, ook per post en telefoon contact met de overheid te hebben. Ook helpen we mensen die moeite hebben de technologie bij te houden. Mensen moeten persoonlijk in contact met de overheid kunnen treden. Websites en apps van de overheid moeten daarnaast altijd goed toegankelijk zijn voor blinden en slechtzienden of voor anderen met een beperking. Daar moet bij de aanbesteding al rekening mee gehouden worden.
  • Eerlijk gebruik van data en algoritmen. Er wordt geen gebruik gemaakt van afkomstgerelateerde gegevens zoals nationaliteit, tenzij dit rechtmatig en objectief gerechtvaardigd is. Algoritmen worden gecontroleerd op transparantie, discriminatie en willekeur. Het gebruik van algoritmen in de publieke en private sector moet transparant zijn.
  • Hoogwaardig en deskundig ambtenarenapparaat. Nederland kan zich gelukkig prijzen met hardwerkende, deskundige professionals in publieke dienst, met een groot hart voor de publieke zaak. Naast de uitvoeringsambtenaren moeten ook (beleids-)ambtenaren en topambtenaren kennis hebben van de uitvoeringspraktijk. We scheppen meer ruimte voor stages bij uitvoeringsorganisaties en decentrale overheden. Het bedrijfsleven kan daarbij helpen. We voeren hervormingen door waar nodig. (p. 73)

De VVD is hier in lijn met de Ethische Code AI van NLdigital.

SP

  • Discriminatie door de overheid zoals gebeurde bij de Belastingdienst, pakken we keihard aan. Inzet van kunstmatige intelligentie om fraude op te sporen is niet langer toegestaan, als mensenrechten niet gewaarborgd kunnen worden.

Het staat er wat stevig, maar er is geen twijfel dat AI alleen ingezet kan en mag worden als de mensenrechten ook worden gewaarborgd. Niet alleen bij de overheid.

GL/PVDA

  • Strategische autonomie van Europa vereist ook technologische macht. De sterke afhankelijkheid van buitenlandse platforms, software en hardware stelt Europa bloot aan Chinese spionage, economische dwang en Amerikaans surveillancekapitalisme. Wij willen dat de EU haar schaalgrootte benut om technologie te ondersteunen, te ontwikkelen en aan regels te verbinden die recht doen aan Europese waarden. We zetten daarom in op betrouwbare opensourcesoftware én -hardware en een cloud waarin onze data veilig zijn. Wat betreft kunstmatige intelligentie zijn onze mensenrechten leidend.
  • Democratisering van soft- en hardware. Door middel van aanbestedingen en subsidies ondersteunen we de ontwikkeling van betrouwbare opensourcesoftware en -hardware, met broncodes die iedereen kan controleren, aanpassen en verbeteren. We investeren in publiek-civiele alternatieven voor commerciële sociale media, platformdiensten en cloudopslag. We zorgen dat die nieuwe soft- en hardware zuinig omspringt met data, energie en grondstoffen. Daarnaast bevorderen we open data die voor iedereen beschikbaar is en open standaarden, wat er onder andere voor zorgt dat je nooit volledig afhankelijk wordt van één ICT-leverancier.

Het is goed om geo-politiek bewust te zijn en ook het streven naar leveranciersonafhankelijkheid is prima. Maar dat kan op andere manieren worden bereikt dan door één businessmodel verplicht te stellen.

CDA

  • De komende kabinetsperiode moet de Belastingdienst orde op zaken stellen in zowel de ICT-systemen als de uitvoeringscapaciteit, terwijl binnen de kaders zoveel mogelijk uitvoerbare verbeteringen in het stelsel worden doorgevoerd. (p.70)
  • De rechtsbescherming voor burgers bij geautomatiseerde besluitvorming door de overheid wordt versterkt via een recht op inzicht in de gegevens en de algoritmes die de overheid gebruikt. Het beroep tegen dit soort besluiten en de toetsbaarheid van onderliggende algoritmes wordt vereenvoudigd.

NLdigital heeft in haar manifest ook expliciet de Belastingdienst genoemd als verbeterpunt bij de overheid. 

Bij de inzet van AI binnen de overheid moet dit altijd ter ondersteuning zijn van menselijke besluitvorming.

BBB

  • We zorgen voor voldoende mandaat voor overheidsinstellingen om de dreiging in het cyberdomein het hoofd te kunnen bieden.
  • Wij zetten ons in voor het creëren van mogelijkheden om datawetenschap en kunstmatige intelligentie effectief te benutten voor een verbeterde overheidsdienstverlening.
  • Wij streven ook naar gebruiksvriendelijke digitale oplossingen om de overheid nog toegankelijker te maken voor iedereen.
  • Wij bevorderen het gebruik van digitale technologie om de betrokkenheid van burgers in het publieke en politieke proces te vergroten.
  • We zorgen ervoor dat Nederland een van de koplopers blijft op het gebied van digitalisering en technologie.
  • De overheid moet actief open source ontwikkelingen op het gebied van digitalisering ondersteunen en bevorderen, zodat er een inclusieve samenwerking ontstaat tussen ontwikkelaars, onderzoekers en burgers. Op deze manier kunnen zij gezamenlijk innovatieve digitale diensten en oplossingen ontwikkelen voor urgente maatschappelijke vraagstukken.
  • De technologische ontwikkelingen kennen ook een belangrijke ethische component. Welke toepassingen vinden we ethisch aanvaardbaar en hoe stellen we zeker dat er geen ethische grenzen overschreden worden? Op dit vlak zien we ook een belangrijke rol voor onze Rijksoverheid om samen met alle belanghebbenden (burgers, bedrijven, lagere overheden) tot algemeen aanvaardbare kaders te komen.

Nuttige en praktische oplossingen vanuit BBB voor een betere dienstverlening van de overheid. Maar nen streven naar meer open source moet niet leiden tot uitsluiting van een deel van de markt. 

De ethische paragraaf sluit goed aan bij wat wij zelf bepleiten. 

PvdD

  • Open-sourceprojecten bieden veel kansen om kennis en informatie te delen. Door bijvoorbeeld technologische oplossingen te delen, kunnen andere landen, ondernemers en individuen bestaande kennis gebruiken om verder te ontwikkelen. De overheid gaat open standaarden, open-sourcesoftware en open hardware stimuleren en waar mogelijk gebruiken.
  • Burgers die niet uit de voeten kunnen met de digitale middelen van de overheid, kunnen altijd bij een fysieke balie in hun eigen gemeente terecht. Communicatie per post blijft altijd mogelijk.

De focus op open source leidt tot beperking van het aanbod en daarmee tot sub-optimale oplossingen. Een streven naar leveranciersonafhankelijkheid kan op andere manieren worden bereikt. Goed opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap zijn daarbij van belang.

ChristenUnie

  • “No computer says no. Er komt een wettelijk recht op uitleg bij besluiten door de overheid. Wanneer de overheid een geautomatiseerd besluit heeft genomen, moet het mogelijk zijn om een uitleg van het besluit te krijgen door iemand met inhoudelijke kennis over het besluit.”
  • “Veilige digitalisering in publieke sector. Goede bescherming van data bij publieke instanties is cruciaal. Daarom wil de ChristenUnie dat er heldere richtlijnen worden gehanteerd voor de bescherming van publieke data bij alle overheden.”

De mens moet altijd de laatste schakel zijn. AI moet ondersteunend zijn aan goed geïnformeerde besluiten en uitlegbaar zijn. Ook voor de bescherming van data is al een Baseline Informatiebeveiliging Overheid. De CU roept dus eigenlijk niks nieuws hier.

Volt

  • Volt wil dat er een digitale toets komt bij het maken van wet- en regelgeving, zodat al bij het ontwerpen van nieuw beleid rekening wordt gehouden met de impact daarvan op ICT in de uitvoering.
  • Nederland moet net als alle EU-lidstaten zelfstandig in staat zijn de impact van afhankelijkheden in de IT-levenssfeer op waarde in te schatten en te begrijpen. Daarvoor moeten we het beoogde kennisniveau op het gebied van digitale autonomie verhogen binnen de overheid en de private sector.
  • We maken de kosten en baten van essentiële investeringen op het gebied van ICT in het publieke domein beter zichtbaar voor iedereen. Deze informatie staat nu verspreid in verschillende begrotingen. Door ICT-onderhoud eenvoudig en structureel zichtbaar te maken op de Rijksbegroting, behandelen we ICT van de overheid minder als losse projecten. Dat maakt strategische afwegingen beter mogelijk.

Volt benoemt hier een aantal goede punten. NLdigital pleit al lang voor een digitale toets bij nieuwe wet- en regelgeving. Ook het verhogen van de digitale kennis van besluitvormers is een speerpunt voor NLdigital. We zijn ook positief over het inzichtelijk maken van alle ICT-kosten en baten binnen de overheid.

D66

  • We willen dat een Europese Digitale Identiteit (eID) open-source wordt ontwikkeld, zodat iedereen kan controleren of privacy wordt gerespecteerd. De gegevens slaan we niet op één plek op, maar op de apparaten van gebruikers, en de gegevens worden niet commercieel gebruikt.
  • De overheid stopt met excessieve verzameling van data van burgers. Basisbeginselen zoals dataminimalisme en legaliteit staan centraal in de omgang van de overheid met gegevens van burgers. Dat betekent dat de overheid alleen de noodzakelijke gegevens gebruikt en alleen wanneer dit gebaseerd is op een wet.
  • Risicoprofilering door de overheid mag nooit meer leiden tot stigmatisering of (in)directe discriminatie van mensen. Kenmerken zoals afkomst en geslacht, maar ook de wijk waarin iemand woont, de taalvaardigheid van mensen en hun mentale welzijn worden niet meer gebruikt bij risicoprofilering.
  • Digitale inclusie staat centraal bij de steeds verder digitaliserende overheid. Persoonlijk, offline contact met de overheid blijft altijd mogelijk. Bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de eerste levensbehoeften, zoals energiebedrijven, banken, verzekeraars en pensioenfondsen, blijven zorgen voor persoonlijke communicatie en ondersteuning van mensen.
    We investeren in kennis en bewustzijn over digitale technologie. Naast de verplichte training ‘Digitale weerbaarheid’ die Rijksambtenaren vanaf 2024 krijgen, komt er een verplichte training ‘Digitalisering, mensenrechten en ethiek’.
  • De ICT-capaciteiten van het Rijk brengen we op orde. De overheid wordt minder afhankelijk van externe ICT-inhuur en haalt meer ICT-kennis in huis. De minister van Digitale Zaken houdt hierop de regie.
  • ICT-projecten bij de overheid worden voortaan in kleinere blokken opgesplitst die los aanbesteed kunnen worden. De overheid beweegt weg van enorme projecten. Zo wordt het toezicht op aanbestedingen overzichtelijker. Uitvoeringsorganisaties krijgen een luidere stem in dit proces, zodat de praktijk beter aansluit bij de beleidskeuzes in de politiek.
  • In de huidige maatschappij is het haast onmogelijk om mee te kunnen doen zonder een aantal digitale voorzieningen, zoals e-mail of office-software. Momenteel is deze markt in handen van grote techbedrijven. Deze publieke voorzieningen worden publiek toegankelijk.
  • Open-source software en open standaarden vormen het uitgangspunt bij de overheid. Dit draagt bij aan digitale inclusie, participatie, controle en de bescherming van privacy.

D66 heeft een aantal opvallende punten in hun manifest. Veel aandacht voor meer digitale kennis bij de overheid, ook een speerpunt voor NLdigital. Wat D66 bedoelt met het publiek maken van e-mail en office software is nog onduidelijk.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • De overheid gebruikt op grote schaal onze gegevens. De bedoelingen zijn vaak goed. Zo kunnen administratieve lasten worden verlaagd en burgers en bedrijven beter geholpen worden als niet iedere keer om dezelfde informatie hoeft te worden gevraagd. In de gezondheidszorg, het onderwijs en op het gebied van veiligheid worden volop data verzameld, AI-bewerkingen toegepast en verdere innovaties verkend. Hoe het mis kan gaan, bleek onder meer bij het toeslagenschandaal. Met een ‘zwarte lijst’ met vermeende fraudesignalen werden gezinnen uitgesloten van tal van voorzieningen, doordat instanties deze informatie ongecontroleerd bleven delen en bleven gebruiken. Gegevens kunnen een eigen leven gaan leiden en mensen worden als verdachte aangemerkt, zonder ook maar iets verkeerd te hebben gedaan.
  • Het primaat van de wetgever – in het bijzonder de Kamer – over de toepassing van nieuwe technologieën moet worden versterkt. Bij de wetgeving moeten de AVG, het EVRM en Handvest nauwkeurig worden gevolgd. We willen naar buitenlands voorbeeld binnen de Kamer een Bureau voor Technologie oprichten ter ondersteuning van de wetgevende en controlerende taak. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet beschikken over voldoende ruimte en budget om de rol als onafhankelijke waakhond goed te vervullen.

Bij NSC komt de digitale overheid vooral terug in de verkeerde toepassing van technologie en de negatieve gevolgen daarvan. De oplossing van NSC om een Bureau voor Technologie op te richten is redelijk in lijn met wat NLdigital bepleit richting de verkiezingen. Maar binnen de overheid moet innovatie niet worden afgeremd door een bureau dat alle vernieuwing eerst langdurig gaat toetsen.

VVD

De VVD zegt niets over eventuele aanpassing van de inrichting van departementen en besteedt ook geen aandacht aan het belang van het steviger verankeren van het beleid op het gebied van digitalisering.

SP

Geen aandacht voor dit onderwerp.

GL/PvdA

Geen aandacht voor dit onderwerp.

CDA

  • Om het belang van gezinnen voor onze samenleving te onderstrepen willen wij een minister voor het Gezin. Deze minister brengt elke 2 jaar een ‘staat van het gezin’ uit zodat gezinsbeleid hoog op de politieke agenda blijft staan en door één minister wordt vormgegeven. Een generatietoets maakt het effect van wetgeving zichtbaar op de kansen voor de volgende generatie. (p.17)

CDA heeft aandacht voor specifieke uitdagingen en wil daar een ministerspost voor vrijmaken, in dit specifieke geval een minister voor het Gezin. NLdigital pleit voor een minister voor Digitale Zaken maar leest dat nog niet terug in het programma.

BBB

  • BBB pleit voor een minister van digitalisering in het nieuwe kabinet. Een Ministerie van Digitalisering is van vitaal belang in de moderne samenleving vanwege de alomtegenwoordige rol die digitale technologieën spelen in ons dagelijks leven. Digitalisering heeft immers een diepgaande invloed op onze veiligheid, de manier waarop we communiceren, werken en leren, op de emotionele gezondheid van onze jeugd en – als het aan de Europese Commissie ligt – ons geld. (p.83)
  • Een specifiek Ministerie van Digitalisering moet zich richten op het ontwikkelen van een nieuwe nationale digitale strategie en het coördineren van digitale innovatie over diverse sectoren. Ook moet het ministerie de juiste regels waarborgen om de juiste regelgeving en beleidsmaatregelen om burgers, bedrijven en infrastructuur te beschermen. Het is van cruciaal belang dat de overheid een proactieve rol speelt in het sturen en vormgeven van digitale transformatie, met als voornaamste doel de mens centraal te houden en de brug tussen burger en overheid veel sterker te maken. (p.83)

De BBB erkent het belang van digitalisering en de impact die dit heeft op tal van maatschappelijke en economische terreinen. BBB gaat zelfs zo ver dat ze pleit voor een minister VAN digitalisering, dus met een eigen departement en budget. Hiermee gaat de BBB verder dan ons voorstel om de minister voor Digitalisering onder te brengen bij het ministerie van Economische Zaken om vanuit daar de coördinerende rol te pakken.

PvdD

  • Voor veilige verdere digitalisering is een domeinoverstijgende regie op samenwerking nodig, waarbij cybersecurity, digitale autonomie, bestrijding van cybercrime en kennisontwikkeling als integrale onderdelen en noodzakelijke randvoorwaarden worden gezien. Er wordt geïnvesteerd in voldoende cyberbewustzijn en dus digitale geletterdheid van burgers.

Er wordt niet expliciet gepleit voor een minister voor Digitale Zaken maar de PvdD is helder, er is meer regie op de verdere digitalisering nodig.

ChristenUnie

Geen aandacht voor dit onderwerp.

Volt

  • We willen dat er een minister van Digitale Zaken komt met een eigen ministerie van Digitale Zaken. (p.111)
    Volt wil dat er een digitale toets komt bij het maken van wet- en regelgeving, zodat al bij het ontwerpen van nieuw beleid rekening wordt gehouden met de impact daarvan op ICT in de uitvoering. (p.111)
  • We maken de kosten en baten van essentiële investeringen op het gebied van ICT in het publieke domein beter zichtbaar voor iedereen. Deze informatie staat nu verspreid in verschillende begrotingen. Door ICT-onderhoud eenvoudig en structureel zichtbaar te maken op de Rijksbegroting, behandelen we ICT van de overheid minder als losse projecten. Dat maakt strategische afwegingen beter mogelijk. (p.112)

Volt onderkent het belang van meer governance op het beleid voor digitalisering en komt zelf met een ministerie van Digitale Zaken. Dit betekent een ministerie met eigen begroting en eigen minister. Daarnaast wil ze meer inzicht in de investeringen op het gebied van ICT, door dit structureel zichtbaar te maken op de Rijksbegroting.

D66

  • Wij vergroten de grip op technologie met een verantwoordelijke minister, stevigere parlementaire controle, burgerfora, regulering en beter toezicht. Mensen krijgen meer zeggenschap over hun gegevens. Vooraan zetten we technologie in om de democratie te versterken.
  • D66 heeft de eerste staatssecretaris voor Digitale Zaken geleverd – een belangrijke stap naar meer politieke grip op digitalisering. Een groter mandaat is nodig voor deze bewindspersoon.
  • D66 wil een minister van Digitale Zaken die leidinggeeft aan een overkoepelend ministerie van Digitale Zaken. Deze minister zorgt voor bundeling van kennis en expertise binnen de overheid, bijvoorbeeld door een pool van IT-talent in te stellen die werkt aan grote maatschappelijke opgaven.
  • Parlementaire controle op technologische toepassingen is essentieel. De Tweede Kamercommissie Digitale Zaken blijft. Ook investeren we extra in parlementaire ondersteuning op het vlak van ICT en digitalisering. (p.192)
  • We investeren in kennis en bewustzijn over digitale technologie. Naast de verplichte training ‘Digitale weerbaarheid’ die Rijksambtenaren vanaf 2024 krijgen, komt er een verplichte training ‘Digitalisering, mensenrechten en ethiek’. (p.194)

D66 onderkent het belang van grip op het dossier digitalisering en pleit voor een minister van Digitale Zaken met meer mandaat. Het betreft in dit voorstel dus een zelfstandige minister met budget en departement. Ook lijkt D66 departementsoverstijgend te willen werken en hecht ze veel waarde aan de, nog jonge, Kamercommissie Digitale Zaken. Ook pleit de partij voor het verhogen van het kennisniveau van ambtenaren.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

Geen aandacht voor dit onderwerp.

VVD

  • We versterken het toezicht van de ACM voor burgers en bedrijven.” (p.59, niet in context digitale taken)

Alhoewel de VVD aandacht heeft voor vele vormen van toezicht, blijft aandacht en afdoende capaciteit voor toezichthouders in digitale context volledig uit.

SP

  • Er komt beter toezicht op de algoritmes die sociale mediabedrijven gebruiken. (p.21)
  • Wij versterken de Autoriteit Persoonsgegevens om misstanden aan te pakken. (p.14)

Zeer summier en alleen de AP benoemd, met een focus die niet gericht is op constructief samenwerken. Als zodanig beoordelen we dit als onvoldoende aandacht.

GL/PVDA

  • Toezichthouders met tanden. We zorgen ervoor dat onze privacy goed wordt beschermd en de digitalisering in goede banen wordt geleid door het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens, de privacy-toezichthouder én algoritmewaakhond, te verhogen. (p.69)

Het is goed dat GL-PvdA extra budget wil toekennen aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Maar dit is slechts één van de toezichthouders en het NCSC blijft ook onbenoemd.

CDA

Geen aandacht voor dit onderwerp.

BBB

  • “In het Nationale digitaliseringsbeleid is uiteengezet hoe digitale technologie beoordeeld wordt. Voor BBB is het belang dat keuzevrijheid, privacy, gebruik en veiligheid van onze burgers, bedrijven en infrastructuur voldoende aandacht krijgen in gebruik en bij toezichthoudende instantie.” (p.83)
  • “Eens per halfjaar vormt de NVR de nationale data- en technologie raad (NDTR) tezamen met Nationaal Cyber Security Centrum, het Defensie Cyber Commando, de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nationale Politie, de NCTV en de Joint Sigint Cyber. De NDTR stippelt de prioriteiten en strategie van Nederland in het digitale landschap uit.” (p.125)
  • “De voorwaarde die wij hieraan stellen is dat deze bevoegdheden wettelijk gekaderd worden, achteraf door toezichthouders gecontroleerd kunnen worden en verdedigd moeten kunnen worden.” (p.127)

Alhoewel de toezichthoudende rol benoemd is zien we geen visie op hoe die rol moet worden uitgevoerd en missen we ook oog voor de beperkte middelen bij de toezichthouders.

ChristenUnie

  • “Versterk het openbaar bestuur en de uitvoeringsorganisaties. Er zijn achterstanden, ICT-problemen en personeelstekorten bij een aantal grote publieke diensten, zoals de Belastingdienst en de IND. Daardoor kunnen beleid en noodzakelijke hervormingen niet worden uitgevoerd. Ook knelt het bij de politie en is er versterking nodig van inspecties en toezichthoudende organen.” (p.92)
  • “Waakhond Digitale Veiligheid. Er is beter toezicht nodig op wat bedrijven en overheden met onze gegevens doen en welke algoritmes en technieken ze inzetten. De Autoriteit Persoonsgegevens wordt daarom uitgebreid tot een sterke toezichthouder voor Digitale Veiligheid, met voldoende technische kennis en middelen om ons digitaal te beschermen. Daarbij is specifiek aandacht voor de bescherming van kinderen.” (p.99)
  • “Publieke sectoren zijn geen kostenpost, maar een belangrijke randvoorwaarde voor een goed functionerende samenleving en bloeiende economie. Bezuinigen op toezicht, handhaving, veiligheid en uitvoering, zoals na de kredietcrisis is gebeurd, is een no go.” (p.99)

We denken niet dat het zal helpen om de AP tot supertoezichthouder om te vormen, onder andere de RDI ziet al toe op de digitale veiligheid waar het niet om privacy gaat. De verschillende digitale toezichthouders zoeken onderling al de samenwerking, maar taakvermenging en fusies gaan de uitvoering van hun taken niet verbeteren. We waarderen de aandacht van ChristenUnie voor extra budget bij de AP.

PvdD

  • “Zelflerende systemen, waarbij computers besluiten nemen over mensen zonder menselijke inmenging, worden aan streng ethisch en privacytoezicht onderworpen. Ook wordt erop gelet of deze systemen discriminatoire besluiten nemen. De overheid gebruikt geen ‘black box’-algoritmes.” (p.80)
  • “De Autoriteit Persoonsgegevens wordt uitgebreid om de naleving van de Avg (Algemene verordening gegevensbescherming) goed te kunnen controleren.” (p.82)

We missen aandacht voor RDI en NCSC, en ook aandacht voor de constructieve rol die toezicht kan spelen in plaats van puur als handhavende instanties.

Volt

  • “We onderzoeken de mogelijkheden van het inzetten van AI en andere technologieën bij het tegengaan van klimaatverandering, bijvoorbeeld op het gebied van handhaving en toezicht.” (p.40)
  • “Volt wil investeren in toezicht en handhaving op Europese wet- en regelgeving en we versterken bestaande kaders waar nodig. De Autoriteit Persoonsgegevens moet structureel meer middelen krijgen om alle toezichtstaken naar behoren uit te voeren.” (p.119)
  • “Toezichthouders moeten in staat worden gesteld om de risico’s en schadelijke gevolgen van AI-ontwikkelingen te monitoren en sanctioneren waar mogelijk.” (p.120)

We missen aandacht voor RDI en NCSC, en ook aandacht voor de constructieve rol die toezicht kan spelen in plaats van puur als handhavende instanties. Toch beoordelen we de inzet van Volt als positief, omdat zij oog hebben voor het tekort aan capaciteit bij de Autoriteit Persoonsgegevens. We vragen ons wel af wat de rol van toezichthouders is bij het inzetten van AI voor klimaatverandering. Hierbij tekenen we aan dat het NCSC op pagina 131 wel een rol toebedeeld krijgt die in onze ogen niet passend is, zie ons commentaar daarop onder het kopje cybersecurity.

D66

  • “Het toezicht op algoritmes en AI wordt steviger. We verhogen het budget van de algoritmewaakhond. Toezichthouders zoals de Autoriteit Financiële Markten, de Autoriteit Consument & Markt, de Autoriteit Persoonsgegevens en het Commissariaat voor de Media, hebben voldoende middelen nodig om toezicht te kunnen houden op Europese regelgeving. D66 zal streng controleren of de overheid deze wetgeving effectief implementeert.” (p.193)

Het is goed dat D66 extra budget wil toekennen aan de AP. Maar dit is slechts één van de toezichthouders en ook het NCSC blijft onbenoemd. In het rijtje van genoemde toezichthouders voelen deze omissies nog extra als een gemiste kans.

PVV

Geen aandacht voor dit onderwerp.

NSC

  • “De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet beschikken over voldoende ruimte en budget om de rol als onafhankelijke waakhond goed te vervullen.” (p.61)
  • “Het stelsel voor informatiebeveiliging moet worden herzien. Momenteel zijn er drie verschillende overheidsdiensten die onder drie afzonderlijke ministeries vallen, namelijk het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging (NBV) en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), die deels overlappende taken en rollen hebben rondom de weerbaarheid van overheidssystemen. Daar komt bij dat ieder ministerie zelf verantwoordelijk is voor de inrichting van haar informatiebeveiliging. Er moet een centrale autoriteit komen die regie neemt over de bescherming en beschikbaarheid van gegevens binnen de landelijke en lokale overheid en in de vitale sectoren, evenals het bevorderen van de digitale weerbaarheid van Nederland in algemene zin.” (p.62-63)
  • Het is zeer goed dat NSC oog heeft voor het budget van de AP, we missen ditzelfde oog voor NCSC en RDI. Tegelijk stellen we vast dat NSC de enige partij is die totale breedte van overheidsorganisaties met NCSC en RDI overziet en daar een visie op geeft.

We kunnen deze desondanks niet als een voldoende beoordelen vanwege de fusie tot een megaorganisatie. In beginsel steunen we vereenvoudiging van het stelsel, en zien we bijvoorbeeld de fusie van DTC-NCSC-CSIRT-DSP als een zeer goede stap. De RDI heeft echter als toezichthouder een wezenlijk andere rol dan het NCSC, daardoor ligt een fusie tussen deze organisaties niet voor de hand. Wij steunen een “één-loket” gedachte – maar vragen af of daar geen betere oplossingen voor zijn dan een fusie. In het bijzonder omdat fusies complex en tijdrovend zullen zijn, terwijl deze organisaties al hun capaciteit nodig hebben voor de implementatie van nieuwe Europese wetgeving.

VVD

  • We moeten kritischer zijn welke arbeidsmigranten (van buiten de EU) onze samenleving wel kan gebruiken en welke niet. Voor sommige sectoren kan arbeidsmigratie nuttig blijven, terwijl we het bij andere sectoren moeten beperken.
  • We scherpen de eisen aan om als arbeidsmigrant naar Nederland te komen. We voeren strenge toetsen in waarmee hun toegevoegde waarde eerst moeten worden aangetoond. Bijvoorbeeld dat het gaat om werk dat voor Nederland belangrijk is, zoals in de energietransitie en de technieksector, en dat hiervoor geen Nederlandse arbeidskrachten kunnen worden gevonden. (p.19)

NLdigital bepleit handhaving van de fiscale regelingen voor kennismigranten, nadrukkelijk ook voor de ICT-sector als sector waar de tekorten nog steeds zeer groot zijn.

SP

  • Ongecontroleerde migratie leidt op dit moment tot uitbuiting, tot leegloop van andere landen (de zogeheten ‘braindrain’) en tot ontworteling van gemeenschappen. Vooral de werkgevers profiteren van arbeidsmigratie, terwijl publieke voorzieningen en de volkshuisvesting onder druk staan. Arbeidsmigranten worden ook regelmatig uitgebuit. We zorgen er daarom voor dat de overheid meer grip krijgt op de arbeidsmigratie, door deze migratie beter te reguleren. Iedereen die in Nederland wil werken en geen staatsburger is, dient in het bezit te zijn van een werkvergunning. Afhankelijk van de situatie kan het maximum aantal werkvergunningen per jaar worden aangepast. Totdat dit op orde is stoppen we tijdelijk met economische migratie. (p19)

De SP zet arbeidsmigratie in haar programma in een zeer negatief perspectief en gaat zo voorbij aan de waarde van kennismigratie voor kraptesectoren, zoals de ICT-sector.

GL/PvdA

  • Afschaffen belastingvoordeel expats. Sommige buitenlandse werknemers krijgen nu een belastingkorting van 30%. We vinden het onwenselijk als buitenlandse werknemers vanwege belastingvoordelen naar Nederland komen. Bovendien vergroot dit de druk op het woningtekort in met name de grote steden. Daarom schaffen we het belastingvoordeel voor expats af. Dat geldt ook voor de ET-regeling, die een oneigenlijk kostenvoordeel oplevert voor werkgevers die buitenlandse werknemers in dienst nemen.

GL-PVDA besteden in hun verkiezingsprogramma vooral aandacht aan arbeidsmigranten die seizoenswerk doen. Er is geen rol voor de economische meerwaarde van kennismigranten voor het in Nederland gevestigde bedrijfsleven. Zonder een oplossing aan te dragen voor de tekorten op de arbeidsmarkt, stellen GL-PVDA voor om fiscale voordelen voor kennismigranten af te schaffen. Dit waarderen we als negatief, omdat hiermee de tekorten op de arbeidsmarkt voor de digitale sector verder oplopen.

CDA

  • Daarnaast spitsen we de kennismigrantenregeling meer toe op de mensen die we echt nodig hebben.(p60)

CDA heeft oog voor het belang van kennismigratie en lijkt te bedoelen dat kennismigratie voor kraptesectoren wenselijk is. NLdigital bepleit handhaving van de regelingen voor kennismigranten, nadrukkelijk ook voor de ICT-sector als sector waar de tekorten nog steeds zeer groot zijn.

BBB

  • Buitenlandse werknemers en studenten die een meerwaarde hebben voor de Nederlandse economie zijn welkom. Aan hen verstrekken we een Orange Card. Hiermee kunnen ze tijdelijk (maximaal 5 jaar met een eenmalige verlenging met nogmaals 5 jaar) in Nederland werken of studeren. (p.44)

BBB lijkt open te staan voor kennismigratie en komt met een voorstel voor een Orange Card (waarschijnlijk naar analogie van de Amerikaanse Green Card). Wat dit betekent voor de huidige fiscale maatregelen die kennismigratie stimuleren is onbekend. 

PvdD

  • We stoppen met subsidies en belastingvoordelen om werknemers naar Nederland te halen, zoals de expatregeling. (p 48)

PvdD wil fiscale voordelen voor kennismigranten afschaffen en maakt Nederland daarmee minder aantrekkelijk voor kennismigranten. Dit verhoogt de tekorten voor de ICT-arbeidsmarkt.

ChristenUnie

  • Schaf fiscale regelingen af. We zetten in op het afschaffen van fiscale regelingen die arbeidsmigratie op een oneerlijke manier bevorderen, zoals de ETK-regeling (voor lageloon-migratie) en de 30%-regeling (voor de hogeloon-migratie). We zetten Europees in op een gelijk speelveld. (p.108)

De CU wil de 30%-regeling afschaffen en maakt daarmee Nederland minder aantrekkelijk voor kennismigranten. Dit verhoogt de tekorten voor de ICT-arbeidsmarkt.

Volt

  • Volt wil bindende Europese migratieregelgeving die zorgt voor een goede spreiding en legale migratieroutes die ook de economische behoeftes binnen de EU meewegen. We hebben in Nederland bijvoorbeeld een tekort aan mensen in meerdere sectoren, zoals de technische beroepen, de zorg, het onderwijs, transport en logistiek, en de ICT.
  • We zorgen dat arbeidsmigranten in het land van herkomst via een portal kunnen zien of er geschikte functies voor hen openstaan in Nederland. Zo staat al voor hun komst naar Nederland vast of ze hier een baan kunnen krijgen.
  • We bieden meer mogelijkheden voor niet Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst, maar ook onze economie en maatschappij. (p.101)

Volt heeft oog voor het belang van kennismigratie voor de kraptesectoren, waaronder de digitale sector. Niet duidelijk is of VOLT de huidige fiscale instrumenten waaronder de 30% regeling steunt. Dit verdient een nadere uitwerking. 

D66

  • Engels mag de voertaal van een opleiding in Nederland zijn, mits het van meerwaarde is. De inhoud van het vakgebied en arbeidsmarkt zijn daarvoor belangrijke factoren. Financiële prikkels om op Engelstalig onderwijs over te stappen halen we veel mogelijk uit de bekostiging van het onderwijs. Instellingen die internationale studenten aantrekken hebben de verantwoordelijkheid om deze studenten wegwijs in Nederland te maken.
  • Onderwijsinstellingen stellen samen met de gemeente een streefgetal voor het maximumaantal internationale studenten vast, gebaseerd op de capaciteit aan huisvesting en voorzieningen. De instellingen worden geacht internationaal promotiebeleid te voeren dat hierbij past. Zij hebben ook een plicht om internationale studenten gratis te helpen bij het vinden van een studentenkamer. (p.105)
    We zetten in op hoogwaardige arbeidsmigratie en pakken misstanden aan.
  • Daarnaast zijn er ook mensen nodig in de zogeheten tekortsectoren. Denk aan de bouw, ICT, duurzaamheid en de zorg. Hier zijn arbeidsmigranten essentieel om onze brede welvaart op niveau te houden. Dankzij D66 komt er een speciale commissie die adviseert voor welke tekortberoepen en -sectoren arbeidsmigratie een oplossing kan bieden.
  • D66 wil uitbreiding van de ‘Blauwe kaart’ naar andere dan alleen de hoogste opleidingsniveaus, zodat meer mensen er gebruik van kunnen maken. Deze kaart is voor mensen van buiten de Europese Unie die hiernaartoe komen om te werken, veelal vakkrachten in tekortsectoren.
  • Nederland blijft binnen de Europese Unie niet meer achter als het gaat om pilots waarbij arbeidsmigranten een tijdelijk visum krijgen. We sluiten ons aan bij de EU-talentpool en leren van de inzet in bijvoorbeeld Duitsland. (p.225)

D66 erkent het belang van kennismigratie voor tekortsectoren en noemt de ICT-sector daarbij expliciet. Daarbij stelt men nieuwe maatregelen voor, maar spreekt men zich niet uit voor een belangrijke fiscale maatregel die al bestaat en werkt. De zogeheten 30%-regeling.

Ten aanzien van internationale studenten en Engelstalig onderwijs lijkt D66 er wat dubbel in te zitten. Engels moet volgens hen mogen, maar alleen als het van meerwaarde is. Wat dit concreet betekent en of dit betekent dat ICT-opleidingen hun aanbod in het Engels kunnen voortzetten, vaak uit noodzaak omdat er te weinig docenten zijn, wordt niet duidelijk.

PVV

  • Forse beperking van het aantal buitenlandse studenten. (p.8)
  • De internationalisering heeft de toegankelijkheid van universiteiten voor de kinderen van Nederlandse belastingplichtige ouders flinke schade toegebracht en het Nederlands als academische taal marginaal gemaakt. Dat vindt de PVV onacceptabel. De universiteiten moeten er in de eerste plaats zijn voor onze kinderen. De PVV wil dan ook dat de studiemigratie fors wordt beperkt. De bacheloropleiding willen wij daarom alleen nog in het Nederlands aanbieden. (p.38)

De PVV wil de toegang tot bacheloropleidingen voor internationale studenten afsluiten. Hiermee wordt Nederland minder toegankelijk voor internationaal talent. Dit talent hebben we wel nodig op de krappe arbeidsmarkt. We beoordelen dit voorstel daarom als negatief.

NSC

  • De druk op de woningmarkt is in belangrijke mate het gevolg van het jaarlijkse overschot in het migratiesaldo (p.24).
  • Arbeidsmigratie
  • Voor arbeidsmigratie geldt dat Nederland heeft ingestemd met het vrije verkeer van werknemers in de EU. De afgelopen jaren zijn te weinig voorwaarden gesteld om dat in goede banen te leiden. Op deze stroom migranten kunnen we vooral grip krijgen door bestaande wet- en regelgeving beter te handhaven.
  • We stellen strikte eisen aan de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, huisvesting (basisregistratie) van arbeidsmigranten en handhaven deze strikt. We bepleiten een betere regulering van de uitzendsector en een harde aanpak van malafide uitzendconstructies. Een ingroeistelsel voor sociale zekerheid kan noodzakelijk zijn om te voorkomen dat Nederlandse sociale voorzieningen een magneet vormen.
  • We worden selectiever bij de acquisitie van nieuwe bedrijven die een groot beslag leggen op fysieke en milieuruimte (zoals de ‘distributiedozen’) en waarbij vacatures vooral bezet zullen worden door nieuwe groepen arbeidsmigranten. De toegevoegde waarde voor de brede Nederlandse welvaart moet dus een criterium worden in het vestigingsbeleid.
  • Binnen de EU verkennen we hoe we meer grip kunnen krijgen op arbeidsmigratie, zoals grensoverschrijdende detachering. Onder bepaalde omstandigheden moeten lidstaten weer de mogelijkheid krijgen om de instroom van arbeidsmigranten te reguleren.
    Arbeidsmigranten van buiten de EU willen we selectief toelaten op basis van wat de Nederlandse arbeidsmarkt nodig heeft. Hiervoor kan een puntensysteem naar het Canadees model worden ingesteld, al dan niet samen met andere landen, waarbij bij de toelating van migranten onder andere hun leeftijd, opleiding, ervaring en talenkennis worden meegewogen.
  • De instroom van expats voor bedrijven wordt zo veel mogelijk beperkt tot specialisten met kennis en expertise die onvoldoende in Nederland aanwezig zijn. We beperken de fiscale voordelen voor expats en andere werknemers die vanuit een ander land in Nederland komen werken (de regeling extraterritoriale kosten en de regeling die 30% van het loon onbelast laat) sterk in, zonder het aantrekken van buitenlandse investeringen in de reële economie te ondermijnen.(p25)
  • Studiemigratie
  • Voor studiemigratie geldt dat het belang van de Nederlandse economie, de arbeidsmarkt en de beschikbaarheid van voldoende studentenhuisvesting meer leidend moeten worden voor het toelatingsbeleid.
  • De instroom van buitenlandse studenten wordt gerelateerd aan de beschikbare capaciteit aan woonruimte en opleidingsplaatsen in studentensteden. Hierbij kan worden gedifferentieerd naar regio en naar sector. Bij voorkeur geschiedt dit middels een bindend convenant in het hoger onderwijs (hbo en wo).
  • In enkele sectoren is het van belang om internationaal talent aan ons land te binden; hiermee wordt rekening gehouden bij het maken van afspraken.
  • Opleidingen in het hoger onderwijs worden standaard weer grotendeels in de Nederlandse taal aangeboden; ook dit zal het aantal internationale studenten verminderen. Uitzonderingen voor bepaalde studies blijven mogelijk. Als buitenlandse studenten Nederlands leren spreken, zijn zij ook beter toegerust om in Nederland te werken en een bijdrage te leveren aan de samenleving.
  • Door Europese regels kunnen EU-studenten die hier een dag per week werken vanaf dit jaar ook direct aanspraak maken op de basisbeurs en soms op een aanvullende beurs. Mede hierdoor is het aandeel buitenlandse studenten opgelopen tot 40% van de eerstejaarsstudenten. We willen een wachttijd instellen voor het recht op een studiebeurs en de regels in de EU zo aanpassen dat er voor EU-studenten pas bij veel meer werkuren recht ontstaat op een Nederlandse beurs.
  • Een aantal buitenlandse studenten krijgt behalve een beurs in Nederland ook financiële steun van hun eigen regering. We willen maatregelen nemen om stapeling tegen te gaan. (p.25)

NSC wil de instroom van kennismigranten beperken. NSC lijkt daarin wel te willen differentiëren en daarbij te kijken naar kraptesectoren. De digitale sector is een krapte sector en lijkt daarmee buiten scope te zijn. Wel wil NSC de 30%-regeling afschaffen. Dit maakt daarmee Nederland minder aantrekkelijk voor kennismigranten. Dit verhoogt de tekorten voor de ICT-arbeidsmarkt. We beoordelen dit voorstel dus als negatief.

VVD

Om te zorgen dat Nederland nu en in de toekomst welvarend blijft, zijn florerende ondernemers cruciaal. Zij zorgen voor banen, investeringen en voor het geld dat nodig is om goede voorzieningen te organiseren. Ze zijn ook onmisbaar voor het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken.

  • Versterken ondernemersklimaat. We versterken het ondernemersklimaat in Nederland. In regelgeving maken we onderscheid tussen kleine en grotere bedrijven en bieden stabiliteit en rust. We verlagen de werkgeverslasten, zodat het meer loont om personeel in dienst te nemen. We sluiten samen met ondernemers een ondernemersakkoord, gericht op ons verdienvermogen. Met dit akkoord bouwen we aan het langdurige vertrouwen en blijft Nederland een gunstig vestigingsklimaat behouden.
  • Stimuleren start-ups en scale-ups. We stimuleren start-ups en scale-ups door beteretoegang te geven tot hoogwaardige kennis bij universiteiten en kennisinstellingen. Bovendien gaan we pensioenfondsen stimuleren om op grote schaal te investeren in start-ups en scaleups. De VVD ziet graag dat er meer start-ups doorgroeien tot scale-up. Werknemers van startups zijn hier van groot belang, dus moet het mogelijk worden dat werknemers meedelen in de winst.
  • We behouden onze familiebedrijven. Daarom wil de VVD dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) behouden blijft. De eisen voor toepassing van de BOR moeten daarbij beter aansluiten bij de behoeften van ondernemers, terwijl we oneigenlijk gebruik tegengaan.
  • Betere toegang tot financiering voor het mkb. We verbeteren de toegang tot financiering voor ondernemers door het opheffen van het verpandingsverbod en inzet op het vergroten van non-bancaire financiering. Tevens wil de VVD dat Nederland net zoals het Verenigd Koninkrijk een mkb-bank opricht. Die bestaat uit het efficiënter vormgeven van huidige instituties.
  • Terugdringen van regeldruk. Om de regeldruk voor het mkb terug te dringen is de afgelopen jaren o.a. de mkb-toets ingevoerd voor nieuwe voorstellen. We zien echter dat meer stappen nodig zijn. Waar bij de huidige mkb-toets ondernemers zichzelf moeten melden om deel te nemen aan een mkb-toets, wil de VVD graag dat ministeries ondernemers benaderen voor deelname aan de mkb-toets. Bovendien moet nieuwe regelgeving zo eenvoudig en concreet mogelijk zijn en mag niet verder gaan dan nodig. We komen met een meetbaar doel om regelgeving te verminderen.
  • Herziening faillissementsrecht. We moderniseren het faillissementsrecht, zodat mkb’ers een sterkere positie krijgen wanneer toeleveranciers of klanten hun rekening niet meer kunnen betalen.
  • Terugbetalen coronaschuld. Er zijn op dit moment nog veel levensvatbare ondernemers die moeite hebben met het terugbetalen van belastingschulden die zij hebben opgelopen tijdens de coronacrisis. Het is zaak dat we menselijk en coulant met deze ondernemers omgaan.
  • Mengformules. Ondernemers moeten de volledige ruimte krijgen om hun creativiteit te benutten. Op dit moment is dat echter niet zo, omdat ondernemers beknot worden door regelgeving. Zo mag een restaurant nu bijvoorbeeld geen kookboeken verkopen. Daarom gaan we ervoor zorgen dat mengformules worden toegestaan.
  • Zero-emissiezones. Ondernemers moeten bij hun klanten en leveranciers kunnen komen. Er komt een gerichte hardheidsclausule voor ondernemers die met een gegronde reden niet kunnen voldoen aan de voorwaarden van de zero-emissiezones.
  • Veilig ondernemen. Stelen zou nooit mogen lonen en moet aangepakt worden. Aangifte is voor ondernemers tijdrovend. Daarom maken we het mogelijk voor ondernemers om ter plaatse aangifte te doen van winkeldiefstal.
  • Ondernemers helpen in strijd tegen cybercriminelen. Om ondernemers weerbaarder te maken tegen serieuze vormen van cybercrime, zoals ransomware voeren we een landelijk mkb-keurmerk in voor IT-leveranciers, gaan we structureel oefenen op digitale aanvallen en geven we (mkb-)ondernemers de mogelijkheid om de digitale beveiliging van hun bedrijf te laten testen met een cyberweerbaarheidsscan. We ondersteunen ondernemers bij het in kaart brengen van kansen en risico’s van komende transities.
  • Gezonde dorps- en stadskernen. Levende en bruisende winkelstraten zijn van groot belang voor de leefbaarheid van steden en dorpen. Daarom wil de VVD gemeenten stimuleren om meer middelen ter beschikking te stellen om winkelgebieden toekomstbestendig te maken.
  • Risico’s spreiden bij ziekte. Zieke werknemers vormen nu een te groot risico voor kleine werkgevers. Daarom gaan we verder met de ingezette hervorming van de loondoorbetalingsregels. We proberen deze hervorming voor kleine ondernemers zo aantrekkelijk mogelijk te maken, en de hoeveelheid bureaucratie te verminderen.
  • Failliete ondernemers worden geholpen. We willen ondernemers die failliet zijn gegaan een jaar lang uitzonderen van de vermogenstoets in de bijstand, zodat ook zij van het sociale vangnet gebruik kunnen maken voor zij hun huis of pensioen op hoeven te eten.
  • Helderheid voor zelfstandigen. De meeste zzp’ers kiezen weloverwogen en bewust voor het zelfstandige ondernemerschap en werken voor eigen rekening en risico. De overheid moet hen niet onnodig in de weg zitten. Tegelijkertijd is schijnzelfstandigheid een reëel probleem. Wie in alles een werknemer is, moet ook gewoon een arbeidscontract krijgen. We verduidelijken daarom de regels, waarbij evidente zzp’ers buiten schot blijven. Bij de handhaving richten we ons in eerste instantie op risicosectoren. We werken toe naar een aparte rechtsvorm voor zzp’ers, om iedere zelfstandige ondernemer op voorhand duidelijkheid te kunnen bieden. En we blijven de positie van zzp’ers in de polder versterken.

De VVD heeft ruim aandacht voor ondernemers, het vestigingsklimaat en fiscale regelgeving voor ondernemers. Behoud van de BOR, terugdringen van regeldruk en stimuleren van start-ups en scale-ups springen er uit.

SP

  • Het midden- en kleinbedrijf is ontzettend belangrijk voor onze economie. Lokale ondernemers krijgen meer hulp, bijvoorbeeld door aanbestedingen voortaan ‘mkb-vriendelijk’ te maken en door betere bescherming tegen pandjesbazen en franchisegevers. Met een nationale investeringsbank kunnen kleine en startende bedrijven makkelijker lenen en bevorderen we vernieuwing. Ook de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek verhogen we, zodat het mkb kan investeren in de toekomst.

De SP heeft oog voor het belang van mkb’ers maar gooit het mkb op een grote hoop. De aangekondigde maatregelen zijn dus zeer generiek en nog niet concreet.

GL/PvdA

  • Wij stappen over op een groene industriepolitiek, met een vooruitstrevend, groen en rechtvaardig industriebeleid. Zo stellen we het Nederlandse verdienvermogen zeker en bieden we duidelijkheid over de economische activiteiten die we nog kunnen en willen faciliteren.
  • Een groene industriepolitiek betekent opbouw, ombouw en afbouw van bepaalde sectoren. We bouwen een Nederlandse en Europese economie op die sterk is in de maakindustrie en hoogwaardige technologie. We investeren daarom in vakmanschap en technologisch onderwijs. Zo verstevigen we de marktpositie van onze bedrijven binnen Europa en maken we deze toekomstbestendig. Dat verkleint ook de afhankelijkheid van andere landen voor de productie van onmisbare producten, zoals zonnepanelen, medicijnen en chips. (p.11)
  • Stimuleren groen ondernemerschap. Zonder de innovaties, de investeringen en de banen van bedrijven kunnen we de uitdagingen van de toekomst niet aan. Het midden- en kleinbedrijf vormt de ruggengraat van onze economie. Veel ondernemers willen een goede werkgever zijn, maar kunnen niet concurreren met multinationals. Deze ondernemers willen we helpen: ondernemerschap omarmen we, risico’s afwentelen bestrijden we. We belonen werkgevers die mensen in vaste dienst nemen en we ondersteunen kleine ondernemers bij loondoorbetaling bij ziekte. Bedrijven die hun aandeel willen leveren aan een circulair, klimaatneutraal en natuurinclusief Nederland, kunnen eveneens op onze steun rekenen. Samen met ondernemers maken we vergroenings- en verduurzamingssubssidies minder complex en schrappen we onnodige regels die duurzaamheid in de weg staan. We maken aanbestedingsprocedures toegankelijker voor mkb-bedrijven. In de aanbestedingswet komt er een norm voor overheidsorganisaties om maatschappelijk verantwoord in te kopen. Ook passen we de wet aan, zodat maatregelen voor verbetering van natuur en leefomgeving extra punten opleveren. (p25)
  • Aanpakken marktmacht. Terwijl lonen stagneren, stijgen winsten ongekend. De marktmacht en politieke macht van sommige bedrijven is onacceptabel groot. Dat willen wij aanpakken. Dominante bedrijven mogen niet langer de vrije hand krijgen in het opkopen van de concurrentie. Wij willen daarom een breed onderzoek naar het voorkomen van marktmacht op Europese en nationale schaal, waarbij het gedwongen opbreken van monopolies en individuele machtsposities onderdeel van de beleidsuitkomsten kan zijn. Speciale aandacht moet hierbij uitgaan naar Big Tech. De situatie waarin essentiële publieke infrastructuur als communicatie, informatie of betalingsverkeer in de handen van een paar multimiljardairs is komen te liggen, is maatschappelijk volstrekt onwenselijk. (p.25)

GL-PVDA kiest nadrukkelijk voor groene industriepolitiek en daarmee voor een economie die sterk is in “maakindustrie en hoogwaardige technologie”. Welke sectoren hieronder vallen wordt niet duidelijk. Ook is GL-PVDA kritisch over teveel marktmacht voor bedrijven, maar beschrijft niet concreet welk probleem moet worden opgelost en op welk vlak huidige wet- en regelgeving op het gebied van marktmacht (zoals bijvoorbeeld de recent in werking getreden Digital Markets Act) tekort schiet. De voorstellen verdienen een nadere uitwerking.

CDA

  • 4.3 Het CDA staat zij aan zij met de grote en kleine familiebedrijven om hun focus op de nieuwe generaties en de sterke worteling in de samenleving. We behouden de Bedrijfsopvolgings-regeling (BOR), maar maken deze ongevoelig voor misbruik. (p.25)
  • 4.4 Het mkb vormt de ruggengraat van de economie. Onze bestaande plannen zetten we onverkort door: van betere financiering via mkb-bank, de inzet van een mkb-toets bij relevante wet- en regelgeving tot het toegankelijk maken van subsidies voor het (innovatief) mkb. (p.25)
  • 4.14 We werken aan een sterker vestigingsklimaat voor bedrijven. Wij willen een dienstbare overheid die met ondernemers en hun ecosystemen meedenkt, oplossingen biedt en belemmeringen wegneemt. Belangrijkste voorwaarde hiervoor is een voorspelbaar overheidsbeleid. Om een gelijk speelveld te behouden beperken we Nederlandse aanvullingen op Europese regels. We hanteren het principe ‘Een regel erbij is een regel eraf’ en willen net als de EU 25% minder rapportageverplichtingen. (p.27)
  • 4.16 Investeringen in digitalisering, robotisering en productie- en procesinnovatie zijn nodig om onze arbeidsproductiviteit te verhogen en ons verdienvermogen te behouden. (p.28)
  • 4.17 In een aantrekkelijk land voor bedrijven mogen we van die bedrijven ook vragen om hun verantwoordelijkheid te nemen. We zijn groot voorstander van het delen van winsten met werknemers. We maken een plan om het percentage bedrijven dat aan winstdeling doet binnen vijf jaar te verdubbelen. (p.28)

CDA heeft oog voor het ondernemersklimaat, het belang van een innovatief mkb en bijbehorend subsidie instrumentarium. Helaas nog weinig specifiek. Daarnaast pleit men voor investeringen in digitalisering en heeft men duidelijk oog voor het belang van Nederland als aantrekkelijk vestigingsland, onder meer door scherp te zijn op regeldruk.

BBB

  • BBB vindt het belangrijk dat de overheid alle ondernemers ondersteunt en stimuleert in hun ontwikkeling. Dit geldt voor de ondernemers in de steden en nog meer voor de ondernemers in de dorpen en op het platteland. Deze regionale ondernemers vormen een belangrijke pijler voor een gezonde lokale economie en daarmee voor een gezonde samenleving in de steden, de dorpen en op het platteland. Hierbij moet rekening worden gehouden met de regionale verschillen in Nederland en moeten we in de grensregio’s nog meer samenwerking zoeken met onze buurlanden.
  • – We waarborgen de betaalbaarheid en leefbaarheid in Nederland. Dat doen we door de onafhankelijkheid te bewaken van het buitenland als het gaat om primaire levensbehoeften, voedselveiligheid, dier- en volksgezond heid en -welzijn.
    – We stimuleren de ontwikkelingen van clusters waar grote bedrijven, MKB, startups, universiteiten, financiers en overheid elkaar ontmoeten, inspireren en versterken.
    – We behouden essentiële productieprocessen en strategische kennis waar mogelijk in Nederland of in ieder geval in Europa. Zo voorkomen we een te grote afhankelijkheid van een enkel land of een te kleine groep landen te voorkomen.
    – We beschermen ons midden- en kleinbedrijf tegen regeldruk en administratieve lasten voor maatschappelijk ondernemen die gemaakt zijn voor multinationals (OESO-richtlijnen).
    – We zorgen ervoor dat we niet mogen importeren wat we hier niet mogen produceren.
    – We beschermen onze nationale belangen via EU-handelsverdragen. Daarin wordt opgenomen dat klimaat, milieu en gezondheidseisen van importproducten gelijk zijn aan de eisen die hier gelden voor de productie ervan.
    – We voeren een ambitieuze industriepolitiek in, ter ondersteuning van die sectoren en bedrijven waarmee we in Nederland wereldwijd vooroplopen. Zo ondersteunen we onze ondernemers van klein tot groot. We verminderen de regel- en vergunningen druk voor ons bedrijfsleven. We volgen het nieuw geïntroduceerde systeem van ‘CO2-belasting’ (Carbon Border Adjustment Mechanism) bij import zeer kritisch. We grijpen hierop in zodra blijkt dat in Nederland gevestigde producenten hiervan oneerlijke concurrentie ondervinden.
  • Ondernemen
  • Er komt een toegankelijke en laagdrempelige regeling speciaal voor innovatie bij kleine ondernemers en de mogelijkheid om via ‘pilots’ (proeftuinen) de werking van hun innovaties te bewijzen. We investeren minimaal evenveel in de uitbreidingsmogelijkheden voor onze Nederlandse bedrijven als in het verbeteren van het vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven.
  • Het moet in Nederland mogelijk blijven om aankopen contant af te rekenen, zowel voor particulieren als voor ondernemers.
  • De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) die essentieel is voor de continuïteit van Nederlandse familiebedrijven wordt gehandhaafd met de tarieven van 2023.
  • Misbruik van de BOR door oneigenlijke structuren wordt aangepakt en knelpunten worden opgelost. Daarbij kijken we goed hoe andere Europese landen hier vorm aan hebben gegeven. Zo zorgen we voor een gelijk speelveld voor onze ondernemers.
  • Onze concurrentiekracht holt achteruit. Vaak door extra Nederlandse regelgeving en hoge lasten. We moeten ons op nationaal en internationaal niveau inzetten om regelgeving te verminderen. Daardoor kunnen ondernemers weer doen waar zij goed in zijn: innoveren en waarde toevoegen.
  • De privacy regels (GDPR) frustreren ontwikkelingen in de productie van slimme (medische) apparaten met als effect dat bedrijven verhuizen naar andere landen. De BBB is van mening dat we zo het paard achter de wagen spannen, omdat we dergelijke apparatuur vervolgens wel importeren. We vinden dus dat geanonimiseerd datagebruik mogelijk moet zijn bij de ontwikkeling van innovaties. De vergunningstrajecten voor biotech vergunningen duren in Europa te lang waardoor bedrijven vertrekken en ons afhankelijk verder vergroot wordt. Dit moet versneld worden.
  • Fiscale regelingen die niet efficiënt zijn en/of niet meer werken worden afgeschaft. Nieuwe fiscale regelingen dienen begrijpelijk en eenvoudig toepasbaar te zijn.
  • We onderzoeken of het mogelijk is een extra (derde) schijf te introduceren in de vennootschapsbelasting. In deze extra schijf worden winsten boven een bepaald bedrag extra belast en binnen groepsstructuren wordt vennootschapsbelasting op basis van geconsolideerde winst geheven. De belastingdruk voor bedrijven mag niet verder oplopen. Bedrijven zijn geen pinautomaat.
  • Alleen daadwerkelijk genoten inkomsten en rendementen worden belast en er vindt geen belastingheffing over fictieve inkomsten meer plaats.
  • We behouden de huidige fiscale regelingen die innovatie en ontwikkeling stimuleren en onderzoeken mogelijkheden om deze nog verder te verbeteren.

BBB heeft een uitgebreide paragraaf over ondernemerschap. Hierin valt ondermeer te lezen dat de BBB de huidige fiscale regelingen die innovatie stimuleren wil behouden en start-ups wil stimuleren door geen belastingheffing over fictieve inkomsten te belasten. Daarnaast wil men innovatie in de biotech vergemakkelijken.

PvdD

  • We zorgen ervoor dat alle bedrijven gaan bijdragen aan de samenleving en niet meer zo makkelijk wegkomen met profiteren en het afwentelen van kosten op de samenleving. Dat doen we onder andere met een wettelijke zorgplicht en klimaatplicht voor bedrijven en door vrijwillige afspraken en vrijblijvende akkoorden te vervangen door regels en verplichtingen. (p43, 44)
  • De winstbelasting voor grote bedrijven verhogen we van 25% naar ten minste 35%.
    We heffen milieubelastingen voor grote vervuilers, waaronder een hogere CO2-belasting en een heffing op ongerecycled plastic.
  • We schaffen fossiele subsidies af.
  • Zielloze online allesverkopers worden zwaarder belast, ten gunste van ondernemers die bijdragen aan een fijn, levendig, duurzaam en cultureel verantwoord winkelaanbod. Zo komt er een internetwinkelbelasting voor grote bedrijven die het grootste deel van hun omzet uit online verkopen halen, zoals bijvoorbeeld Amazon, Bol en Coolblue.
  • Bedrijven die bijdragen aan de omschakeling naar een duurzame economie krijgen een status als ‘opbouwbedrijf’ toegekend. Grote vervuilers krijgen een status als ‘afbouwbedrijf’ omdat hun activiteiten voor een duurzame economie moeten worden afgebouwd. Opbouwbedrijven geven we belastingvoordelen. Afbouwbedrijven kunnen we in toenemende mate zwaarder belasten.
  • Zielloze online allesverkopers worden zwaarder belast, ten gunste van ondernemers die bijdragen aan een fijn, levendig, duurzaam en cultureel verantwoord winkelaanbod. Zo komt er een internetwinkelbelasting voor grote bedrijven die het grootste deel van hun omzet uit online verkopen halen, zoals bijvoorbeeld Amazon, Bol en Coolblue. (p.45)
  • De huidige Europese aanbestedingsregels bevorderen dat opdrachten naar de inschrijver met de laagste prijs gaan. We gaan de aanbestedingsregels van de EU hervormen om overheden de ruimte te geven het publieke belang te beschermen en te kiezen voor duurzame en sociale ondernemers. (p.89)

De PvdD zet nadrukkelijk in op een transitie naar een groene economie en kondigt daar maatregelen voor aan, maar zegt verder weinig over het ondernemersklimaat. We beoordelen de plannen daarom als onvolledig.

ChristenUnie

  • We uniformeren de winstbelasting (vpb). Tegelijk maken we het voor mkb’ers goedkoper om personeel in dienst te hebben. Verder verdubbelen we de bankenbelasting en voeren we een financiële transactiebelasting in waardoor de aandelentransacties van grote beursgenoteerde bedrijven belast worden. Ook introduceren we een digitale dienstenbelasting, waarmee grote digitale spelers als Facebook, Google en X eindelijk een financiële bijdrage gaan leveren aan de samenleving. De belastingvoordelen voor expats verdwijnen en voor mensen die om fiscale redenen Nederland ontvluchten voeren we een exitheffing in. (p54)
  • De ChristenUnie is zuinig op ondernemers en ziet ze als onmisbare partners in de transitie naar een duurzame economie. Het grote en internationale bedrijfsleven is van belang voor onze economie. Maar het brede mkb draagt vooral sterk bij aan de regionale en nationale werkgelegenheid en inkomens. (p65)
  • Geef het mkb kansen bij aanbestedingen. Om mkb-bedrijven meer mogelijkheden te geven bij overheidsaanbestedingen, zorgen alle overheden ervoor dat het papierwerk tot een minimum wordt beperkt en dat opdrachten zo min mogelijk worden geclusterd. Gunningseisen mogen niet onnodig zwaar zijn. Niet de goedkoopste, maar de kwalitatief beste aanbieding moet worden gekozen en ook Europese aanbestedingsnormen worden minder rigide.
  • Zorg voor snelle betaling door overheden. De Rijksoverheid en de aan haar gelieerde organisaties – ZBO’s en Inspecties – moeten ten minste 90% van de openstaande facturen binnen 30 dagen betalen. (p65)
  • Investeer in start-ups en scale-ups. Om in de toekomst talentvolle ondernemers in Nederland te houden, slaan ondernemers, financiers en overheid de handen ineen. Er komt meer investeringskapitaal vrij als vervolg op het SEED-fonds. Nederland stimuleert start-ups die met hun innovatie de wereld beter maken en mensenrechten verdedigen. Nederland opent een apart Impact Economy Patent Register voor unieke innovaties die hieraan bijdragen. (p68)

ChristenUnie pleit voor een ‘digitale dienstenbelasting’ voor grote digitale spelers en gaat hierbij voorbij aan initiatieven die in OESO verband al lopen. Ook wil men belastingvoordelen voor expats afschaffen. Wat NLdigital betreft onverstandige voorstellen.

Volt

  • Er moet een Deltaplan Vermindering Administratieve Lastendruk voor ondernemers komen. Ondernemers komen om in de hoeveelheid regelingen. Dit staat innovatie en maatschappelijke impact in de weg. (p.97)
  • We maken het subsidielandschap overzichtelijker door deze op te delen per sector. Iedere sector heeft met eigen problemen en uitdagingen te maken, terwijl het huidige subsidielandschap daar niet op ingericht is. Op deze manier bieden we elke onderneming toegang tot de juiste financiering. (p.97)
  • We verbinden voorwaarden voor subsidieverlening aan grote maatschappelijke uitdagingen, zoals verduurzaming, veiligheid, gezondheid en innovatie. (p.97)

Goed dat Volt oog heeft voor de administratieve lasten voor ondernemers en ook ruimte wil maken voor meer sectorspecifieke subsidies. Nu merken we dat generiek instrumentarium soms niet aansluit bij snel ontwikkelende sectoren, zoals de digitale sector. De focus op subsidies in relatie tot maatschappelijke uitdagingen is inmiddels al ingezet door het huidige Kabinet. Volt lijkt deze lijn door te willen trekken.

D66

  • D66 wil een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Juist voor een open economie als Nederland met een relatief kleine thuismarkt is dit belangrijk. Bedrijven gebruiken net als iedereen publieke voorzieningen en hebben baat bij investeringen in veiligheid, onderwijs en een prettige leefomgeving. Daarom willen wij dat bedrijven ook hun eerlijke deel aan belasting betalen en pakken we belastingontwijking aan.
  • We maken €1 miljard per jaar vrij om nieuwe investeringen in de productie van groene en circulaire producten in Nederland te stimuleren. Deze regelingen zijn ook toegankelijk voor het mkb.
  • Er komt een publiek-private investeringsbank voor de financiering van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire economie. Hierin kunnen ook grote institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, deelnemen om de beschikbare hoeveelheid kapitaal te vergroten. Hierin laten we InvestNL en het Nationaal Groeifonds opgaan. We jagen het innovatieve mkb in alle regio’s aan door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) meer slagkracht te geven.
  • Wij richten een Toekomstraad op. Deze Toekomstraad geeft advies over de richting van het bedrijfslevenbeleid en de inrichting van onze economie. Hierin zitten CEO’s van de bedrijven met activiteiten die we willen uitbouwen, jonge vernieuwende ondernemers en toonaangevende hoogleraren op de terreinen van de toekomst en transitie. Indien nodig sluiten andere stakeholders aan.
  • We steken extra geld in onderzoek en innovatie. Zo werken we toe naar de Lissabondoelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden, bijvoorbeeld met betrekking tot het klimaat. We moedigen bedrijven en pensioenfondsen aan om mee te investeren.
  • We stimuleren expliciet duurzame innovatie en techniek, zoals voor negatieve emissies.
  • We stimuleren onderzoekers, start-ups, scale-ups en bedrijven met maatschappelijke missies aan de slag te gaan. Dat doen we niet alleen door meerjarig te investeren, maar bijvoorbeeld ook door bij gebrek aan marktfinanciering als durfinvesteerder in te stappen of als klant aanbieders uit te dagen om te vernieuwen.
  • We richten ons op een aantal sleuteltechnologieën, zoals waterstof en batterijen. Deze technologieën zijn het fundament voor nieuwe toepassingen. Zo leiden doorbraken in fotonica tot efficiëntere zonnepanelen en nieuwe meetsystemen voor de landbouw. We laten ons adviseren door meer onafhankelijke experts om te bepalen op welke technologieën we ons vooral moeten richten.
  • Voor D66 gaat ruimtevaart over het bijdragen aan een duurzamere toekomst op aarde. Nederland behoudt haar prominente positie binnen de ruimtevaartsector met de focus op het ontwikkelen van kennis en het in kaart brengen van klimaatimpact. Wij streven ernaar deze te versterken op Europees niveau.
  • We worden weer voorloper op grote publieke werken, zoals we dat vroeger waren bij de Deltawerken. Denk aan duurzame voedselproductie en slimmere energieopwekking.
  • De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs) ontsluiten de innovatiekracht van diverse gebieden, waarbij aandacht is voor de keten, goede werkgelegenheid en samenwerking tussen bedrijfsleven, universiteiten en overheid. Waar nodig verbeteren we de slagkracht van de ROMs. (p.23 + 33)
  • We maken investeringen in start-ups en scale-ups aantrekkelijker. We willen een ‘winwin-lening’ mogelijk maken, waarbij kleine ondernemers makkelijker geld lenen en familie, vrienden of fans een aantrekkelijk rendement krijgen.
  • D66 wil dat particuliere investeerders verliezen na risicovolle investeringen in jonge bedrijven van hun belasting af kunnen trekken. Dit gebeurt al in het Verenigd Koninkrijk. Ook kijken we hoe we de SEED Business Angel-regeling kunnen verbeteren.
  • Start-ups spelen een essentiële rol in innovatieve ecosystemen. Ze dagen de gevestigde bedrijven met nieuwe ideeën en technieken uit. We stimuleren daarom de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, incubatoren en fieldlabs.
  • Regionale ontwikkelingsmaatschappijen krijgen de ruimte om al in een vroege fase te investeren in innovatieve start-ups.
  • Ondernemers krijgen de vrijheid om op kleine schaal nieuwe ideeën te testen, het zogeheten sandbox model. Pas bij opschaling hoeven de bedrijven aan een striktere invulling van de regels te voldoen. Dat geeft de overheid ook de kans om onnodig belemmerende regels te schrappen.
  • De zoeken naar innovatieve benaderingen om duurzaamheid te bevorderen. Bijvoorbeeld door te onderzoeken hoe we microkredieten kunnen inzetten om innovaties te ondersteunen die bijdragen aan de brede welvaart. (p33 + 34)

D66 heeft een duidelijke visie op Nederland als aantrekkelijk vestigingsland, investeringen in innovatie, aandacht voor start-ups en scale-ups en ruimte voor toepassing van nieuwe technologieën.

PVV

De PVV besteedt geen enkele aandacht aan ondernemers, het ondernemersklimaat of het mkb.

NSC

  • Mkb- en familiebedrijven
  • We beschouwen het midden- en kleinbedrijf (mkb) en familiebedrijven als de hoeksteen van onze economie. Vaak innovatief, internationaal opererend, met oog voor hun omgeving en hun medewerkers. Het zijn bovendien de ondernemers die permanent investeren in de ontwikkeling van hun bedrijf met het oog op de lange termijn. Dit in tegenstelling tot bedrijven die – aangemoedigd door fiscale regelingen – door private equity worden volgeladen met schulden en hoge winsten uitkeren aan hun aandeelhouders.
  • – Het moet aantrekkelijker worden voor kleine werkgevers om mensen in vaste dienst te nemen. We willen hiertoe de administratieve lasten voor mkb’ers verminderen, onder meer door bestaande prikkels tegen het licht te houden en bij nieuwe wetgeving een mkb-uitvoeringstoets in te voeren. Papieren tijgers moeten worden geschrapt, zoals de rapportageplicht werkgebonden mobiliteit.
  • – De voor werkgevers verplichte loondoorbetaling bij ziekte gaat naar één jaar. Indien werkgevers hun re-integratieverplichtingen onvoldoende zijn nagekomen, kan het UWV een jaar langer loondoorbetaling opleggen.
  • – We hebben oog voor de ondernemers die tijdens de coronalockdowns in grote problemen zijn geraakt en die moeite hebben met het terugbetalen van leningen en tegemoetkomingen. Invorderen zonder oog te hebben voor de gevolgen getuigt niet van goed openbaar bestuur; voldoende coulance is nodig met betrekking tot terugbetalingstermijnen.
  • – Wij onderschrijven de bevinding van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap dat de Nederlandse economie gebaat is bij versterking van het eigen vermogen van het mkb. We doen een gericht onderzoek en vergelijken de fiscale en andere mogelijkheden van private equity en traditionele stabiel en conservatief gefinancierde familiebedrijven. We zorgen ervoor dat er een gelijk speelveld ontstaat tussen deze twee groepen en zullen dus een aantal belastingvoordelen van private equity terugdringen. De fiscale Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voor familiebedrijven wordt behouden als waarborg voor de continuïteit van werkgelegenheid en bedrijvigheid.
  • – In het onderzoek naar de rol van private equity en buitenlandse ketens in de economie nemen we mee hoe we deze rol kunnen terugdringen in essentiële publieke dienstverlening, zoals huisartsenpraktijken en andere eerstelijnszorg, kinderopvang, dierenartsen. Op basis hiervan scherpen we relevante (belasting)regels en toezicht aan.
  • – Omdat de grote banken vaak niet thuis geven wat betreft leningen aan het mkb, bevorderen we de toegang tot non-bancaire financiering zoals crowdfunding, kredietunies en de microfinanciering door Qredits. Voor het kleine mkb wordt op nationaal niveau een duurzaamheidslening geïntroduceerd.(p39)
  • Vestigingsklimaat en innovatie
  • Om het verdienvermogen van Nederland op lange termijn zeker te stellen is een gezond vestigingsklimaat van belang. Het gaat hierbij niet in de eerste plaats over fiscale faciliteiten, maar vooral om de beschikbaarheid van talent, het scheppen van voorwaarden voor innovatie en groei en goede regionale samenwerkingsverbanden. We zien het belang van regionale broedplaatsen voor startups en scale-ups, waar startende, groeiende en gevestigde ondernemers samen met onderwijs- en kennisinstellingen werken aan doorbraken op het gebied van technologie en duurzaamheid.
  • – Bijzondere aandacht moet er zijn voor de risicovolle beginfase, het doorgroeien naar een volwaardig bedrijf en het voorkomen van weglekken van kennis en bedrijvigheid. Hiervoor moeten voldoende fondsen beschikbaar zijn.
  • – Wij willen regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en decentrale overheden (de zogenaamde triple helix) versterken. Naast financiering gaat het hierbij vooral om gezamenlijke inzet op strategie, internationalisering en digitalisering.
  • – In het nationale innovatiebeleid willen we een hervorming doorvoeren. De overheid verstrekt via het Groeifonds nu miljarden aan innovatiesubsidies, zonder de noodzaak en het doel van een bijdrage uit de belastingmiddelen scherp af te wegen. Meer regie is gewenst. We voegen daarom het Groeifonds en onderdelen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samen met InvestNL tot een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij die risicovolle private investeringen kan uitlokken op het gebied van onder meer verduurzaming, digitalisering en strategische infrastructuur.
  • – De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Innovatiebox zijn instrumenten die het voor grotere bedrijven aantrekkelijk maken om hun innovaties en R&D in Nederland te concentreren. We handhaven deze fiscale faciliteiten.
  • – In het vestigingsbeleid richten we ons op de bedrijven die een bijdrage leveren aan de reële economie en de brede welvaart van Nederland – en niet op brievenbusfirma’s. We steunen het voornemen om internationaal een minimale winstbelasting van 15% in te voeren voor bedrijven, om de ‘race naar de bodem’ tussen landen tegen te gaan.
  • – Voor het innovatieve mkb blijven de regionale ontwikkelingsmaatschappijen het eerste aanspreekpunt. We handhaven de fiscale faciliteiten voor innovatie en de aftrek voor milieu-investeringen en zijn terughoudend met subsidies.
  • – We vinden het wenselijk dat bestuurskamers en Raden van Toezicht van grote bedrijven en instellingen een afspiegeling zijn van de Nederlandse samenleving.

NSC heeft met name focus op het mkb en wil voor deze bedrijven regeldruk verminderen, toegang tot kapitaal vergemakkelijken en om dit te bereiken o.a. in het innovatiebeleid herzieningen doorvoeren. Ook zegt NSC nadrukkelijk dat het voor Nederland als vestigingsland belangrijk is om voldoende talent te hebben. Dit staat haaks op het voornemen om de 30%-regeling in te perken.

VVD

  • We treden streng op tegen iedere vorm van discriminatie en racisme. We beoordelen mensen op basis van wat ze kunnen en niet op basis van hun afkomst, geslacht, kleur, ras, leeftijd, geloof, seksuele geaardheid of beperking. (p. 27)

Alleen gericht op discriminatie en racisme, maar geen oplossingen of wetgevingsvoorstellen om diversiteit en inclusie te bevorderen.

SP

  • We accepteren ook niet dat vrouwen hetzelfde werk doen en daarvoor minder betaald krijgen dan mannen. (p. 27)
  • We gaan tweedeling tegen en accepteren geen enkele vorm van discriminatie, door niemand. Discriminatie bestrijden we altijd en overal, op basis van klasse, kleur, seksuele geaardheid, religie, leeftijd, of wat ook. (p. 27)

De SP heeft goede aandacht voor gelijke beloningen voor mannen en vrouwen en tegengaan van discriminatie.

GL/PVDA

  • Het bevorderen van diversiteit. Voor een integrale aanpak van discriminatie, racisme, gendergelijkheid en seksueel geweld (nationaal actieplan) is het cruciaal om in alle sectoren diversiteit te bevorderen. Veel prioriteit geven we aan meer diversiteit bij de politie, zodat het een politie van en voor iedereen wordt (lees ons uitgebreidere programmapunt bij ‘Veiligheid voor leefbaarheid’). In tal van functies en beroepen streven we naar een zo evenredige mogelijke verdeling van vrouwen en mannen, mensen met een bi-culturele achtergrond en andere groepen. Dat geldt zeker voor politieke functies, en functies binnen de overheid. Ook in de publieke sector is nog veel werk te verzetten. Zo zien we bijvoorbeeld dat er nog steeds een grote achterstand is in het aantal vrouwelijke hoogleraren en hoogleraren met een bi-culturele achtergrond. Daarom wordt in de publieke sector de komende jaren ingezet op een transparant en modern loopbaanbeleid. (p. 42)
  • Meer gelijkheid binnen bedrijven. We dichten de loonkloof tussen mannen en vrouwen definitief. De overheid geeft daarin het goede voorbeeld, en voor bedrijven voeren we zo snel mogelijk een Wet gelijke beloning in ter implementatie van de Europese wet loontransparantie. Hierbij wordt de bewijslast voor ongelijke beloning omgedraaid: de werkgever toont aan dat er geen loondiscriminatie is. Er komt een certificeringsstelsel waarmee bedrijven met meer dan 250 werknemers aantonen dat ze gelijk loon voor gelijk werk bieden: zo wordt het aan werkgevers om aan te tonen dat hun beloningsbeleid eerlijk is. De overheid ondersteunt zowel kleine als grote bedrijven actief bij het verkleinen van de loonkloof en het meten van diversiteit binnen hun onderneming ten aanzien van gender, bi-culturaliteit en LHBTQIA+. Daarnaast handhaven we de wetgeving dat maximaal 60% van de raden van commissarissen bestaat uit personen van hetzelfde gender en breiden deze uit naar de raden van bestuur. (p. 42)

Zeer positief. Duidelijke en goede aandacht voor gelijke kansen voor iedereen op de werkvloer. Zo wordt niet alleen gepleit voor het stimuleren van diversiteit, maar worden ook concrete voorstellen gedaan om de loonkloof tussen mannen en vrouwen tegen te gaan.

CDA

Geen aandacht voor dit onderwerp.

BBB

  • De loonkloof, voor zover die nu nog bestaat en die leidt tot een lager gemiddeld uurloon voor vrouwen die hetzelfde werk verrichten als mannen, dichten we zo snel mogelijk. Een dergelijk verschil in uurloon is overigens ook verboden op grond van de Wet gelijke behandeling (p. 44)
  • Iedereen in Nederland verdient gelijke kansen. Racisme en discriminatie zijn ontoelaatbaar en strafbaar. Punt. Voor BBB maken kleur, leeftijd, afkomst, seksuele geaardheid, gender en religie niets uit. Discriminatie is verboden. Sollicitanten bij de overheid worden puur op kwaliteit beoordeeld, niet op persoonlijke kenmerken. Woningtoewijzing is gebaseerd op urgentie, niet op afkomst. Alle bevolkingsgroepen worden gelijk behandeld (p. 64)

Zeer goede aandacht voor gelijke beloningen voor mannen en vrouwen en het tegengaan van discriminatie.   

ChristenUnie

  • “Gelijk loon voor gelijk werk. Gelijke loonkosten voor gelijk werk voorkomt een ongelijk speelveld en uitbuiting. Wij willen dat de oneerlijke concurrentie op loonkosten tussen Nederlandse medewerkers en arbeidsmigranten stopt, bijvoorbeeld door het onmogelijk maken van schimmige flex- en draaideurconstructies en van inhoudingen op het loon. Dat geldt ook voor het omzeilen van arbeidsvoorwaarden in de ‘platformeconomie’.” (p. 46)
  • “Geen discriminatie op de arbeidsmarkt. Alle vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt, van naam, postcode, geslacht, tot zwangerschap, zijn onacceptabel en worden bestreden.” (p. 46)

Ook hier krijgt ChristenUnie het voordeel van de twijfel. Ze pleiten voor gelijkheid op de werkvloer, maar niet hoe daar de positie van vrouwen verbeterd kan worden.

PvdD

  • Scholen geven voorlichting over sekse-, gender- en seksuele diversiteit. Vaardigheden om LHBTIQA+- acceptatie te bevorderen worden onderdeel van docentenopleidingen. Initiatieven die het onderwijs LHBTIQA+-vriendelijker maken worden gesteund. (p. 67)
  • Er komt krachtig LHBTIQA+-emancipatiebeleid met een passend budget. We besteden bijzondere aandacht aan de aanpak van discriminatie om een combinatie van gronden, zoals LHBTIQA+-personen van kleur, of mensen met een biculturele en religieuze achtergrond. Ook komt er extra aandacht voor transgender, intersekse, non-binaire en aseksuele personen. (p.74)

Veel aandacht voor gelijkheid, diversiteit en inclusie op maatschappelijk vlak met concrete voorstellen. We missen echter voorstellen voor bevordering van diversiteit, gelijkheid en diversiteit binnen het bedrijfsleven, zoals gelijke lonen voor mannen en vrouwen. We beoordelen het daarom als ‘groen’, maar wel met ruimte voor verbetering.

Volt

  • Vrouwen hebben in Nederland nog lang niet overal gelijke rechten. Ze krijgen vaak minder betaald dan mannen voor hetzelfde werk, hebben minder goede toegang tot zorg en hulpverlening, en zijn vaker slachtoffer van geweld en misbruik. Dat moet anders. (p.71)
    Alle middelgrote tot grote bedrijven en overheidsorganisaties verplicht worden om het genderevenwicht en de loonkloof tussen mannen en vrouwen openbaar te maken en erover te rapporteren. Daarnaast moeten zij een gendergelijkheidplan hebben om voor gelijkheid te zorgen (als die er niet is). (p.71)

Goede aandacht van Volt voor het bestrijden van de loonkloof tussen mannen en vrouwen en gelijke kansen voor vrouwen.

D66

  • De Rijksoverheid, waaronder ook de uitvoeringsorganisaties, maakt diversiteit en inclusie tot prioriteit in alle lagen van de organisatie. Ze werkt aan de opbouw van veilige teams, met tijd en aandacht voor de sociale veiligheid. (p.119)
  • We maken een einde aan de loonkloof. We voeren zo snel mogelijk de Europese wet in die het grote bedrijven verplicht te rapporteren over beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, en maatregelen te nemen om deze weg te nemen. Deze bedrijven moeten een plan maken om gendergelijkheid te bevorderen. De overheid ondersteunt hen hierbij.
  • Om het glazen plafond te doorbreken is D66 voorstander de Wet ingroeiquotum en streefcijfers, die regelt dat de raad van commissarissen van grote bedrijven voor ten minste eenderde moet bestaan uit vrouwen. Wij willen de wet aanpassen met een tijdelijk quotum van vijf jaar voor zowel 30 procent vrouwen als mannen in functies in het toezicht én in het bestuur van bedrijven, dit trekken we door naar de overheid. (p.114)

Zeer sterke inzet van D66. Duidelijke standpunten om gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de werkvloer te bevorderen met concrete wet- en regelgeving. Daarnaast pleit D66 ook voor diversiteit en inclusie binnen de Rijksoverheid zelf.

PVV

  • Gemeenten werken niet mee aan gender-maatregelen, klimaatwaanzin en diversiteitsgeneuzel. (p.30)

Geen positieve blik op diversiteit en inclusie.

NSC

  • We bestrijden alle vormen van discriminatie en zetten ons in voor een volwaardige acceptatie van LHBTI’ers op school, op het werk en in de samenleving. (p.29)
  • Kolonialisme en het slavernijverleden verdienen een duidelijke en vaste plek in ons geschiedeniscurriculum en in het cultuuraanbod, naast andere vormen van onderdrukking die onze samenleving uiteindelijk heeft overwonnen zoals feodaliteit, beperkt kiesrecht, vrouwendiscriminatie, kinderarbeid en uitbuiting. (p.31)
  • Het tegengaan van discriminatie, uitsluiting en onveiligheid op de werkvloer is een belangrijk thema, ook bij de politie en justitiële diensten. De overheid moet als werkgever zelf laten zien dat zij de kernwaarden van de rechtsstaat serieus neemt. De overheid is neutraal en straalt dat uit in woord en gedrag. (p.66)
  • We vinden het wenselijk dat bestuurskamers en Raden van Toezicht van grote bedrijven en instellingen een afspiegeling zijn van de Nederlandse samenleving.

NSC zet zich naast aandacht voor discriminatie ook in voor volledige acceptatie van LHBTI’ers overal in de samenleving. Ook is het goed dat NSC inziet dat de overheid hier een voorbeeldfunctie in heeft.

Verantwoording

Na de val van het kabinet heeft NLdigital haar manifest ‘Digitale oplossingen voor grote uitdagingen‘ gedeeld met politieke partijen en de media. Een optimistisch manifest, want onze sector denkt graag in oplossingen. Digitalisering is wat ons betreft geen doel op zich. Het is onderdeel van de oplossing voor praktisch alle grote uitdagingen van nu.

Nu alle partijen met hun verkiezingsprogramma naar buiten zijn gekomen heeft het beleidsteam zich over deze partijprogramma’s gebogen en gekeken hoe de partijen scoren op onze 20 aanbevelingen uit het manifest.

We kunnen helaas niet alle partijen meenemen in de analyse. We kiezen er daarom voor om de partijen mee te nemen die tenminste vier zetels peilen in de Peilingwijzer of partijen de lager peilen, maar op dit moment onderdeel zijn van het demissionaire kabinet.

Meer weten van NLdigital?

NLdigital is een collectief van ruim 600 bedrijven die de digitale transformatie mogelijk maken.